Tag Archives: Moed

Moed

Moed

‘Keep shining. The world needs your light.’ Ik pak een tijdschrift van de deurmat en een kaartje met deze tekst waaiert eruit. We shinen zo wel weer. Komt goed. We moeten alleen nog even opdrogen en bijkomen.

Intens genoten we net van het Sinterklaasfeest op mijn werk. Staand op de stoel stond je te dansen en zwaaien. Je ontving een pakje met haarspulletjes van de Sint.
Thuis sta je voor de spiegel. Hoe jong je ook bent, als je haar niet goed wil zitten, ben je gewoon gefrustreerd. Dan snauw je tegen de spiegel. Dan gooi je wat je in je handen hebt aan de kant. Dan voel je je rot en kan je wel huilen. Echt huilen lukt nog net niet, zo erg is het dan ook weer niet, maar een nephuiltje kan je er best tegenaan gooien.
Ik zit op bed en vouw de was. Ik krijg alles mee. Ik kan zeggen: ‘hou op met je belachelijke gedoe’, maar ach. Ik zeg ‘Kom maar bij mama’. Je rent de vier passen van de badkamer naar mijn uitgestrekte armen toe. Stort je tegen mij aan en begint ineens écht te huilen. Ik schrik van het in en intrieste geluid en streel je haar. ‘Ik wil naar papa Edwin’, snik je. Drie jaar geleden hadden we voor het laatst contact met hem. Ik til je in mijn armen en laat ons achterover op het bed vallen. In de foetushouding lig je op mij. Je huilt.

Zo even vond ik een mooie tekening met daarop de tekst ‘Van Eva Luna Voor papa’. Hij lag in bed op Paul’s kant. Voor wie zou hij zijn. Soms lijkt er een verband; hoe closer je bent met Paul, hoe pijnlijker de loyaliteit naar je vader.

‘Ik kan nu eindelijk schrijven. Ik ga een brief sturen. Vragen of hij komt.’ ‘Wat zou je samen willen doen?’ ‘Maakt niet uit, als hij er maar even is.’ Ik lig op mijn rug. De tranen vloeien zo mijn oren in. Ik wil geen geluid maken. Dit is jouw moment. Je lijfje trilt tegen dat van mij aan. ‘Ik weet dat ik soms niet leuk doe.’ Dat je twijfelt aan jezelf doet míjn lijf trillen. Woede; inherent aan mens zijn, is soms niet leuk zijn. Verdriet; omdat je denkt aan schuld. Ik praat nooit negatief over je vader. Heel voorzichtig zeg ik nu echter dat hij een beetje dom is. Iedereen zou toch zo’n mooi en aardig meisje willen kennen?
‘Ik wil mijn foto terug.’ Ik weet precies welke je bedoelt. In het voorjaar had je de foto van jou en je vader, inclusief een deel van het fotolijstje in de tuin begraven. ‘Als hij toch niets doet, kan ik hem net zo goed begraven. En het doet mij zeer om hem iedere keer op de foto te zien.’ Ik heb de foto, nadat ik dit drie dagen na het gebeuren meekreeg, ik vond het glasplaatje in de tuin, laten liggen.

‘Kom, we gaan naar zolder. Mama heeft daar nog foto’s van jou samen met papa Edwin.’ Ik zit in kleermakerszit op de grond. Jij kruipt als een gewond dier huilend in het holletje dat ontstaat en laat een paar foto’s door je handen glijden. ‘Mogen ze naast mijn bed liggen?’ ‘Ja hoor.’
We lopen naar beneden. Je ziet speelgoed op de trap. ‘Zullen we samen spelen mama?’ ‘Is goed schat. Zet het beneden maar alvast klaar. Ik kom zo.’

Ik leg de foto’s op je nachtkastje. Kniel op de grond en leg mijn hoofd op jouw bed. Mijn mond druk ik in het dekbed. Ik wil niet dat je mij beneden hoort. Ik wil niet dat je mijn verdriet ziet, al weet ik dat jij alles kan zien, ook zonder je ogen te gebruiken.
Lieverd, ik zag net ook al die vaders op het Sinterklaasfeest. Overal zijn vaders die voor hun kinderen zorgen. Ik wil alles wel 2x voor je doen. Je dubbel knuffelen. Dubbel zoveel spelletjes met je doen. Dubbel zo vaak boos worden lukt ook.

Ik kom beneden. Pak een tijdschrift van de deurmat. Er waaiert een kaartje uit. Ik loop de kamer in en zie dat jij klaar bent voor de volgende ronde. Ik voel mij ook weer oké.
Keep shining. The world needs your light!