Category Archives: 08. Dagboek 2017

Zon

Zon

‘Wat veel narcissen, mama!’ Rijen dik staan ze bij elke ingang van het dorp. ‘Speciaal voor jou lieverd. Ze versieren het dorp omdat jij morgen jarig bent.’ Met een verrast koppie kijkt ze mij aan en dan verschijnt er een glimlach op haar gezicht. Ze weet dat het niet zo is, maar we kunnen wel net doen alsof.

Ze ligt in bed. Liggend op haar rug. Ze heeft een leesboek in haar handen. Zacht hakkelend hoor ik haar letters lezen en samenvoegen tot woorden. Op het dekbed tegen haar aan gerold ligt Nova, haar kleine kitten. Ik zit op de grond. Mijn rug tegen de kast en bekijk mijn meisjes. Eva Luna en Nova, maan en ster, mijn eigen nachtelijke hemel zo dichtbij.

Nachtelijke wegwijzers in een vorig tijdperk. Nu heb je heel andere navigatie. Ik ben er wars van en volgde afgelopen week de paddenstoelen van de ANWB in Drenthe. Ik toerde tussen weilanden met de eerste lammeren en erven vol bloeiende magnolia’s door. Ik was op weg naar het verjaardagscadeau, de kitten. Ik betrapte mij erop dat ik een soort van zwangerschapsspanning voelde. Gek misschien en blijkbaar heb ik mijn meisje besmet, want zij heeft inmiddels al juichend geroepen: ‘Nu ben ik grote zus!’

Lieve Eva Luna. Je bent speciaal, dus dat van die narcissen had best waar kunnen zijn. En ja, ik ben je moeder en zal je altijd speciaal vinden, maar geloof me, jij bent speciaal. Je ogen zijn gevuld met het mooiste blauw. Je hand die de mijne zo vanzelfsprekend vastpakt, zo zacht en warm. Je wil, zo sterk. Je hart zo groot.
Je raakt mij in alles. Met jou soms bijna doorschijnende huid kom je zo in mij. Soms is het alsof jij en mijn ‘innerlijk kind’ met elkaar verweven zijn. Wie van ons voelt nu wat? En is wat jij zegt, nu wat ik denk? Ben jij misschien toch nog een wegwijzer van deze tijd?

Toen ik kind was, heb ik belangrijke levensvoorwaarden gemist. Als volwassene geef ik nu, net zoals velen, reacties vanuit wat ik mijzelf heb aangeleerd aan overlevingstechnieken. Ik heb mooie vormen ontwikkeld, maar ze zijn ontstaan vanuit de oorzaak pijn. Soms sluimert die pijn nog rond.
Door jou Eva Luna, te zien en jou zo graag al het goede te willen geven, kwam ik uit bij mijzelf. Als ik nu mijzelf eens zie als kind, net zoals ik jou nu zie. Mijn innerlijk kind zien met haar pijn en er voor haar zijn.
Ik ben moe en het is eng, het voelen van de eenzaamheid, maar het ‘gezien worden’ is ook zo troostend. Ik zal verder groeien vanuit veiligheid. Ik kan groeien als volwassene en als de zon helend werken.

Bedankt mijn net zes-jarige meisje, dat je mij de weg hebt gewezen.

Cadeau

Cadeau

800 euro is de vraagrijs, maar omdat deze een knik in de staart heeft slechts 350 euro. Ik zoek een kitten voor mijn bijna jarige dochter. Ik begeef me in een compleet nieuwe poezenwereld en val van de ene verbazing in de andere. 

Tussen de raskatten door, zie ik soms een glimp van een gewoon poesje. Ik reageer. Ik weet dat ik niet de enige geïnteresseerde ben. Binnen een half uur is de advertentie 247 keer bekeken en 26 keer bewaard. Ik heb reeds gebeld maar kreeg de melding dat de telefoon tijdelijk buiten gebruik is. Misschien werd de eigenaar al door een ander gebeld en is Tijger al weg. Ik voel me paniekerig. Ik ben ook zo belachelijk vrij om nu al verliefd naar dat fotootje te staren. Had ik toch gelijk moeten bellen in plaats van eerst te mailen? Maar ik ben niet zo’n beller. Ik weet niet of dat komt doordat we thuis pas telefoon kregen toen ik in de 2e klas van de havo zat, maar ik kan nog altijd een rood hoofd krijgen als ik bel.

