Of zoiets

Of zoiets

Ik wil een warme plek. Een plek waar iemand zijn armen om mij heen vouwt. Mij koestert en een tijdje niets van mij verwacht. Een schuilplaats en tegelijk gezien worden door iemand.

Ik hoor een duif donker roekoeën door het openstaande badkamerraam. In de verte klinkt gedempt een kerkklok. Boven mij op zolder hoor ik het monotoon zoemende geluid van de wasmachine. Nergens een menselijk of echt scherp gedetailleerd geluid. Als ik mijn hoofd nu in bad even onder water laat glijden, zal het geluid helemaal fijn zijn. Ben ik ver weg. Weg van alles wat in de buurt komt van de wereld.

Ik wil terug. Ik wil niet meer tussen de mensen. Ik wil wel weer naar de baarmoeder. Ook zou ik daarna best weer graag geboren willen worden. Ik geniet van het leven. Intens zelfs. Depressiviteit is het tegenovergestelde van mij. Maar ik zou zo graag eens rust willen. Een paar maanden. Een paar weken is ook goed. Geen grote dingen op mijn pad. Geen spanning. Geen confrontatie met de pijn uit mijn jeugd. Geen gedoe met de vader van mijn kind. Geen geploeter met mijn gezondheid. Geen gestuntel met mijn nieuwe relatie waarin het logisch is dat je nog moet zoeken, hoe je twee gezinnen met ieder eigen gebruiken, laat wennen aan elkaar.
Hoogstens wil ik lichtelijke spanning, omdat ik oppas moet zoeken in verband met leuke avondjes uit.

Vraag je mij ‘Hoe gaat het met je?’ antwoord ik met ‘Goed!’  En dat is het ook. Ik ben overgelukkig met mijn meisje, straal van verliefdheid als ik denk aan mijn Lief, heb een lieve broer en lieve vrienden. Heb een fijn huis en werk dat ik leuk vind. Leef met spreuken als  ‘Wat niet kan, is nog nooit gebeurd’ en ‘Niet het nimmer vallen is groots, maar het weer opstaan’. Een levenshouding waarin geven en liefhebben belangrijk zijn. In bezit van vechtersmentaliteit, passie, durf, humor en intellect; een mooie combi die er vaak voor zorgt, dat ik kom waar ik wil wezen.
‘Ja, het mag wel zo’, kan ik dan net zo makkelijk schrijven.

Soms lijkt alles zo haaks op elkaar te staan. De plussen en de minnen. Zou ik zo graag eens alles in eigen hand willen hebben. Alles ordenen. De plussen aan de ene kant van de tafel en de minnen aan de andere kant, liefst eigenlijk al richting prullenbak. Echter, dan maken ze geen contact en gaat er niets stromen. Ze hebben elkaar nodig om kracht te genereren. Om het te laten leven.

‘k Zou alleen momenteel wel even aan de oplader willen liggen. Gevoed worden door stroom van buitenaf. Ik voel me klein. Maar tegelijk ook groots. Ik ben compleet.

2 Responses »

  1. Lieve Alinda,

    ik heb dit stukje heel wat keertjes gelezen.
    Wederom prachtig beschreven…. en zo herkenbaar!
    Ik begrijp zo goed wat jij voelt en doormaakt terwijl ik met bepaalde dingen niet eens hoefde te struggle’n….
    Ook al wou je soms dat je de tijd een beetje door kon spoelen; op bepaalde gebieden zeker niet! Want je moet er toch niet aan denken dat je één kostbare dag met EL zou moeten missen! De tijd gaat al zo snel! Maar soms niet snel genoeg, dat begrijp ik!

    Jouw leven kent veel facetten en gelukkig heel veel gelukbrengende! De rest moet je maar ‘even’ op de koop toe nemen :-/
    Count your blessings!
    I know you do!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *