Category Archives: 06. Dagboek 2019

Bescherming

Bescherming

‘Mijn geluksgetal is 31 mama, mijn geboortedag, maar ook 13 en weet je waarom? Niemand gebruikt het geluk dat bij 13 hoort.’

Tijdens het Kerstfeest op school wordt gevraagd wat een ieder voor gedachten heeft bij vrede. Thuis praten we erover na en zeg je: ‘Bij vrede denk ik aan de regenboog. De regenboog zie je alleen bij zon én regen en het woord vrede bestaat alleen doordat er ook ruzie is.’ Vervolgens noem je de namen van jouw naasten en geeft iedereen een kleur. ‘En dan wil ik oranje zijn en jij bent rood.’ ‘Waarom?’ vraag ik. Je pakt mij vast en zegt: ‘Dan ben je altijd naast mij.’

We hebben samen de knusse Kaarsjesavond in de Orchideeën hoeve bezocht. Nu alleen nog even naar de wc en dan door het donker naar huis. We staan een poos in de rij te wachten, maar eindelijk is er een hokje vrij. Jij gaat snel zitten. ‘Die oma voor ons heeft lang op de wc gezeten.’ ’Ja? Is de bril warm?’ ‘Ach als je over de rand pist is het ook lekker warm’.

Ik hou van je, mijn wijze grappige meisje. Wat word je toch groot.
Vannacht lagen we naast elkaar. Ik heb niet veel geslapen.
Je zou het niet verdragen hebben als je wist hoeveel ik naar je keek. Het is maar goed dat jij sliep. Je had anders gekke bekken getrokken, dat weet ik zeker. Nu kon ik rustig je mond met volle lippen, je lange wimpers, je blonde lokken en blozende wangen bewonderen.
Jouw zachte kreungeluidjes vanuit je dromen, de warmte die je lijf uitstraalt. Wat een hoog knuffelgehalte heb je op mij. Ik houd me in, want ik wil je niet wakker maken.  
Maar hé, ik heb altijd koude voeten. Zal ik … nee, dat kan ik niet maken. Ach, ik kan het misschien wel even proberen, je slaapt altijd zo vast. Mijn voeten leg ik tegen je benen. Je gaat wat verliggen, gelukkig zonder dat mijn voeten wegglijden en legt een hand op mijn borst.
Ik kijk deze nacht telkens of je nog onder het dekbed ligt en tegelijk denk ik, is het niet te warm voor je. Ik leg mijn arm om je heen. Als baby lag je ook zo graag met je hoofd  in de holte van mijn oksel. Ik krijg wat kramp, maar vind het zo knus. Een uur later word ik wakker. Mijn arm ligt wel heel onprettig hoog. Voorzichtig wil ik je hoofd iets verleggen. Wat blijkt, ik heb stomweg een knuffel liggen beschermen.

Maar meisje, ook al ontvang je steun van je getallen 31 en 13 en heb je tig knuffels om je heen, ook ik blijf je beschermen.
Als jij oranje bent, blijf ik rood.
Erewoord.

Eigenwaarde

Eigenwaarde

‘Leviathan where are you now?’ Ik sta tussen mystiek grijze mistflarden in. Af en toe zie ik een stukje van mijn geheime vriend uit de onderwereld boven de golven uitsteken. Zingend roep ik hem: ‘Leviathan open your eyes!’

Als kind was ik bang voor jou, het monster in mijn buik. Ik wist dat je er was, maar durfde geen contact te maken. Ik trok mij terug, maakte mij onzichtbaar en hield mij stil. Totdat dat moment kwam. Wilde ik niet geheel oplossen in het niets dan moest ik nú mijn stem gaan gebruiken.
Doodsbang stond ik voor je. Jij was mijn verwrongen van pijn misvormde ik. Je hitte sloeg pijnlijk in mijn gezicht. Je rood-oranje ogen waren gevuld met hoog opspattend vuur. Je benam mij de adem met je stank en toen ik probeerde te zien hoe je eruit zag, kroop ik tegelijkertijd het liefst weg. Met je vele tinten zwart en zonder echt duidelijke contouren leek je mij oneindig groot. Had je vinnen, klauwen, vleugels of meerdere staarten en groeiden er nu hoorns uit je kop?

