Category Archives: 09. Dagboek 2016

Dankjewel

Dankjewel

Mijn knieën butsen tegen het harde kunststof. Op handen en knieën beweeg ik mij onelegant voorwaarts. De groene buis heb ik gehaald. Nu nog het laatste stukje van de gele doorkruipen. Gelukkig, ik kom uit op een zachte mat. Tijd om op adem te komen is er echter niet. Die kleine sprint alweer vooruit. Ik strompel in gebogen houding met mijn rug tegen de netten aan erachteraan. Mijn meisje heeft zich inmiddels door een kleine ruimte naar een plateau hoger gewerkt. Als een soepel slangenmens probeer ik haar te volgen. Terwijl ze op mij wacht, kijkt ze om haar heen. Met verbazing en een trots koppie merkt ze op: ‘Jij bent de enige mama hier!’ Ik ben minder verbaasd, maar dit toetje dat ik nu voor mij zie, maakt het alles waard.

We zijn op het hoogste punt aangekomen. Eindelijk kan ik rechtop staan. Als ik mijn armen strek kan ik bijna het dak van de grote hal aantikken. Het doel van deze klim is het startpunt vinden van de metershoge kurketrekkerglijbaan met landing  in de ballenbak. Ik hoor nog een schaterlach, inmiddels ver onder mij, en dapper volg ik haar. Verrek, ik glijd veel te snel! Al die bochten keren mijn lijf op de kant en de poging om mezelf af te remmen levert schaafplekken op. De glijbaan spuugt mij na een te lange rit uit tussen gele, groene, rode en blauwe ballen.

Met een ballen-bekogelingsontvangst staat mijn meid mij lachend op te wachten. O en je wilt mij nu helemaal onder de ballen verstoppen? Prima. Als moeders maar even mag bijkomen is alles best. Zelfs bedolven worden onder deze onfrisse ballen.
En tuurlijk, hoe zou ik het ooit kunnen vergeten, het ‘Nog een keer, nog een keer!’ zit in jouw slogan-assortiment. Ik probeer de ballenbak uit te komen en pijnig mijn voeten staand op de te harde ballen. Ik wurm mij door de opening in het net.  En daar gaan we weer over het hindernissenparcours, op naar boven. Ik voel me haast balorig als ik even later, voluit lachend met jou als een aapje aan mij vastgeklemd, via een grote rode hobbelglijbaan beneden aankom.

Vertederd en zittend met een drankje, volg ik even later mijn stand-in. Ik zie ze samen op de trampoline. Het raakt me.
Dat ik mijn best voor haar doe is vanzelfsprekend, maar dat hij hier nu ook zo staat te springen en grappen. Beschermend met haar meeloopt als ze rondjes rijdt op het motorautootje, zijn schoot aanbied als ze een plekje zoekt om te rusten en haar troost na een val maakt me stil.

Ik ben alleenstaand moeder, maar niet single.
Hij is lief voor onze gebutste plekken.

Moederschap

Moederschap

Balancerend op mijn tenen sta ik op de stoel. Ik hang de slingers op. Ik voel me rijk. Zo vol dankbaarheid en trots. Morgen is mijn meisje jarig. Vijf jaar wordt ze dan alweer. In de voorbereidingen naar het feest toe, voelde ik soms spanning. Een beetje soortgelijk als vijf jaar geleden. De laatste nachten van de zwangerschap vond ik spannend. Zou ze vannacht komen, mijn kleine schat? Zou ik het dan allemaal alleen moeten doen?
Nu is daar het eerste echte kinderfeestje.

Maar we zijn tot nu toe glansrijk geslaagd. We redden het samen zo goed. Ik zit aan tafel tussen de dagboeken die ik vol schreef en plakte voor jou. Een half jaar voordat je geboren werd, begon ik al met schrijven.
Zaterdag 21 augustus 2010
Hi kleintje,  ik denk al veel aan je en in gedachten praat ik tegen je. Misschien is het wel leuk dat je later iets kan lezen over wat ik/wij hebben meegemaakt toen jij in mijn buik zat. Ik heb dit boek trouwens gisteravond laat om 21.30 uur gekocht bij de AH. Ik vind het belachelijk dat die tot 22.00 uur open is, maar nu kwam het wel goed uit. Ik had zo’n ontzettende zin in chocola dat ik in de auto ben gestapt en naar het BP station 5 kilometer verderop, voor in Emmeloord ben gereden. Deze was echter al gesloten en vervolgens ben ik heel Emmeloord doorgereden naar de AH, voor chocola. Terug in de auto was ik echter weer eens misselijk en had ik helemaal geen zin meer in chocola.

