Tag Archives: Poetsen

Gesmeerd

Gesmeerd

Ook zonder contactlenzen zie ik dat er groene bonen uit het putje van de wasbak in de badkamer steken. Het water loopt niet weg na het handen wassen, maar het boeit me nu niet. Op mijn tenen sluip ik terug naar de slaapkamer. Wie weet kan ik nog heel even slapen. Ik prijs mezelf gelukkig en natuurlijk ook vooral mijn meisje, dat ze zo goed als nooit ziek is. En is het zoals afgelopen nacht mis, dan nog stelt het niet veel voor. Ze spuugt het bed eronder. Roept me. Ik verfris haar gezicht en handen, trek haar een schone pyjama aan en verschoon het bed. De tweede keer net zo en de derde keer idem dito. Geen verspilling van traanvocht of oeverloos gejammer. Enkel de tekst ‘Mama mijn buik doet zeer’. Ze laat zich tussen de schone lakens leggen en na een kus op haar haren doet ze haar ogen weer dicht.

Ik sta in de badkamer de brokken in de wc te schudden en spoel de lakens en pyjama schoon in bad. Na de tweede keer lag het bad reeds vol beddengoed, wekend in een sopje. Dus de derde keer, vermoedelijk mede door het tijdstip, het was inmiddels 4 uur, had ik de puf er niet meer zo voor om alle was er even uit te halen. Heb gedacht ‘O deze keer is het niet zo veel meer’ en heb in de wasbak de boel staan uitspoelen. Verkeerde keus, maar ik had al mijn aandacht nodig om me te coachen ‘Snuif niet de geur op, adem rustig in en uit en blijf rechtop staan’. Het voelde zo weeïg in mij. Ooit liep ik achter een jongetje dat moest braken en ik stond er vervolgens zo naast te spugen. Toen heb ik niets op hoeven te ruimen, maar die kans acht ik nu niet aanwezig.
Mocht ik er aanspraak op willen maken dan zou ik het lokdoosje voor de mieren uit de keuken hiernaartoe moeten halen misschien. Al dagen spoken ze daar rond en vanavond maar eens een doosje neergelegd. Prompt zie je ze niet meer. Echter, vlak voor het naar bed gaan zag ik mij toch ineens colonnes voorbijtrekken. Vanaf de voordeur zo door de hal, langs de muur van de kamer zo naar mijn keukenblok en zo’n zelfde spoor liep er ook terug zonder dat er ook maar één mier een gat ten opzichte van zijn voorganger liet vallen. De neiging bekruipt me om ze allemaal dood te drukken. Maar ik had er toen al één ronde braaksel opruimen op zitten, was moe en zette al mijn hoop in op dat de beschrijving, staand op het doosje, uit zou komen.

’s Morgens tref ik geen enkele mier meer aan. Ik ontdoe de zwanenhals van zijn verstopping, draai een was en lap de ramen. Nu maar hopen dat ik binnen het uur bezoek krijg. Dan zien mensen tenminste dat ik ook heus wel eens schone ramen heb. Zo gauw de buurpoezen namelijk door de tuin lopen is het gebeurd met de vlekvrijheid. Eva Luna staat haar handen plat te slaan op het raam en juicht blij ‘Mama, kijk een poes’. ‘Ja fijn schat …’
Drinken gaat tegenwoordig weer in, zoals ze het zelf al zegt, babybeker. Ze kwam hem per toeval tegen op zolder en nadat ik de afgelopen weken om de dag een beker roosvicee van de vloer heb opgedweild, vind ik de tuitbeker met deksel ook wel weer even gemakkelijk.

Maar wat hang ik nou een poetsverhaal op. Duidelijk tijd om er even tussen uit te gaan. Daad bij het woord voegend, ik zit nu in een vakantiehuisje midden in de bossen. Hoor nu heel relaxed het getjilp van vogels en het bonzen van een enkele dennenappel die op ons huisje valt. We eten buiten of in het restaurant dus wat nou opruimen. Alle dieren zijn nu onze vrienden, met name Koos Konijn en pas aan het eind van de week zullen we het mee naar binnen gelopen zandbakzand eens van de vloer vegen. Eerst vakantie vieren!