Tag Archives: Vuurwerk

Mooi setje

Mooi setje

‘Ik vind ons wel een mooi setje.’ 
‘Ja, ik het T-shirt en jij de stoere spijkerbroek.’ 
Ik bedoelde een iets ander setje, maar kruip nog even iets dichter tegen Eva Luna aan en sla mijn arm om haar heen. Zij pakt deze vast en trekt hem strakker om haar heen. We genieten allebei. Ze mag vannacht bij mij in bed logeren. Het laatste nachtje van dit jaar.

Aankomende nacht zal ze pas ver in 2021 in bed stappen. Het is een nachtbraker. Eentje die intens kan genieten van een lekker sfeertje om haar heen. Oudjaarsmiddag carbid schieten op het erf bij vrienden. Wie weet daar nog een laat geboren kitten knuffelen. ‘Avonds thuis spetterkaarsjes aan en rond de klok van middernacht toch echt wel rotjes afsteken.

Als kind stond ik stoer, trots en lachend en heel soms een beetje angstig op de zandbakrand voor ons huis met buurtkinderen astronautjes te knallen. Later gooide ik strijkers van me af terwijl ik na middernacht van vriendenhuis naar vriendenhuis trok. Het plezierige sfeertje, het speciale moment; we gaan samen een nieuw jaar in, deed mij zo goed. Wanneer het licht werd kwam ik thuis. Ik kon dan gelijk bij mijn ouders in de auto stappen om de Nieuwjaarswensen over te brengen aan opa en oma. Daar aangekomen hapten we met heel de familie in rolletjes en was er voor de jongsten mierzoete rode kinderlikeur.

Ik weet het. De rotjes mogen dit jaar niet, maar ik wil niet luisteren. Ik kan het niet. Ik weet heus, iedereen maakt offers en levert in en wat stelt een rotje nu voor, maar ik wíl er een paar afknallen. Het is als een soort innerlijk setje met mijzelf. De vrijheid die ik die nachten voelde als puber. Een soort onoverwinnelijkheid. Alsof ik het nog nodig heb. Dat ruiken van het kruid. Het horen van de knal. Die korte lichtflits. Het raakt iets in mij aan dat ik levend wil houden.

Ik weet het, we willen de wereld levend houden. Het tijdperk van de mens oneindig maken of geld oneindig maken. Maar is dat echt de synoniem van vrijheid, van liefde, van mooie setjes?

Saamhorigheid

Saamhorigheid

‘Lange dag school, opvang op de Boterbloemboerderij en als ik je daar, na werktijd heb opgehaald, rijden we op weg naar huis langs de viskraam.’
Mijn antwoord op de vraag die elke avond als ze in bed ligt terugkomt: ‘Wat ga ik morgen doen?’

Op dinsdag staat de viskraam in het dorp en sinds een paar maanden zijn we daar steevast iets na half zes te vinden. Mijn meisje verheugt zich altijd op dat moment. De dinsdag is qua invulling waardeloos in haar ogen, maar het vooruitzicht op die overheerlijke kibbeling, maakt dat ze de dag doorkomt. Dat en ook een stukje nieuwe traditie. Ze vindt het mooi om gebruiken te hebben.
Kerst vier ik al meer dan tien jaar inclusief een logeerpartij van mijn broertje en gezin en met Oud en Nieuw moeten er spetterkaarsjes afgestoken worden. Tradities die ik graag met haar deel.
Als kind stond ik stoer, trots en lachend en heel soms een beetje angstig op de zandbakrand voor ons huis met buurtkinderen astronautjes te knallen. Later gooide ik strijkers van me af terwijl ik na middernacht van vriendenhuis naar vriendenhuis trok. Het plezierige sfeertje, het speciale moment; we gaan samen een nieuw jaar in, deed mij zo goed. Wanneer het licht werd kwam ik thuis. Ik kon dan gelijk bij mijn ouders in de auto stappen om de Nieuwjaarswensen over te brengen aan opa en oma. Daar aangekomen hapten we met heel de familie in rolletjes en was er voor de jongsten mierzoete rode kinderlikeur.

Nu zoek ik Oudejaarsdag samen met mijn meisje de carbidknallen op. We staan op een boerenerf gevuld met mensen rond een groot vat vol vuur en zij mag haar eerste echte rotjes knallen.
Ze was precies 9 maanden oud toen ze met vuurwerk begon. Met ons tweetjes zaten we knus het jaar uit en na middernacht stonden we buiten bij de voordeur. We hielden elkaar en de spetterkaarsjes stevig vast. We lachten om de spetters die de boze geesten voor ons gingen verjagen en verwelkomden het licht om ons het nieuwe pad, dat voor ons lag, te laten ontdekken.

Het hebben van enige structuur is fijn. Een soort van ankerpunten door het jaar heen. De andere kant; het niet weten hoe je dag er morgen uit ziet, leven in een andere cultuur en je begeven tussen wildvreemden, het avontuur leven; dat wat ik tijdens mijn backpackreizen mocht beleven, is het lekkerste wat mij is overkomen.
Maar toch, geef mij beide maar. Ik had die reizen niet met iemand samen willen ondernemen, maar ik vond het wel fijn om mijn verhalen via een blog te delen. Het verbinden geeft meerwaarde. Zo is het ook met gebruiken, met het uitvoeren van tradities, ze maken dat je ergens bij hoort. Samenhorigheidsgevoel. Dat vuur, die warmte, dat is mooi om door te geven.

Dat mijn meisje niet in klederdracht de klompendans hoeft op te voeren zoals ik dat tijdens mijn afscheidsmusical op de lagere school deed, prima. Zij hult zich nu met haar schoolvriendinnen in oranje kleren tijdens de Koningsdagspelen en staat dansend te genieten op het speciale lied van Kinderen voor Kinderen. Een traditie mag best in ontwikkeling blijven.
Als het vuur in tradities maar uit de goede benodigdheden, de vuurdriehoek; voeding, zuurstof en warmte blijft bestaan. Als er één van die drie mist of niet zuiver is, gaat het vuur niet aan of met ons aan de haal.

Wat brengen we samen in. Wat is onze voeding aan normen en waarden. Stroomt er fris zuurstof in ons bloed of zijn we vergiftigd en hoe zit het met onze warmte, onze hartelijkheid.
Je kan conclusies trekken aan de hand van het as en het vuur verbieden, maar als de mens blijft met haar inbreng. Moet je dan niet gewoon beter naar de mens kijken?