Ik lees de meest mooie stukjes terug. Onze bezoekjes met z’n tweeën bij de gynaecoloog en verloskundige waar ik jou dan bewonderde op de echo. Ik beschrijf je gedraai in mij. Hoe dat voelde en dat ik dat zelfs zag als ik op de bank lag.

Vrijdag 4 maart 2011
Over een paar weken ligt er een baby’tje hier in bed tegen mij aan. Niet een baby van een vriendin, maar mijn kindje ……
Niet te begrijpen. Geen woorden voor wat ik nu in mijn hoofd heb. Een hoofd dat zelfs misschien wel leeg is nu. Zelfs gevoelens kan ik nu niet benoemen.
Het is als een andere wereld.
Er zal een andere wereld geboren worden.
Even ben ik bang. Ik ken die wereld niet. Maar ik beleef een juichende, hetzij nog ingehouden, spanning vol blijdschap.
Als het lontje bij vuurwerk.
De lont brandt. Nog even en de lucht is zo mooi gekleurd. Mijn mond zal niet anders kunnen dan open vallen en ‘ohh’ zeggen.

Nou lieve meid. Je bent een knaller. Nog steeds sta ik vol bewondering naar je te kijken. Bedankt voor de sleutel naar de nieuwe wereld van het moederschap!

Kleutermeisje

Kleutermeisje

Ik rits haar schooltas open. Vis haar broodtrommel, fruitbakje en bekers eruit en bekijk alle opgerolde tekeningen. Met een mooie nieuwe aanwinst in mijn handen, laat ik mij op de bank zakken. Een kleurplaat waarbij ze dezelfde vormen, dezelfde kleur heeft moeten geven.
Ik knipper met mijn ogen en daar zit ik. Aan één van de vier tafeltjes bij het raam. Het houten blok met gaatjes, waarin de plakselkwastjes staan, staat midden op de tafel. De in veel kleuren glimmende dunne papiertjes; driehoeken, vierkanten, cirkels liggen uitgewaaierd over mijn tafeltje. Ik mag er een slinger op mijn vel papier mee plakken.

Ik heb een kleuter in huis en kleuters van nu doen heel veel dezelfde dingen als kleuters van lang geleden kom ik achter. Zo loopt ze regelmatig een dag met stickers op haar gezicht. Zelf had ik een tijdje terug van haar de bananensticker gekregen; door haar hard aangeduwd op mijn voorhoofd. Vlak voordat ik uit de auto stap om naar de winkel te gaan, wierp ik een blik in de achteruitkijkspiegel. Gered, nog net op tijd de sticker gezien.
In mijn herinnering zie ik zwarte wiebertjes stickers op de mandarijnen. Ik voel hoe ik ze aan het eind van de dag van mijn neus lospeuter.

Mijn sjaal kan ik inmiddels met gemak drie keer om mijn hals slaan. Een sjaal is namelijk uitstekend geschikt om paardje mee te spelen. Leg de sjaal achter in je nek en leidt hem dan onder je oksels door naar achteren en je hebt teugels. Als het paard harder draaft dan zijn ruiter krijg je vanzelf een lange sjaal waar je vervolgens mee kan touwtje springen.
Op het schoolplein van de kleuterschool hadden we een schuur. Daar stonden met de nodige fantasie de politieauto’s en ambulances; lage platte karren met een houten bodemplaat en ijzeren frame eromheen. Ik vond ze soms net wat te eng om te kiezen. Wilde er wel op, maar er lagen altijd kinderen op de loer om hem in te pikken. Je had ook paardentuigjes. En de grote schommel in de zandbak. Net zoals mijn meisje durfde ik daar al wel vroeg, heel hoog mee te gaan en op het hoogste punt voor, eraf te springen. Er werd een noodlokaal op het plein geplaatst. Hele kleine dunne zilverkleurige schilfertjes lagen er om heen. Kaboutergeld.

Ik leg het werkblad klaar op de trap. Die mag vanavond mee naar boven en in de verzamelmap. De overige tekeningen verstop ik tussen een stapel folders, goed voor het oud papier.
Had ik alle tekeningen die speciaal voor mij waren gemaakt bewaard, had ik met gemak de gehele bovenverdieping er mee kunnen behangen. Kwaliteit of kwantiteit, het maakt niet uit. Het voelt als een eer om ze te ontvangen van mijn mooie kleuter.

‘Wat lach je mama?’ ‘Ik moest aan jou denken en dan word ik blij! Je wordt groot meid.’
En ik oud.

Roos

Roos

Even een bijzonder verhaaltje. Mijn meisje heeft vele knuffels en poppen. Konden ze eerder nog door het leven als ‘Klein Popje’ en ‘Egel’, sinds het afgelopen jaar moeten ze een naam hebben. Per toerbeurt krijgen ze allemaal steevast dezelfde naam. ‘Mama, Panda heet nu …’ en dan zegt ze een naam die ik inmiddels wel herken, maar ik kan hem je niet na vertellen. Het is een naam die ik nooit eerder heb gehoord. De klankcombinatie past ook helemaal niet in mijn denkwereld.

Maar vandaag heb ik mijn best gedaan. Dit keer onthoud ik alle letters. Deze aparte naam, die zo consequent gebruikt wordt. Ik wil weten of er een verhaal aan vast zit. Ik open Google en typ: ‘betekenis Zaria’. Klemtoon overigens op ri. Ik lees: ‘Zaria: Arabische meisjesnaam, Roos, bloeiende bloem.’

Altijd heb ik gedacht, krijg ik een dochter dan zal haar naam Roos zijn. Op zolder had ik zelfs al een mooie poster met een roos daarop bewaard, voor later op haar kamertje en als ik rozen plantte in de tuin dacht ik aan haar. Mijn zo gewenste meisje.
Een jaar voordat Eva Luna werd geboren heb ik twee streepjes op een zwangerschapstest mogen zien. Mijn handen heb ik koesterend op mijn buik gelegd, maar ik heb de streepjes niet mogen zien groeien.
Toen dat groeien later dat jaar  alsnog gebeurde, verdween de naam Roos naar de achtergrond.

De dag na mijn avond googlen check ik bij Eva Luna nogmaals de bijzondere naam. Ik vind het verhaal een beetje te mooi. Wie weet heb ik het verkeerd verstaan. ‘Hoe heet je roze konijntje ook alweer?’ ‘Zaria’, antwoordt ze zo duidelijk als maar kan. ‘Hoe kom je aan die naam?’ ‘Ik heb stemmen in mijn hoofd.’ ‘O, zijn het er veel?’ ‘Nee, eigenlijk maar eentje en zij zegt dan deze naam.’ ‘O, leuk.’

Verhaaltjes … With a little magic it can take you a long way.

Hou van jou

Hou van jou

Ik zoek in mijn telefoon het nummer op. Denk nog heel even ‘ga ik echt bellen?’ Ik heb al op de naam geklikt. Zal ik de telefoon alsnog uitdrukken? Wat ga ik zeggen. Ga ik straks zeggen wat ik voel? Klinkt dat niet heel dom?
‘Uhh ja … met Alinda de mama van Eva Luna. Ik mis haar zo. Wat is ze aan het doen? Heeft ze het goed? Willen jullie haar zo even een knuffel geven. Even vasthouden?’ Aan de andere kant van de lijn hoor ik de lieve stem van een van de leidsters. Een kleine vijf jaar geleden legde ik mijn babymeisje bij haar in haar armen. ‘Als ik naar mijn werk ga, wil jij dan heel goed voor haar zorgen?’

Ik heb middagpauze. Ik kijk naar de foto op mijn bureau. Ik laat het hart van strijkkraaltjes door mijn vingers glijden. Ik denk aan hoe ze vanmorgen in bed haar armen om mij heen sloeg. Mij tegen haar kleine lijfje aantrok en over mijn hoofd aaide. Zoveel warmte. Zoveel liefde. Ze kruipt vervolgens op mij. Krult zich op mijn buik en borst. Wat is ze groot geworden. Ik moet me bedwingen om haar niet fijn te knijpen en neem me voor om nooit meer uit mijn bed te stappen.

Ze is zo lief. Zo speciaal. Zo gevoelig en attent. Zo eigenwijs. Zo eigen en zo wijs. Het is zo makkelijk om trots op haar te zijn. Om zo van haar te houden.
Ze bouwt in de bouwhoek torens zo hoog als haar zelf. Ze tekent haarzelf met lange haren tot aan de grond en schrijft haar naam op het papier. Ze fietst hard door de straat en scheurt door elke regenplas. Ze kan dansen alsof niemand kijkt en soms hoor ik de mooiste liedjes.

Ze is meer dan dat ik ooit had kunnen wensen. Mijn dromen vallen in het niet bij wie zij is. Haar stralen reiken verder dan iedere zon. Ze doet meer met mijn hart dan wat ter wereld ook.
Het liefst zou ik haar toe-eigenen. Zeggen, je bent van mij. Echter niemand is van iemand.
Maar lief meisje als je wilt, ben ik van jou.

Underground

Underground

Ik zie zijn hand in haar kontzak verdwijnen. Zij vleit heel even haar hoofd tegen zijn schouder. Ik zit op een barkruk. Mijn rug leunend tegen de bar. Mijn benen gestrekt op een kruk voor mij. Blikje berenburg-cola in de hand. De ingrediënten voor romantiek zijn hier in het half donkere hol best aanwezig voor degene die wil. Er is zelfs live muziek. Niet echt een kwelende ballad, momenteel speelt The Fourth, een thrashmetal band uit Urk, maar het is lekker. Lekker stevig. Stevig genoeg om de aandacht op te eisen. Luid genoeg om geen lieve woordjes uit te kunnen wisselen en ik vraag me glimlachend af wat zij anders tegen elkaar zouden zeggen.

Sounds from the Underground. De metalbands wisselen elkaar af tijdens deze namiddag en avond in poppodium De Klos. In de tussenliggende minuten bekijk ik post op mijn telefoon van de oppas. Mijn meisje showt ondeugend haar nagels. Ik hoef haar nagels nog helemaal niet all the way in te zoomen om in haar ogen al te zien dat het mijn nagellak is en geen kindernagellak. You go girl! Zo heb ik vandaag mijn zwarte broek bewust geruild voor de rode die ik nu draag. Ik voldoe qua uiterlijk niet aan de norm hier. Ben een ietwat vreemde eend. Lekker. Vreemden worden vaak eerst links gelaten. Ik hoef niets. Even underground en mijn denken laten overschreeuwen door mannen op een podium die ik niet kan betrappen op een verstaanbaar woord.
Heel even schrok ik lichtelijk. Klonk het eerst nog enigszins melodieus, nu word ik overspoeld door een dikke lava aan death metal. Bij nummer twee zit ik er echter alweer in. Geniet van de drums en gitaren en mijn hoofd bungelt los op de nek. Nooit ga ik meer naar huis.

Muziek is toch wel heel machtig. Ik ken de bladen en boeken vol goede levensadviezen. Als ik er de tijd voor neem om ze te lezen, zetten ze mij wel aan het denken en op een goed spoor. Echter bij muziek, dan hoef ik niet eerst te denken, dan ga ik als vanzelf over het goede spoor. Muziek, in combi misschien met de locatie. Ik hoef hier niets. Ik voelde dit vanaf de eerste keer toen ik hier jaren geleden binnen stapte. Misschien helpt de schemering mee, maar ik hoef hier niet slanker te zijn, niet geweldiger. Ik moet hier niets. Ben goed zoals ik ben. Ik kan heel veel hoor en wil ook alles wel leren. Alleen dat moeten om iets dat verband houdt met de buitenwereld. Iets dat ik overigens zelf wel zal hebben bedacht. Die buitenwereld die ik zo mijn energie laat opslurpen.