Maar ik kroop niet weg. Ik liet mijzelf zien. Ik ging kijken naar mijn eigen ogen, naar mijn lijf, naar mijn contouren en grenzen. Je stimuleerde mij. Geef jezelf maar vorm zei je tegen mij. Ontdek jouw vuur maar. Jij kan de hele wereld aan. Open gerust je mond, dan worden jij of zij maar even bang.

Ik word wakker door mijn eigen zingende stem. Ik heb een glimlach rond mijn mond. Met open ogen stap ik krachtig uit mijn dromen. Vroeger is vroeger en heel soms nog een beetje nu. Maak het een fijn leven op deze wereld. Voor iedereen, maar ook zeker voor jezelf. Neem maar. Vraag maar. Als het alleen maar om geven ging in het leven, had je wel gedroomd over unicorns met regenbogen. Liefde geven dat gaat je wel goed af, maar neem die liefde ook. Kom maar in actie. Echt, jij bent het waard.

Mijn meisje stuitert telkens, al bij het intro op de autostoel en onderweg herhaalt ze het nummer tig keer. ‘Dit is mijn lievelingsnummer op deze nieuwe Volbeat-cd mama!’
Ieder heeft zijn eigen Leviathan, maar ik hoop mijn lieverd, dat jij die van jou eerder de hand schudt dan dat ik heb gedaan. Gebruik je vuur om liefde te geven, maar vul er ook zeker jezelf mee.

Zielsgelukkig

Zielsgelukkig

Er ligt een briefje op de keukentafel zie ik als ik halverwege de ochtend beneden kom. Dat ze met z’n tweetjes waren weg gegaan had ik reeds door en ik hoopte al op een briefje met een mededeling van hoe of wat. ‘Wij zijn motorrijden!’ staat erop.
Ik zie het genietende gezicht van mijn meisje al voor me als ze samen met mijn Lief op de crossmotor door het veld scheurt en ben zo blij voor haar.

Wat een heerlijke ochtend. Ik mocht uitslapen. Ze zouden zich samen wel redden. Ik dommel wat, maar echt slapen lukt niet meer, hoeft ook niet, zo geniet ik nog bewuster van de rust; liggen en weten dat ik gewoon nog zeker twee uur ongestoord kan liggen als ik dat wil.
Ik hoor ze zachtjes fluisterend de trap opkomen met hun schoenen aan. Ze gaan vast weg, maar ze lijken op de kamer van Eva Luna nog wat te zoeken. Ik krijg de neiging om te roepen ‘Wat zoeken jullie’ maar dan verraad ik mijn niet slapende zijn en dit voelt toch wel zo knus. Zij zacht scharrelend door het huis om mij een plezier te doen en ik die met veel plezier tussen het zachte beddengoed lig. Het voelt geborgen.

Nadat ik ze weg heb horen rijden, lees ik nog even in bed het AD op mijn telefoon en stap dan onder de douche. Ik verheug me op het uur beneden. Niemand in de huiskamer, geen geluiden, geen ‘Mama mama, zullen we dit en dat doen’. Alleen ik … en heel lekkere muziek.
Ik zit aan de keukentafel met een kop thee en broodje kaas. De laptop open geklapt en voordat ik mijn to do lijstje van vandaag maak, ik moet nog wat vormgeversklussen verwerken, mag ik van mijzelf even op Facebook. Kom ik daar toch een filmpje tegen van een optreden van een voor mij onbekende band. Er staat iets bij over kippenvel. Dat wil ik zelf wel eens testen en klik het aan.

Geen vier drumtikken vooraf of gitaarintro. Nee, de zanger begint: ‘Hold me, don’t hold me down. Carry me, but keep my feet on the ground.’ Hij heeft een wat hees schreeuwende stem die zo puur uit zijn binnenste komt, zonder dat hij acht lijkt te slaan op eventuele mensen in zijn omgeving. Hij doet niet aan kunstjes ook al is het filmpje van DWDD. Zo krachtig, zo geloofwaardig komt het binnen bij mij. Geen kippenvel, maar ik zoek op Spotify hun album Half Mile Harvest en beluister dat terwijl ik nu typ. Mijn hart, mijn zijn sluit zo moeiteloos aan op het ritme, op de soul.

Ik zie de bus de oprit opdraaien en daaruit springt een huppelend meisje dat zielsgelukkig voor het keukenraam naar mij zwaait. Deze zondagochtend, gevuld met rust, liefde en muziek, maakt mijn ziel gelukkig.

Superwoman

Superwoman

‘Mama, deze moet je aan doen. Het Superwoman t-shirt.’ Het is ochtend en we zoeken onze kleren uit voor deze nieuwe dag. Ik voel me alles behalve super, maar hé, als ik mijn lippen wat rood stift en rode pumps aandoe wordt het misschien nog wat.

Hoe doen andere grote mensen dat als ze bang zijn, als ze verdriet hebben. Ik krijg een pijnlijke keel; opgezet en rood. Misschien wel deels door de woorden en tranen die ik inslik. Ik voel me rot, maar wil niet huilen, terwijl ik langzaam hoofdpijn krijg en schouders die steeds zwaarder aanvoelen. Ik knuffel de poes en zit ‘s nachts op mijn knieën voor het bed van Eva Luna en leg mijn hoofd naast die van haar. Mijn meest veilige mensenplek. 

Ik weet niet wat anderen denken, doen en zeggen. Ik heb daar ook geen controle over. Misschien een heel klein beetje invloed, als ze mij belangrijk genoeg vinden en moeite willen doen om mij echt te zien. Je kan hopen dat ze goed voor je zijn, maar verwachtingen is ook zo’n machteloos iets; overgeleverd aan de grillen van de ander maakt je een speelbal van de wind. Alleen wat je zelf denkt en wat je doet kan je bepalen. 

Ik kan eerst eens een plek zoeken waar ik vrijuit kan huilen, de spanning eruit en zorgen dat ik de eerste uren niet onder de mensen hoef te komen met mijn koppie. Ik kan zorgen voor een zacht kleed en kussens. Ik kan een kop thee zetten om mij te warmen en yoghurt met fruit tot mij nemen. Nee, geen chocola, ik wilde juist slank zijn want dan is alles goed in de ideale wereld en dat is ook gelijk een goede reden om de drank te laten staan. Toch wel de eerste ingeving. De kruiden van de berenburg zijn vast helend voor mijn keel en anders verdoven en leiden ze wel af. Nee, pak een boek. De tijd gewoon even uitzitten. Het ergste moment is altijd korter dan de rest. 

Het liefst kreeg ik bevestiging van een ander. Je bent goed zoals je bent. Kom, ik zorg wel even voor je en help je als jezelf even niet weet hoe het moet. Stil maar Lief en hier een kus. 
Een ander …
Wees je eigen ander; je eigen moeder, je eigen partner. 
Ik glimlach, want zorgen voor een ander kan ik wel. Ach meisje, soms is het ook rot, moeilijk en ben je moe. Kom maar. Ik streel mijn eigen arm. Een stortvloed aan tranen volgt. Even lijkt de pijn nog erger te worden, maar daarna volgt iets van ontspanning. Ik voel liefde voor mijzelf groeien. Meid je doet het zo goed.
Eigenlijk ben ik best wel een beetje een super woman.

Vakantie

Vakantie

Klabats! Spleshh! Spetters vliegen meters hoog de lucht in. De zon schildert regenbogen in de druppels. Golven overspoelen de wal, terwijl de fuut krijsend haar pullen voor haar uit door het water jaagt. Mijn dochter gilt zonder stem. Tractors houden stil op de Tollebekerbrug. De wind houdt haar adem in.
Met al de kracht die er in mijn armen ligt opgeslagen,  sla ik twee grote zwemslagen. Mijn vingers zo lang mogelijk voor mij uit strekkend.

Ik zag het gebeuren, zittend vanaf mijn picknickkleed in het hoge gras. Ik hing achterover en steunde op mijn armen.  Met mijn ogen tot spleetjes geknepen tegen het felle licht, keek ik naar Eva Luna. Ik zag haar glimlach op haar gezicht bevriezen toen ze door had wat er gebeurde. Verrassend lenig sprong ik overeind. In één vloeiende beweging schoof ik mijn rode jurk over mijn heupen en borsten naar omhoog zonder ook maar mijn blik van het water los te laten. Ik mis nog net de rode drijver van Baywatch, maar met de gretigheid van Pamela Anderson spring ik in het water.

Ik moet nog één extra slag maken en dan heb ik het touw. Het water heeft het zich bijna toegeëigend. Het geel witte koord ligt al compleet in haar schoot.  Nog even en het wordt opgeslokt in de donkerte en meegenomen naar de koude onderstroom die ik bij mijn voeten voel. Nog één keer haal ik uit. En net voordat ik met mijn gezicht door de waterplanten naar beneden moet, voel ik het tegen mijn vingers. Yes! Ik heb het in mijn hand!
Ik haal het touw naar mij toe, trek het meter voor meter binnen en voel hoe het touw strak komt te staan. Het gewicht dat misschien al tegen de bodem aantikte haal ik omhoog.

Even kijk ik naar de wal. Eva Luna haar ogen zijn zo groot dat ik het complete tafereel erin weerspiegelt zie. Haar moeder van 46 jaar, spartelend in de Urkervaart. Haar moeder die alleen maar haar bikini had aangedaan om de smeekbedes van dochterlief te stillen. Moeder en dochter die beiden wisten dat met de voetjes bungelend in het water voor vanavond wel de max zou zijn.
Haar ogen groot van angst om mijn reactie.

Ik glimlach. Ze durft nog niet haar schouders te laten zakken, maar heel voorzichtig gaan haar mondhoeken omhoog. Ik grinnik. Zij laat haar ogen mee stralen. Ik lach voluit en roep: ‘Kom! Spring er ook in, het is lekker water.’ Na een aanloop en een bommetje ligt ze naast mij. We halen samen het touw, waarvan de lus om haar pols over haar hand was geschoten en mee door de lucht vloog richting de bodem van de Urkervaart, naar ons toe.
Aan de grote magneet die onderaan het touw bungelt zit een verroeste tentstok.
Hoe duidelijk wil je het hebben. Een uur geleden liep ik het kantoorpand uit en vanaf nu zijn wij klaar voor onze vakantie!

Knuffelvriendje

Knuffelvriendje

Het is avond en al een beetje schemerig. Ik zit op mijn knieën op de oprit. Ik heb de autodeur open en kijk of ik iets onder de bijrijdersstoel zie liggen. Dat iets zou Stekeltje, een knuffelegeltje moeten zijn. Ik ontdek drie ijskrabbers, maar daar gaat het niet om hoor ik. De voordeur staat open en boven aan de trap staat een meisje in nachthemd hartverscheurend te huilen.
Zo even kwam ze beneden. ‘Ik kan niet slapen mama, ik mis Stekeltje.’

We zoeken overal. Helaas levert onze zoektocht niets op. Vanmiddag zijn we bij Paul geweest, zou hij daar nog kunnen liggen? ‘Mag ik bellen mama?’ Paul is niet bestand tegen zoveel tranen en biedt tig nieuwe egelknuffels aan als Stekeltje echt onvindbaar blijkt te zijn. Niet dat Stekeltje vervangbaar is, maar het gesprek is toch behoorlijk rustgevend geweest. Ze krijgt nog een kus en lekker-slapen-wensen door de telefoon toebedeeld. Paul vraagt of hij ook nog een telefoonkus terug krijgt. Mijn meid die nooit kussen geeft, zelfs niet telefonisch zegt ‘Nee.’ Aan de andere kant van de lijn klinkt gesputter, maar dat wordt door haar resoluut afgekapt: ‘Misschien wil je moeder je wel een kus geven.’

De dag is weer begonnen. Mijn meisje sluipt bij mij in bed. Na een paar minuten gaat het gesprek weer over Stekeltje. We gaan al onze handelingen van gisteren na. Ineens zie ik een beeld op mijn netvlies van Stekeltje, klem tussen de zonneklep in de auto.
In nachthemd staat, dit keer dochterlief, op de oprit bij de auto. Even later hoor ik haar de trap oprennen ‘Nee mama, daar lag hij niet’, maar alles in haar lijf schreeuwt een andere boodschap uit.

Dit moet gevierd worden met een heerlijk ontbijt op bed. Gistermiddag hebben we samen met een vriendinnetje cake gebakken. Best verantwoord, er zat ook een appel door, dat wordt ons ontbijt.
Tot welke leeftijd is dat knuffeltjes-gebeuren eigenlijk of komt er daarna gewoon een ander soort knuffelvriendje en mag ik mij nu nog gelukkig prijzen …

Londen

Londen

Ik voel het licht op mijn gezicht. Ik wend mijn hoofd naar omhoog. Een smalle strook zonlicht schijnt de vertrekhal van het vliegveld Stansted in. Tussen duizend mensen in, sluit ik mijn ogen, mijn hand op de rug van Eva Luna en de andere hand op mijn tas. Wat goed. Wat rijk heb ik het zo. Wat bevoorrecht dat ik dit kan voelen.

We vliegen terug na drie dagen met z’n tweeën in Londen te zijn geweest. Wat was dit super om samen te beleven. Wat een avontuur. En wat hebben we veel gedaan! Complete dagen de hort op.

Ik heb je dagboek voor me en onze tickets en flyers om in te plakken. Ik wil schrijven maar weet amper waar te beginnen; het vliegtuig of nee de heenreis in de auto al naar het vliegveld toe. Om half vijf vertrokken we. Jij mocht de avond daarvoor met een deel van je kleren aan in bed stappen, zo kon je in de ochtend zo de auto in, om verder te slapen. Jouw adrenaline werd echter geactiveerd en je bleef de twee uur durende rit naar het vliegveld non-stop kletsen.
Tijdens het opstijgen pakten we elkaars hand stevig vast. De spanning ontladend in gelach ‘Mama, we zijn van de grond!’ De verrukking die je uitstraalde toen je het wolkendek onder ons zag.
Er huilt een kindje. Ik zeg dat ik destijds blij was dat jij niet huilde tijdens de veertien uur durende vlucht naar Bolivia. Toen je net geen twee jaar was zijn we met ons tweeën daar naar toe gevlogen. Je wilt alles weten over deze vliegreis. Ik vertel dat je op de stoel stond en net met je blonde koppie over de leuning kon kijken. De mensen in het vliegtuig, dat gevuld was met Bolivianen, vergaapten zich aan je en probeerden je te laten lachen en maakten foto’s van je. ‘Ik was beroemd!’

Vanaf vliegveld Stansted met de trein naar Ilford om daar in te checken en onze koffers op de hotelkamer te plaatsen. Daarna met de trein via Stratford de Underground in op weg naar het centrum van Londen. We zoeven onder de stad door en stappen uit in de wijk Camden Town. We struinen over marktjes en winkelstraten met uitbundige gevels en doen een verlate lunch bij de Camden Lock Market. Alsof ik op een festival zit met rondom mij alle verschillende eettentjes. Het sfeertje is er ook naar en wat ben ik blij met jou, dat je precies aanvoelt waar we het beste kunnen zitten. Een verhoging gebouwd om een boom en jij eet zittend met je rug tegen de boomstam je broodje.
Aan het eind van de middag bezoeken we Hamleys. Een speelgoedwinkel met zeven verdiepingen. Met gemak vermaak jij je hier ruim twee uur. Er wordt speelgoed gedemonstreerd, je mag ermee spelen en als kers op de taart mag je een workshop Build a Bear volgen.

De volgende dag zien we de wisseling van de wacht bij Buckingham Palace, rijden we in rode dubbeldekker bussen, natuurlijk bovenin en vooraan zittend door de stad, lopen we door parken, stappen in een de cab die ik voor ons aanhoud omdat de Diana Memorial Playground toch wat verder blijkt te liggen en stappen wij in het donker het Underbelly festivalterrein à la De Parade aan de Southbank af waar we genoten hebben van een wel zo’n fantastische acrobatiek show en zien het rad Londen Eye en de stad met al haar lichtjes.
En dan vergeet ik nu ook nog meer dan de helft. Alle mooie gebouwen en ohh het Natural History Museum, wat was dat gaaf!

En het allermooist ben jij. Wat ben ik trots op jou. Wat een avonturiersbloed zit er in je. Van ’s morgens half acht tot ‘s nachts half elf uur op pad en dan nog om tien uur ‘s avonds de deuren van de Underground steeds open doen voor de in-en uitgaande mensen. Mij eruit lopen bij het bekijken van mineralen in het museum. Er staan daar tientallen vitrines met stenen en jij wilde meer zien dan ik, terwijl ik mezelf toch echt tot de top reken wat verwonderen betreft. Kilometers in de benen, al onze gesprekken, het vrije reisgevoel dat jij ook zo knap beheerst en toch ook bijna de hele tijd hand in hand. Jij bent mijn licht. Ik ben rijk.