Mijn lieve meisje wordt eind deze maand 6 jaar. Op haar verlanglijstje staan schoenen met wieltjes én lampjes, een space scooter, een vliegreis naar een warm land en al het speelgoed dat vertoont wordt tussen de kinderfilmpjes door op Telekids. Maar ik weet ook, een poes staat al op haar lijstje sinds ze kan praten.

Maar waar vind ik een betaalbare huis- tuin- en keukenpoes. De enkeling die ik tegenkom op Marktplaats doet al gauw tegen de 200 euro. Wat zijn ze zeldzaam ineens. Winterstop qua seksleven? Zelfs de opvanghuizen kunnen mij geen kitten of jonge poes leveren. Of ik even de complete vragenlijst wil invullen om te zien of ik wel een goede match vorm en om teleurstelling te voorkomen, er hebben al vele mensen gereageerd op Lotje mevrouw.

Ik begeef mij maar weer op Marktplaats en baan mij een weg door de meest verschrikkelijke krabpalen, onbeslapen designmanden en hangmatten voor aan de verwarming. Dit alles soms heerlijk voorzien van de tekst ‘Mijn poes bleef liever op bed liggen.’ Ik zie uitlaatriempjes. Stikzielig voor een poes lijkt mij, maar ik weet zeker dat ik mijn meisje er een super plezier mee zou doen.

De zorg en verantwoording die om de hoek komt kijken bij het aanschaffen van een huisdier, daar doe ik het niet voor lief meisje van mij. Dat is bij jou al boventallig aanwezig. Ik wil je alleen zo graag iets geven waarbij je je altijd op je gemak voelt. Waar je je geheimen tegen kan vertellen. Waar je je verdriet, angst, boosheid, blijdschap en vooral heel veel knuffels mee kan delen. Knuffels om je te troosten. Bevestiging te ontvangen dat je er mag zijn. Dat je waardevol bent. Ik zie je wel meisje. Ik voel je kwetsbaarheid.
Lieverd, ik zal je voor altijd omarmen en ja je krijgt je schoenen met wieltjes, over de lampjes twijfel ik nog, maar bovenal geef ik je het liefst cadeau; zelfvertrouwen.

Levensloop

Levensloop

‘Mm wat ruikt het lekker’, zegt hij liefjes.Yes! Ik heb mijn ideale schoonschoon gevonden! Hij mag mee-eten en ik had enkel nog maar het water in de pan voor de te koken tagliatelle. Ja, dan kom je met zo’n opmerking wel met stip op nummer 1 binnen.

Beetje vroeg om over de relatie van mijn dochter na te denken? Nee hoor. Ik kom er namelijk achter dat het allemaal heel snel gaat. Leerde ik met het woordje boom mijn eerste letter lezen in klas 1 (groep 3), zij leest en schrijft, zittend in groep 2 inmiddels al vele woordjes. Had ik vroeger als kind niet zoveel weerwoord, zij kletst mij nu onder de tafel als ik even niet oplet en bij de turnles krijgt ze al meer voor elkaar dan dat mij ooit gelukt is.
Nee, die meid weet de vaart er wel in te houden. Er zijn zelfs al twee wiebeltanden.

Zaterdag, als heel de straat nog slaapt, rijden wij stilletjes het dorp uit. De Urkerweg enkel verlicht door de sterren. Alsof we op vakantie gaan. Zo’n lekker spannend gevoel. Lang voor de vroege wekker, wakker worden.
Dit was het gevoel toen we een paar maanden geleden voor het eerst de zwemles van 8 tot 9 uur volgden. Inmiddels is dit spannende gevoel wel weg. Misschien bij moeders nog iets van spanning, maar dan zeker niet als positief uit te leggen. Zes dagen in de week de wekker op 7 uur en dat al maanden lang. Maar ze wordt groot en zal ooit haar zwemdiploma wel halen. Ze zal nog leren veters strikken. En wie weet dit jaar ook nog gitaar of keyboard leren bespelen.