De muziek om mij heen lijkt wel een pantser. In mijn visuele denken zie ik mijn trein nu door een ondergrondse tunnel rijden. De muren zijn van muziek en houden de buitenwereld even op afstand. Alleen met mijzelf zijn. Beseffend wat heb je het goed meid. Nee, het gaat verder. Ook al zouden sommige dingen niet goed zijn, het is prima. Niet dat ik onverschillig ben, maar het gevoel van angst is weg.
Tinteling naar avontuur nu ik even mijzelf weer heb gevoeld. Straks rijd ik die tunnel wel weer uit, zin in, maar ik koop wel gelijk even een retourtje met bestemming Muziek @Underground.

Zelfliefde

Zelfliefde

‘Mama, de kaas is oud.’ ‘Ja lief, je hebt  verschillende soorten kaas; jong belegen …’ Met een geïrriteerd ‘Neehee mama!’, valt ze mij in de rede. ‘Nee, nu laat je mij even uitpraten. Je hebt dus bijvoorbeeld jonge kaas, belegen en oude kaas. Als je kaas langer laat liggen krijgt hij steeds een pittiger smaak. Ook zijn er nog heel veel verschillende soorten. Jij bent ook gek op kaas he?!’ ‘Ja mama’, klinkt het netjes en dan met een zucht: ‘Ik zei Sinterklaas is oud.’

Oké dan, ook goedemorgen.
Mijn schat eet deze ochtend een boterham met kaas en terwijl ik aan mijn eerste werkdag van dit jaar denk, zit zij nog steeds met haar gedachten bij de Sint. Als het net zo gaat als vorig jaar bekijkt zij tot aan de zomer nog filmpjes van de Club van Sinterklaas. Waarom iets aan de kant zetten waar je zoveel plezier in hebt. Met de komst van het nieuwe jaar hoef je het oude jaar inderdaad niet gelijk af te serveren.

Goede dingen zal ik ook zeker meenemen. Goede zaken die zijn weg gezakt in de loop van de tijd, zet ik met de komst van een nieuw jaar weer even extra op de agenda. Houden van mezelf bijvoorbeeld.
Ik merk dat ik mij bij vlagen erg moe en leeg voel. Ik heb een goed jaar gehad, maar ergens onderweg ben ik mijzelf wat uit het oog verloren. Wil er graag zijn voor anderen. Rekening houden met de buitenwereld. Wil zelf ook zo veel, teveel? Vind het soms moeilijk te ontdekken en aan te geven wat mijn grenzen zijn. Wil alles zo graag goed doen. Misschien wel deels met de reden; zo ontvang je geen kritiek en houden anderen van je? Als je het jezelf niet kan geven, heb je altijd dit nog? Terwijl ik dit typ, stuit het afhankelijk zijn me tegen de borst. Altijd fijn als anderen van je houden, maar dat is natuurlijk geen bron om lekker onbeperkt energie uit te tappen. Rap tijd dus voor zelfliefde.

Ik vind het nog wel wat bespottelijk klinken. Moet ik nu mijzelf omarmen? Al schieten mij ook wel dingen te binnen die ik graag zou willen ondernemen om te ontspannen. Een dagje sauna of mezelf verwennen met het kopen van een nieuw kledingsetje bijvoorbeeld. Maar het voelt zo egoïstisch en ik voel me zo bezwaard als ik iemand moet vragen om op mijn meisje te passen. Na het immer lezen van boeken, dat de laatste jaren terugliep, gun ik mijzelf inmiddels ook al geeneens meer de tijd om tijdschriften uit te lezen, terwijl ik zo van lezen houd. Ochtenden in bed; slapend, lezend en ontbijtend, waar zijn ze gebleven.

De knop moet om. Ik moet nog even zien hoe ik het ga doen, maar het rijpingsproces vindt weer voortgang. Nog even en ik bezit weer een rijkere en krachtiger smaak. Ik heb mijn nieuwe voornemen goed voor ogen.
Kom maar op nieuw jaar. Ik ga van jou én mij houden!