TIPS VOOR 2 DAGEN LONDEN MET KIND: reisschema, vervoer, attracties, bezienswaardigheden en prijzen.

Nieuw Leven

Nieuw Leven

‘Bwèhh ze zijn aan het neuken. Dat zag ik pas ook naast ons huis op het pleintje.’
Ik hield me slapende. Ze was even daarvoor bij mij in bed gekropen en lag filmpjes op de telefoon te kijken. Met een ruk draai ik me om en kijk mee. ‘O, het zijn bijen.’ Mijn stem is er een van geruststelling, die van haar nog vol afschuw als ze zegt dat ze dus ook al lieveheersbeestjes, dat had zien doen.

‘Je zei neuken, ik gebruikte pas het woord vrijen.’ ‘Ik weet ook niet wat neuken is, maar dat zei iemand tijdens het lieveheersbeestjes zoeken.’ Ik herhaal nog wat uit het voorlichtingsboek ‘Ik vind jou lief’ dat we onlangs samen besproken hadden. Iemand lief hebben, vrijen, zaadjes en eitjes. Aan haar reactie toen te merken, sterft de mensheid uit mocht zij de laatste vruchtbare vrouw op aarde zijn. En ook nu is ze duidelijk. Ze beslist welke dieren ze door laat neuken en wie niet zag ik aan haar gezicht toen ze het verhaal na de zaadjes en eitjes in haar hoofd afmaakte.
Ja dat boterkuipje met drie minuscule gaatjes in het deksel en twee dor ogende groene blaadjes moet natuurlijk gevuld blijven.

Nieuw leven. In de naam van liefde kan er wat moois ontstaan. Ik heb net mijn tweede paasontbijt op en zit nog na te genieten in de zon. Vanuit de tuin van de achterbuurman hoor ik zijn radiootje met christelijke zender. Ik herken de klanken. In mijn jeugd speelde ik saxofoon. Stond ik in de kerk boven bij het orgel voluit te blazen; vol van leven, hoop en blijdschap. Het heerlijke morgenlicht zou aanbreken, een nieuw leven zou aanvangen.

Dat volle vruchtbare, dat de lucht vervuld is van kansen kan ik nog steeds zo voelen. Gisteren snoof ik de geur op van de net geopende seringen. De blauwe regen zit nog verpakt maar hangt met vele watervallen al aan de takken. Het haar van Eva Luna lijkt goud als we door de kleurrijke tulpenvelden lopen. Wat straalt de dag!

Elke dag begint er nieuw leven. Rol die steen of slaapkorrel weg die je zicht belemmerd en ga vanuit liefde. Vanuit liefde voor jezelf, uit liefde voor de ander en maak er wel zo’n prachtige dag van. Ik heb er zin in!

Doeslief

Doeslief

‘Mama, hoe schrijf je dalmatiërs?’ Ik spel hardop en zij schrijft mee. Ik kom tot ‘dalmat’ en dan begin ik te twijfelen; ions, iers, iets met een trema? Hardop nadenkend uit ik mij en sta zelfs op het punt om te googelen.
‘O laat maar mama, het is een teckel.’
Pfff, doe je daar je best voor. Ik durf te wedden dat ze teckel nu met dubbel k schrijft, maar toe maar.
Ik doe mijn best om haar woordenschat uit te breiden. Zo doe ik ook echt mijn best om haar net taalgebruik bij te brengen. Afgelopen week kreeg ik echter te horen: ‘Hou je bakkes’ toen ik haar zei haar jas aan de kapstok te hangen. Ik sta perplex. ‘Wat zei je?’ Ze kijkt mij stralend aan en zegt: ‘Hou je harses’ gevolgd door een lachsalvo.
Verkeerde vriendjes? Ja, maar dat bleek wel mijn vriendje te zijn. Zo kent ze inmiddels ook een ruim scala synoniemen voor het woord ‘poepen’. Met dat uitbreiden van haar vocabulaire zit het wel goed.

