Tag Archives: Vakantie

Vakantie

Vakantie

Klabats! Spleshh! Spetters vliegen meters hoog de lucht in. De zon schildert regenbogen in de druppels. Golven overspoelen de wal, terwijl de fuut krijsend haar pullen voor haar uit door het water jaagt. Mijn dochter gilt zonder stem. Tractors houden stil op de Tollebekerbrug. De wind houdt haar adem in.
Met al de kracht die er in mijn armen ligt opgeslagen,  sla ik twee grote zwemslagen. Mijn vingers zo lang mogelijk voor mij uit strekkend.

Ik zag het gebeuren, zittend vanaf mijn picknickkleed in het hoge gras. Ik hing achterover en steunde op mijn armen.  Met mijn ogen tot spleetjes geknepen tegen het felle licht, keek ik naar Eva Luna. Ik zag haar glimlach op haar gezicht bevriezen toen ze door had wat er gebeurde. Verrassend lenig sprong ik overeind. In één vloeiende beweging schoof ik mijn rode jurk over mijn heupen en borsten naar omhoog zonder ook maar mijn blik van het water los te laten. Ik mis nog net de rode drijver van Baywatch, maar met de gretigheid van Pamela Anderson spring ik in het water.

Ik moet nog één extra slag maken en dan heb ik het touw. Het water heeft het zich bijna toegeëigend. Het geel witte koord ligt al compleet in haar schoot.  Nog even en het wordt opgeslokt in de donkerte en meegenomen naar de koude onderstroom die ik bij mijn voeten voel. Nog één keer haal ik uit. En net voordat ik met mijn gezicht door de waterplanten naar beneden moet, voel ik het tegen mijn vingers. Yes! Ik heb het in mijn hand!
Ik haal het touw naar mij toe, trek het meter voor meter binnen en voel hoe het touw strak komt te staan. Het gewicht dat misschien al tegen de bodem aantikte haal ik omhoog.

Even kijk ik naar de wal. Eva Luna haar ogen zijn zo groot dat ik het complete tafereel erin weerspiegelt zie. Haar moeder van 46 jaar, spartelend in de Urkervaart. Haar moeder die alleen maar haar bikini had aangedaan om de smeekbedes van dochterlief te stillen. Moeder en dochter die beiden wisten dat met de voetjes bungelend in het water voor vanavond wel de max zou zijn.
Haar ogen groot van angst om mijn reactie.

Ik glimlach. Ze durft nog niet haar schouders te laten zakken, maar heel voorzichtig gaan haar mondhoeken omhoog. Ik grinnik. Zij laat haar ogen mee stralen. Ik lach voluit en roep: ‘Kom! Spring er ook in, het is lekker water.’ Na een aanloop en een bommetje ligt ze naast mij. We halen samen het touw, waarvan de lus om haar pols over haar hand was geschoten en mee door de lucht vloog richting de bodem van de Urkervaart, naar ons toe.
Aan de grote magneet die onderaan het touw bungelt zit een verroeste tentstok.
Hoe duidelijk wil je het hebben. Een uur geleden liep ik het kantoorpand uit en vanaf nu zijn wij klaar voor onze vakantie!

Vastgelegd

Vastgelegd

Met z’n tweeën op weg voor ons eerste vakantiedagje Zeelandstrand. Onze drie mannen liggen in het zwembad. Halverwege de wandeling mis ik ineens mijn camera. Ik baal. ‘Maar mama dan vertel je toch gewoon hoe de foto eruit zou zien, dan zie je het toch ook weer?’

Mijn meisje. Nog liggend in de foetus houding van de nacht, ogen meer dicht dan open, maar met een stemmetje wel zo vol leven. ‘Nog 1 nachtje mama en dan gaan we op vakantie!’ Na het ontbijt gevolgd door de opmerking: ‘Zullen we naar bed toe mama?’

Je vermaakt je goed op de camping. Koos Konijn krijgt innige knuffels. Met je vriendinnetjes op ons campingveld  heb je een hut in het struikgewas. Heb je thuis in bad nog problemen met het haren wassen, hier in het overdekte zwemparadijs is daar niets van weer te vinden. Je springt  vanaf de kant zo het diepe in. Je maakt zelfs bommetjes, inclusief het vasthouden van opgetrokken knie. Handig die nieuwe knappe broers. Ook zeker om mee te schermen als je in het klimpark wordt belaagd door andere kinderen: ‘Nouhou ik wil daar langs en anders haal ik Roy en Sem op!’ Je rent naar de tafel waar we zitten om te vertellen wat er gebeurt. De broers zitten op scherp, wachtend op jouw teken om in te mogen springen.

Tussen alle liefheid door ben je ook rustig een draak dat zeurt om muntjes voor al de automaten  in de kantine. Vertoon je donderwolken op jouw gezicht als je die dag geen tweede cola mag. Stampvoet je de caravanvloer er bijna uit als kleren niet lekker zitten en als klap op de vuurpijl krijg ik te horen dat ik een rotmama ben als ik iets over bovenstaande durf te zeggen.

Mijn meisje dat precies vijf jaar geleden op precies hetzelfde plekje strand tegen mij aan lag. Opperst tevreden na het drinken aan mijn borst. In slaap gesust door het ruizen van de zee. De eerste vakantie van ons twee. Je was nog geen half jaar oud en we zaten in een huisje op hetzelfde park als waar nu de caravan van ons vernieuwde gezin staat.
Nu lig je met je lange mooie bruine benen vol schaafplekken van het buitenspelen naast mij op een badhanddoek. Ik zie de witte donshaartjes op je armen en rug. Je blauwe ogen spatten tevoorschijn uit een gaaf lief bruin gezichtje omlijst met witte haren. Op het strand zocht je zojuist na het zien van de grote hoeveelheid, alleen nog maar speciale schelpen. We sprongen hand in hand over de golven. ‘En nee mama, het water is helemaal niet vies. Het smaakt precies zoals dat potje met witte spul dat over een ei gaat. Ik lik thuis soms over het potje’, biechtte je plots op.
Ik kan je zachte huid voelen zelfs zonder mijn handen. Ik ken je geur. Ik kan je zien ook al loop je achter mij. Ik proef je enthousiasme voor leven. Het is zo overweldigend.

Mijn eerste vakantieweek ooit denk ik, dat ik zonder fototoestel loop. Ik heb hele mooie fotoboeken die ik met plezier doorblader. Maar zoals jij al op de eerste dag vertelde, deze beelden, dit gevoel ligt ook op deze manier wel vast.

Vrij

Vrij

Ahh, dat voelt niet fijn. En toch druk ik door. Mijn borsten plat. De knoopjes van mijn jas schuren over het modderige grindpad. ‘Yes!’ Ik schuif weer een stukje naar voren. En gelijk daarna ‘O fuck, mijn billen’.

We hebben in de beachclub gezeten. In het donker hobbelen we naar buiten en lopen over het dijkje terug. Het eerste hek van de camping zit dicht. Wat doen we. Helemaal omlopen zodat we bij de hoofdingang van de camping naar binnen kunnen of gokken. Verderop is nog een hek. We zijn avonturiers, of hebben geen zin in extra meters, in ieder geval, we gokken. We struinen als een lang gerekt lint door het hoge natte gras. Even later hoor ik de voorhoede rammelen aan het hek. Duidelijk voorzien van ketting. Balen? Nee we lachen nog.

Vriendlief met zijn lange benen redt zich wel. Eén van de pubermeiden klimt ook over het punthek. Haar slipper wordt gespiesd. Pubermeid nummer 2 gaat met enig gesteun en gekreun voor de sluiproute onder het hek. Mijn kleine meisje gaat van hand tot hand erover, maar dan moet ik nog.
En daar lig ik plat op mijn buik. Vast onder het hek. Achteruit is geen optie wil ik nog borst aan mijn lijf overhouden. Vooruit lukt niet. Mijn bilpartij, door dochterlief rond genoemd, door vriend lekker rond, blijkt nu té lekker rond. Met een angstkriebel in mijn buik schiet ik in de lach.

Vast en toch zo vrij. Ik voel me zo fijn hier op de camping.
Vrijdagmiddag gekomen voor een weekendje. We hebben niet veel nodig. Ik klap de stoelen uit voor de caravan en samen met mijn meisje eet ik kersen. We spelen met de bal. Leggen een kleed op het gras en lossen liggend naast elkaar een puzzel op uit het Grote-vakantie-spelletjes-doe-boek. ’s Nachts slapen we met z’n drieën knus in de caravan en ‘s morgens loop ik met een toiletrol onder mijn arm over de camping naar het washok.
We bakken taartjes op het strand. Begraven een vis. Verwelkomen logeetjes en zitten tijdens wat minder weer aan de stamtafel van een leuke kroeg in het dorp.

De werkzaamheden van afgelopen week en volgende week, het zal me wat. Ik wil hier nog best een tijdje vertoeven. Oké, hier onder het hek is misschien net wat minder. Even later geef ik mijn vriend dan ook een dikke smakkerd. Hulde aan zijn krachten die daarmee kostbare millimeters wist te winnen door het hek wat op te tillen.
Maar ach, misschien onthouden voor deze week; het leven is als op vakantie gaan … beseffen dat je niet aan grote eisen hoeft te voldoen om te kunnen genieten.

 

179

179

Geboekt! We hebben de zomervakantie geboekt! Plekje 179. Onze voeten maar een paar passen verwijdert  van een warm zandstrand en koel riviertje. Uitzicht daarachter, een paar imposante rotspartijen van de Ardèche.
Ik voel de zon op mijn huid. Ruik de geur van buitenlucht  in haar haren als ik daar doorheen woel. Hoor het gegil van een watergevecht en zie zijn gebruinde ontspannen kop al voor me.
Drie maanden voorpret voor de boeg.

Als voorproefje op het buiten eten, zitten we al een paar avonden op ons picknickkleed. We zitten voor de garage. Beschut en in het laatste beetje zon. We zwaaien naar mensen die thuis komen van het werk. Maar meer nog zien we elkaar. We vertellen over hoe onze dag was, lachen om onze eigen grapjes en zingen stukjes van nieuw aangeleerde liedjes. Als ik intens gelukkig tussen dit alles door fluister dat ik van haar hou, niet in haar ogen maar meer nog tegen de blauwe druifjes achter haar en in de warmte van de lucht, zegt zij à la Hazeltje: ‘ik hou het meeste van jou’.

We knippen het haar van meneertje Tuinkers tot stekeltjes. Ze nam het mooi geknutselde potje met tuinkers mee van school.  O, dat is lekker fris knapperig op een boterham met een plakje kaas. De bloemkool en aardappels die ik toch nog moest schoonmaken laten we voor wat het is. We lopen een rondje door de dorpswinkel en kiezen lekkere picknickhapjes uit. Daar zijn we goed in.

We zijn goed in knus bezig zijn. In kroelen en smullen. We kunnen genieten van elkaar, van de zon en van een lieveheersbeestje. We plukken bloemen voor in een vaasje. We lachen om een scheetje. Miauwen als een poesje en drinken melk uit een pakje.

De knuffelgiraffe is gebombardeerd tot baby en mag nog een hapje mee eten. Als ook die zijn buik vol heeft schudden we het kleed met de kruimels daarop uit. Het is al laat en de pyjama moet aan. Morgenvroeg is daar weer de school.

Maar nog drie maanden en dan blijven we na het eten buiten zitten. Spelen we met z’n vijven een kaartspel of zoeken we de pooltafel op die op de campingfoto’s al te zien was. Spoelen we onder ielig stromende campingdouches het zand van ons lijf. Maken de caravan tot ons tweede huis en leven ons leven op plekje 179.