Category Archives: 03. Dagboek 2021

Zacht

Zacht

‘Mag ik van jou een bolletje met kaas?’ Ik rij over de A12 en we gaan naar het zuiden. Naar Zeeland om precies te zijn. Eerder had ik al een likkoekje uit het trommeltje gekregen en mijn meisje heeft inmiddels een pakje drinken op. We gaan op vakantie. Nee, we zijn al op vakantie. Met ons tweeën genieten we van de rit. We zien onderweg twee keer een hert, de roofvogels zijn niet meer te tellen en Eva Luna spot een dikke John Deere. We hebben het samen zo goed. Het kleine huis op de prairie verbleekt bij onze knusheid. We hebben jurkjes mee en als ik straks twee vlechten maak kan Eva Luna net als Laura Ingalls zo het duin afrennen. Terwijl ik hierover fantaseer heeft Eva Luna lol met een vrachtwagenchauffeur naast ons. Haar lach sluit aan bij het landschap waar we doorheen rijden. De puurheid. De echtheid. Het land ademt rust uit. De vlakte en de stilte komen samen in zachtheid.

We zijn iets te vroeg op het vakantiepark. Het huisje kunnen we nog niet in, maar we mogen wel het park verkennen. We zoeken ons veldje op en bewandelen het kleine pad naast ons huisje. Binnen 5 minuten staan we op het strand nabij de Oosterscheldekering en nog weer 5 minuten later heb ik mijn handen volgedrukt gekregen met schelpen. ‘Bewaar ze even, ik wil graag op dat klimrek.’ Ik kijk rond en geniet intens. Het is hier zo mooi. Zo stil. Zo zacht. Zelfs de kleuren zijn zacht.

In het laatste uur licht van de dag zijn we weer op het strand. In de campingwinkel hebben we vanmiddag een schepnet gescoord. Nu de zee zich heeft teruggetrokken inspecteren we de plassen die op het strand zijn achtergebleven. Eva Luna vindt niets en in een poging toch wat in haar net te krijgen, rent ze lachend met haar schepnet achter de meeuwen aan. We laten ons door hen meelokken richting de pier. Tussen de basaltblokken daar, licht af en toe iets op. Het zijn de parelmoerige binnenkanten van oesters zo groot als een hand. We struinen door het lage water en stappen over de rotsen. We verzamelen een zak vol.
Ik omdat ik ze wil proeven. Ik heb gehoord dat ze met een sjalotje en wat frambozenazijn heerlijk zijn en Eva Luna omdat ze hoopt op een parel.

Ik stond net een poos in de keuken met de oesters. Ik huiver bij de aanblik van een geopend exemplaar. Ik stel het proeven nog even uit. Ik doorzoek er nog enkele op parels al zie ik links van mij de mooiste en de grootste.
Eva Luna zit op haar knieën bij de salontafel. Ze heeft haar pyjama aan. Het truitje is poederroze van kleur en zacht als van een teddybeer. Ze tekent in haar nieuwe schetsboek. Ik zit nu achter haar op de bank en typ dit bovenstaande. We hebben tulpen op de tafel staan en er brandt een kaarsje.
Het is hier zo mooi. Zo stil. Zo zacht.

Melodie

Melodie

Sneeuw langs het pad. Lachende stemmen vol verwachting. Door de geopende deur stroomt de warmte mij tegemoet. De geur van een kaars zegt ‘Welkom in dit huis’. De grote mosterdgele wand, voorzien van strepen zon die door de lamellen heen piept. Muzikanten die aan het inspelen zijn. Ik geef mensen een hand. Ik voel de sensatie van huid. Ik kijk in vriendelijke gezichten.

Muziek maken. Muziek beleven. Wie begeleidt wie. De toetsenist het instrument of leidt de melodie hem. Vingers die zelfstandig een weg lijken te vinden naar de toetsen.
Een stem, warm en vol. Een inleidend praatje. Een lied. Ik pik zinnen op en in mijn hoofd begint een feestje. Ik leg mijn hand op mijn buik want ik wil niet alleen in mijn hoofd leven. Ik wil dit door mijn hele lijf. Met mijn hand schrijf ik namen van geliefden op mijn been. Ik wil hen erbij halen.

Dit wat ik nu meemaak. Dit is hoe het leven bedoeld was. We zijn hier met dertig mensen bij elkaar, maar veel meer mensen zouden dit moeten voelen. Zouden er mensen zijn die muziek willen maken volgend weekend of het weekend daarna? Het mag bij mij thuis of ik regel een ruimere plek.

Door welke melodie laad jij je leiden. Ik voel wat mijn melodie is. Wat mijn weg is. Ik vind het spannend mij uit te spreken. Slim gekozen woorden en cijfers in de media maken mij stil, terwijl ik zo sterk de trilling op pak van een ander geluid waar ik nog niet de woorden van ken. Geluid ontstaat wanneer er iets in trilling wordt gebracht. Met het oog kunnen we die trillingen niet zien omdat deze heel snel zijn, maar je kan het geluid wel opvangen met je oren.

Ik vang het op met mijn bewustzijn. Het voelt groots. Het voelt zo waar en ik weet dat ik mijzelf mag vertrouwen. Ik wil mij verbinden met mensen, met muziek, met kunst, met natuur. Het kan gewoonweg niet fout zijn dat te doen.
Bescherming van een ander, vaak welkom, maar wanneer pakt het je eigen wijsheid, je eigen leven uit handen.

Ik zie levenslustige gezichten om mij heen en luister naar het lied We’re all coming home. ‘We gaan allemaal naar huis. Luister naar het ritme van je hart als je niet weet waar je heen moet. Luister naar het lied dat op je eigen zielsradio speelt.’