Ik heb een mooie opbergkist laten maken. Hij is beschilderd met details van je geboortekaartje. Ik leg het doosje met felicitatiekaarten van de zwangerschap en geboorte daarin. Ik leg het groene boekje van het consultatiebureau daarbij. De ordner met knutsels gemaakt in 4 jaar kinderopvang. Eerste slofjes en babymutsje. Dagboeken en al een stapel fotoboeken.
En het is zo raar. Ik weet dat je klein bent geweest. Zo klein dat je zelfs in mijn buik paste. Ik weet dat je in de kinderstoel zat en lachend op het potje, maar nu ik de foto’s zie, voel ik het ook zo weer. Mijn armen maken als vanzelf het wiegende gebaar, gevouwen voor mijn borst. Ik houd je vast met heel mijn wezen, heel mijn zijn. Je wordt groot. Jij bent groots. Tranen om zoveel grootsheid. Woorden niet toereikend.

Ik hoor je roepen onderaan de trap. ‘Mama, mag ik een appel?’ Ja hoor, probeer jij je wiebeltand er maar uit te happen. Ik weet dat je verder moet.

Mijn dorp

Mijn dorp

Ik wil de donkerte instappen. De laatste gasten in het café achterlaten. Ik word staande gehouden. ‘Hier, wacht.’ Hij trekt een paar van zijn toen nog rossig gekrulde haren uit zijn hoofd. ‘Leg die straks maar op het kussen van je vriend.’ Het is 20 jaar geleden. Ik ga uit in Tollebeek. Mijn toenmalige vriend was aan het stappen op het oude land en bleef daar de nacht. Een rare Urker stopt mij lachend wat haren in de hand.

Ik vertoef weer in De Goede Aanloop. De Urker, nu inmiddels met grijze haren, zit op het podium op dé stoel. Hij is Tollebeker van het jaar en ik ben trots op hem. Net zoals dat ik trots ben op de dorpsvoorzitter die hem de oorkonde overhandigt en net zoals dat ik trots ben op de eigenaar van het café-restaurant die samen met zijn vrouw bij de deur staat. Ik ben trots op de oudste bewoonster die wordt gehuldigd en trots op de vader van het 4 dagen oude baby’tje die het speciale lepeltje in ontvangst mag nemen. Trots op alle kampioenen van afgelopen jaar. De helft van de zaal staat inmiddels op het podium; autocrosser, voetbalhelden, zwemmers, stepteam, turnsters en meer. Alle namen worden genoemd en er wordt voor iedereen geklapt.
Zelfs het officiële gedeelte van een nieuwjaarsreceptie is in een dorp als Tollebeek een feest.

De Urker-Tollebeker vertelt; hij kwam naast Jan Hermsen senior te wonen en dan gaat het inburgeren snel. Voordat ik, zoals velen, ook voor Hermsen en zijn dorp mocht werken en zodoende het ook míjn dorp mocht noemen, kruiste Martha Jelies 22 jaar geleden mijn pad. Daar stond ik als anoniem blondje, sinds kort bij Tollebekers ook bekend onder de naam Kees, bier te tappen in Martha’s heiligdom; de voetbalkantine. Tel daar 10 jaar reporter voor de dorpswebsite bij en mijn kennismaking met Tollebeek vorderde snel.

Tollebeek gevormd door haar vele diverse activiteiten en evenzovele mooie bewoners. Voorbeelden daarvan te over. Vorige week las ik nog een stukje in mijn dagboek uit 1995. Het ging een tijdje niet zo lekker met mij. In de dorpswinkel legt Teus een arm om mij heen en vraagt hoe het gaat. Ik was nog niet zo’n prater. ‘Komt wel weer goed met je meid’ is zijn reactie op mijn stilte en hij geeft mij een bemoedigend schouderklopje. Bij de kassa aangekomen zegt Bert: ‘Zal ik nu eens niet vragen hoe het met je gaat?’ Beide mannen zijn engelen en met een warm gevoel verlaat ik de winkel.
Vanavond was het ook weer mooi, maar ik zal naar huis. Mijn oppasmeisje, de kleindochter van brugwachter Pit aflossen.

Ik loop het café uit. Wat een kracht schuilt er in het samen doen! Wat een trots kan je dan voelen. Ik ben ook zo oprecht blij als ik de lichtjesboom op de rotonde zie staan als ik het dorp in kom rijden. Het is als de lamp bij de voordeur. Ik kom thuis.