Tag Archives: Regenboog

Bescherming

Bescherming

‘Mijn geluksgetal is 31 mama, mijn geboortedag, maar ook 13 en weet je waarom? Niemand gebruikt het geluk dat bij 13 hoort.’

Tijdens het Kerstfeest op school wordt gevraagd wat een ieder voor gedachten heeft bij vrede. Thuis praten we erover na en zeg je: ‘Bij vrede denk ik aan de regenboog. De regenboog zie je alleen bij zon én regen en het woord vrede bestaat alleen doordat er ook ruzie is.’ Vervolgens noem je de namen van jouw naasten en geeft iedereen een kleur. ‘En dan wil ik oranje zijn en jij bent rood.’ ‘Waarom?’ vraag ik. Je pakt mij vast en zegt: ‘Dan ben je altijd naast mij.’

We hebben samen de knusse Kaarsjesavond in de Orchideeën hoeve bezocht. Nu alleen nog even naar de wc en dan door het donker naar huis. We staan een poos in de rij te wachten, maar eindelijk is er een hokje vrij. Jij gaat snel zitten. ‘Die oma voor ons heeft lang op de wc gezeten.’ ’Ja? Is de bril warm?’ ‘Ach als je over de rand pist is het ook lekker warm’.

Ik hou van je, mijn wijze grappige meisje. Wat word je toch groot.
Vannacht lagen we naast elkaar. Ik heb niet veel geslapen.
Je zou het niet verdragen hebben als je wist hoeveel ik naar je keek. Het is maar goed dat jij sliep. Je had anders gekke bekken getrokken, dat weet ik zeker. Nu kon ik rustig je mond met volle lippen, je lange wimpers, je blonde lokken en blozende wangen bewonderen.
Jouw zachte kreungeluidjes vanuit je dromen, de warmte die je lijf uitstraalt. Wat een hoog knuffelgehalte heb je op mij. Ik houd me in, want ik wil je niet wakker maken.  
Maar hé, ik heb altijd koude voeten. Zal ik … nee, dat kan ik niet maken. Ach, ik kan het misschien wel even proberen, je slaapt altijd zo vast. Mijn voeten leg ik tegen je benen. Je gaat wat verliggen, gelukkig zonder dat mijn voeten wegglijden en legt een hand op mijn borst.
Ik kijk deze nacht telkens of je nog onder het dekbed ligt en tegelijk denk ik, is het niet te warm voor je. Ik leg mijn arm om je heen. Als baby lag je ook zo graag met je hoofd  in de holte van mijn oksel. Ik krijg wat kramp, maar vind het zo knus. Een uur later word ik wakker. Mijn arm ligt wel heel onprettig hoog. Voorzichtig wil ik je hoofd iets verleggen. Wat blijkt, ik heb stomweg een knuffel liggen beschermen.

Maar meisje, ook al ontvang je steun van je getallen 31 en 13 en heb je tig knuffels om je heen, ook ik blijf je beschermen.
Als jij oranje bent, blijf ik rood.
Erewoord.

Verdraagzaam

Verdraagzaam

Het regent regenbogen. Wat zie ik er veel deze week. Als ik mijn meisje op een regenboog wijs, reageert ze inmiddels zelfs al lauwtjes. Alleen voor een dubbele wil ze nog wel even haar neus tegen het raam duwen.

De dag was bij ons trouwens al gestart met regenbogen. Haren nog verwilderd op het hoofd en brood kauwend staat ze te dansen. K3 gooit er op de televisie het nummer ‘Alle kleuren van de regenboog’ in. De pasjes bij het nummer worden uitgelegd. ‘Stap op zij, rol je schouders, appels plukken.’ Wat is ze toch smeuïg in de heupen en wat zingt ze liefjes mee.

Gisteren op de school van mijn meisje kwam de regenboog ook langs. Er werd stilgestaan bij Allerzielen. De kinderen zongen een lied. Bellen blazen naar omhoog, die alle kleuren hebben net zoals de regenboog. De pastoor kwam aan het woord. Zijn stem klinkt warm. Ik kan me alleen niet vinden in zijn woorden over God. Mijn meisje krijgt deze woorden aangeboden alsof dit de waarheid is. Ik wil me niet irriteren. Ik wil het saamhorigheidsgevoel voor laten gaan. Ik kijk naar buiten. Naar de bomen op het schoolplein. Het blad dat aan het verkleuren is. Ik zie donkere wolken langs de bomenrij. Er zit regen in. Ook zie ik het speciale herfstlicht van de zon. Het is buiten mijn zicht, maar ik weet dat er een eind verderop een regenboog te zien is.

Ik denk aan iets dat ik gisteren hoorde. Een in mijn beleving te ver doorgeslagen strijd over zwarte piet. Ik vind dat zwarte piet wel aangepast mag worden en dat was ook al reeds in gang gezet voordat het hele circus losbarstte; minder kroeshaar, geen typische oorringen en iets minder zwart. Onderhand hebben sommigen dit echter aangegrepen om helemaal los te gaan over racisme.
Ik denk verder.
Ik ben van mening dat vluchtelingen uit oorlogsgebied opvang moeten krijgen. Maar moeilijk hoor. Hoe verenig je verschillende normen en waarden die elk volk meekrijgt bij de geboorte. Kan dat wel? Moet je dat weleens willen? Moet je grenzen misschien toch nadrukkelijker maken? Hulp op een andere manier aanbieden?
Ik volg de herfstbladeren in de wind en daar gaan mijn gedachten weer.
Hoe om te gaan met religies. Prima als je dat vredelievend bij jezelf houd, maar hoe agressief denken sommigen te mogen handelen in de naam van hun geloof.
Wat biedt de wereld mijn kleine meid wel niet allemaal aan, aan zin en onzin. Zal ze goed leren filteren? Zal ze leren dat ook veel dingen naast elkaar mogen bestaan. Dat alles zijn eigen kleur heeft. Dat niet alles jouw lievelingskleur is, maar dat alle kleuren samen wel een mooie regenboog kunnen vormen. Dat het wel dé wereld is die bestaat uit zoveel kleuren.

Ik hoor kinderstemmen. De pastoor geeft het woord aan de kinderen. Ze mogen iets vertellen over het kunstwerk dat ze gemaakt hebben. Een jongetje uit een van de jongste groepen heeft van klei een hand gemaakt. ‘Waarom?’ vraagt de juf. ‘Daarmee kan ik mijn overleden oma altijd een hand geven.’

De regenboog. Een hand geven over elke grens heen?