Tag Archives: Winterklaar

Winterklaar

Winterklaar

De tuin winterklaar maken. Dat klinkt erg vroeg, maar de tuin mag wel wat opgeruimd worden. De ramblers, de lange Engelse klimrozen zijn weer mooi gegroeid en ik zal ze begeleiden over de pergola.
Zo ook de bramenstruik. Daar loopt de aangegroeide lengte op tot in de meters. Heerlijk waren de bramen van deze struik. Nog niet zoveel dat ik er potten jam van kon maken, maar af en toe een paar in mijn mond stoppen was al fijn. Ook leuk dat Eva Luna de bramen heeft ontdekt en ook de aardbeienplanten, die steeds weer nieuwe vrucht dragen. Het is alleen nog wat moeilijk uitleggen dat je bij de één de vruchten niet moet eten als ze rood zijn en bij de andere wel. Zijn ze echter zwart bij de één, is dat bij de ander weer niet goed. Dan zit er toch echt teveel zand aan de aardbei.
Een rijk gevoel zo te eten uit mijn kleine tuin.
We hebben twee keer een pannetje rabarber kunnen eten en in tegenstelling tot vorig jaar helaas maar een handvol pruimen. Vorig jaar bogen bij wijze van spreken de takken door, zoveel pruimen. Toen heb ik er een dikke sap van gekookt. Heerlijk voor door de yoghurt.

Ik vind het mooi. Bezig zijn in mijn tuin. Genieten van wat er groeit en bloeit. Nu bloeien er nog enkele herfstanemonen, roze scharnierstengels, de laatste donkerrode aren van de duizendknoop en komen er halmen in de lampenpoetsers.

De grasmat waar we intensief op spelen heeft een laatste mestronde gekregen en het maaien zit voor dit jaar in de aftelfase. Ik zal nog even geduld moeten oefenen, voordat ik volgend voorjaar weer de eerste madeliefjes, geplukt door Eva Luna in mijn handen gedrukt krijg. Leuk om de paaseieren mee te versieren. Samen met maagdenpalmbloempjes en rood uienblad. Lapje erom binden met een touwtje en in een steelpannetje met kokend water en koffieprut laten sudderen.
De glijbaan heeft sinds de verjaardag van Eva Luna eind maart zijn plaats in de tuin opgeëist. Ook het badje heeft menig keer op het gras gestaan en op het picknickkleed aten we boterhammen, maakten we puzzels en lagen we lekker tegen elkaar aan. Zij drinkend bij mij en ik dronken van genot.

Ik houd van tuinieren met mijn blote handen. De grond onder mijn nagels en het zwart vast in de plooitjes op mijn knokkels. De spinnen, torretjes en wormen laat ik over mijn handen gaan. Dit is hun terrein. Ik ben de gast en zal me gedragen. Binnen in huis is het andersom, al ben ik daar ook niet echt vijandig. De slakken komen er al met al het slechtste af. Die krijgen een enkele vliegreis vanaf mijn hosta naar de tuin van de buurman.
Maar het wroeten in de aarde, het opruimen van uitgebloeid blad en onkruid. De klaver verwijderen uit het gras en dat alles met mijn handen en meestal lopend op blote voeten. Het is lichamelijk en geestelijk aarden. Mijn hoofd dat van binnen een springkussen leek met een tiental wilde enthousiaste kinderen daarop. Ze liggen allemaal rustig. Bekijken misschien een langs vliegende vlinder, maar dat is het dan ook wel.
Na een poos tuinieren, ben ook ik weer klaar.