We zitten in de auto. Ik heb haar zojuist opgehaald bij de opvang. Ik vraag of ze heeft gehoord dat een man in Utrecht, een stad in óns land, heeft geschoten. Ze hoort veel en ik wil graag weten hoe het gebeuren vorm heeft gekregen in haar hoofd. ‘Is dat van die kerk? Van die man die wilde dat ze ergens anders in gingen geloven?’ ‘Nee, dit is een andere man en ze weten nog niet waarom hij dit gedaan heeft.’ ‘Zijn er ook mensen geraakt?’ ‘Ja.’ ‘Maar als hij dat heeft gedaan om het geloof dan is dat echt dom mama. God, Allah, Jezus dat is allemaal dezelfde. Je geeft er alleen een ander woord aan.’

Naast dat ze de tafels twee, vijf en tien leert, krijgt ze op school ook ‘Lessen Leren Leven’. Ze maakt kennis met diverse geloofsrichtingen en gaat hierover met haar medeleerlingen en een deskundige in gesprek. Ik vraag waar zij in gelooft. ‘De oerknal, want dat van Jezus klopt niet. Voor dat ik dood ga wil ik het misschien nog wel zeker weten. Dan vraag ik het de Koning en Koningin of aan de burgemeester, wat die denken.
De vader van Stan gelooft in snoepjes. Toen Stan viel, legde zijn vader een snoepje op zijn knie en toen was de pijn weg. Of, misschien had hij nog wel een beetje pijn, maar hij kon ook weer lachen.’

Klinkt als een goed geloof. Het snoep zal top zijn, maar de echte troost van een medemens; een omarming, iemand die je ziet, empathie, dat is helend. En ik weet, niet alle leed kan ongedaan worden gemaakt en als puntje bij paaltje komt moet je je eigen kracht aanwenden, maar ik heb er zojuist een nieuw woord voor je bij gevonden meisje. Eentje waar ik je alle synoniemen van wil aanleren en voordoen: #doeslief.
Wees lief voor jezelf en de ander.

Love Letters

Love Letters

‘Vliegtuigje met wapperend lint dan?’
‘Die wil ik wel voor je vouwen’, ontvang ik als antwoord in een app, inclusief een kussende smiley met hartje. Mijn Lief reed zojuist toeterend over de A6 voor mijn werk langs. Ik opper via de app ‘Volgende keer grote rode hartjesballonnen aan de Dodge graag.’ ‘Ehh nee’. ‘Rode rozen op kantoor?’ ‘Moet je ze zelf halen.’ Oké, mijn Lief is qua romantisch initiatief geen hoogvlieger, maar zijn laatste app laat mij verliefd naar het beeldscherm van mijn telefoon glimlachen.

Communiceren via de app vind ik soms moeilijk. Ik mis het non verbale. De smileys, welke ik dan kinderachtig vind, ondervangen wel iets, maar daar kan je als oudere jongere toch ook niet onbeperkt mee strooien?
Plus de ander kan wel een lachende smiley achter zijn of haar bericht plaatsen, maar wat stralen haar ogen uit. Staan ze op standje vilein en is het sarcasme? Of hangen haar schouders, missen haar heldere kijkers glans en probeert ze misschien ook maar een beetje te voldoen aan hoe de buitenwereld je het liefst ziet.
Woorden zijn niet altijd toereikend voor de waarheid.

Ik schuif de la open en pak het dikke schrift eruit. Er zit een breed gouden elastiek om heen en het lint tussen de pagina’s geeft aan dat ik bij de laatste bladzijden ben. Ik doe mijn best om mijn zintuigen mee te laten schrijven als ik de dagboeken van Eva Luna vol pen en beplak met entreetickets en kleine souvenirsbriefjes.

Ik vind het belangrijk dat schrijven. Dat vastleggen van jouw plezier, gewoontes en belevingen. Al zal je wel degelijk emoties opslaan, je zal een groot deel van je kindertijd vergeten. Ik vind het zo jammer als je dit kwijt raakt. Ik wil je het geven als cadeau voor later. Ik schrijf om stil te staan bij de momenten in jouw leven. Ik wil jouw leven bewust aandacht geven. Misschien wil ik wel dat je later kan lezen hoe ik je lief had. Wil ik hiermee mijn armen om je heen slaan voor als ik er niet meer ben.

Woorden. Je kan alles typen en schrijven, maar hoe krijgen ze hun waarde. Ik denk als je jezelf meegeeft aan de letters. Zo geniet ik van mijn kattebelletjes. Kleine handgeschreven briefjes gekregen van mijn beide schatten. Ik voel hun liefde verstopt in de uniek handgeschreven letters. Alleen zó worden het: Love Letters.