Tag Archives: Spreken

Grote Beer

Grote Beer

Nog net op tijd bijt ik mijn tong af. Ik zou Eva Luna wijzen op een zwarte plek op het plafond. Het is zaterdagmorgen en we liggen heerlijk in mijn bed met boek en tv. Als ik zonder contactlenzen al duidelijk kan zien dat er wat boven ons zit, is het een knoeperd. Wil ik nog even zo blijven liggen, moet ik niets zeggen.

Even later zeg ik wel iets, dat van alles oplevert. Het creatieve idee is bedacht om Barbie-haren te kleuren. Ik weet dat er op zolder een doos staat waar er denk ik wel eentje in ligt. Het is de doos met spullen voor een eventuele rommelmarkt. Nu is het echter de schatkist geworden. Onder luid roepend: ‘Nee, dit mag niet weg’ en irritante speelgoedgeluidjes, die nu plots door nostalgie, vertederend klinken, verdwijnt het zicht op de vloerbedekking. Alsof er een bom ontploft is.

Wanneer is het wijs om te spreken. De kans dat de spin zich had laten zakken was nihil. Is de rommel op zolder erg? Nee, het woog niet op tegen het plezier.
Spontaan en open. Angst en grenzen. Help je jezelf of een ander ermee. Is het kwetsend. Is het nodig. Luister naar je hart en je weet het. Of is soms het verstand toch beter?
Wil ik niet dat straks mijn keuken paars is, kan ik mij nu beter even concentreren op de pop die nu met haar haren in een verfbadje ligt.

De zaterdagavond is een cadeau. Na het avondeten doen we een rondje om het blok. Mijn meisje op haar hoverboard en de poes loopt gezellig mee. We komen langs het huis van haar vriendin en ze belt aan. ‘Zullen we samen spelen en dan kan mijn moeder met jouw moeder spelen.’
Ach, we kunnen wel even een drankje doen.
Het is een zachte avond en we zitten in de tuin. De houtjes worden gestapeld, een vuurtje brandt. Kindergelach vanaf de trampoline. Een bezorgde moederstem. Een kinderlijke kreet vervult van spanning en plezier. Het begint te schemeren en de vleermuizen vliegen door de tuin. Meiden spelend op een kleed op de stoep. De gloed van vlammen op hun wangen. De lucht die zwart kleurt. Steeds meer sterren geven zich prijs. Wijzend met onze vingers in de lucht volgen we het steelpannetje. We praten over alledag. Drankjes worden bijgeschonken. Kinderen weten wanneer ze moeten stoppen met te nadrukkelijk aanwezig zijn.
Het is goed. Het hart verwarmt door samenzijn. Verstand dat rusten mag.

We lopen naar huis. De grote beer beschermend boven ons. Als je contact maakt met jezelf, weet je denk ik het beste wat wijsheid is.