Tag Archives: Leef met de dag

Vandaag

Vandaag

‘Leef met de dag, niemand heeft je een morgen beloofd.’
De openingstekst op de rouwkaart van opa Wietse. De afgelopen week hebben we dit nageleefd. Soms op het randje met mijn geweten; is het verantwoord? Ik had mijn meisje van zeven jaar oud, drie avonden mee naar de feesttent van het Dorpsfeest genomen.

Donderdagavond werd de standaard bedtijd met een uurtje verlaat. De vrijdagmiddagborrel stapte ik met datzelfde voornemen de feesttent binnen, maar wat was ze aan het feesten. Spelend met de kinderen buiten. Dansend op het podium. Zo trots, of was het misschien zelfs wat verliefderig, dat ze de zonnebril van meester Fokke mocht dragen en zijn stoere zwarte jasje. ‘We moeten nu echt gaan’, schoot het steeds door mijn hoofd ‘Morgen gaan we alweer naar de Bonte Avond’. Maar wat als er geen morgen is of minder dramatisch, wat als ze morgen niet in de flow zit. We leven nu. Nu moeten we het pakken! En wat hebben wij dat goed gedaan. Laat in de avond slingerden we op mijn fiets naar huis.

De zaterdagavond haalde ze trouwens gewoon nog een keer alles uit de kast. Rond middernacht fiets ik dan met haar achterop, door het dorp. ‘Als het nu oud en nieuw was, knalde op dit moment het vuurwerk de lucht in’, schets ik haar, om uitleg te geven aan de tijd.
‘Maandagavond zal ik misschien wel weer vuurwerk zien’, denk ik verheugd.

We staan in Tivoli bij een concert van Volbeat. Vieren de verjaardag van mijn Lief. Kussen omdat we een kleine vijf jaar geleden elkaars liefde vonden, bij een concert van deze band.
Herdenken de herinneringen die we hebben aan een jaar geleden. Het is avond. Vijf minuten voor halftien. De bliksem slaat ongenadig hard in en met een oorverdovend gekraak velt deze een boom. Wietse stort neer. Moeders belt. De sprong zo over de salontafel heen. De Dodge die de oprit afscheurt. De week van het ziekenhuis begon.
En wat zet Volbeat preciés op dat moment in; Goodbye Forever. We kijken elkaar aan. Ongeloof. Stilte. Alles en iedereen is weg. We staan alleen in de zaal. De muziek, de tekst knalt onze versteendheid in. ‘Word wakker voordat je vertrekt. Er zullen geen tweede kansen zijn. Leef nu. Voel. Morgen komt misschien niet.’
We strengelen onze pinken ineen. Meer contact is voor nu niet te velen. Wat zijn we klein beseffen we. Wat weten we veel niet.

We verlaten met onze vrienden als laatste de concertzaal. Als laatsten verlaten we de naastgelegen kroeg. We bezoeken de terugweg uitgebreid een pompstation. We zijn in goed gezelschap. Over vier uur gaat mijn wekker, maar dat is morgen. Eerst alles uit déze dag halen.