Category Archives: 12. Dagboek 2013

Verliefd

Verliefd

Ik weet nog niet of ik deze bladzij uit mijn dagboek online zal zetten. Had ik namelijk een slotje op mijn schrift gehad, had ik waarschijnlijk het sleuteltje omgedraaid.
Het voelt bijna puberaal. Zo telde ik eerst de dagen, toen de weken en kan ik nu al tot ruim één maand tellen. Zolang kennen we elkaar nu. Ik ben verliefd. Verliefd als in dans alsof er niemand kijkt. Zing alsof er niemand luistert. Heb lief alsof je nooit bent gekwetst. Leef alsof de hemel op aarde is.

‘Bij ieder liedje van Volbeat moet ik aan je denken. Dat heb ik ook bij alle liedjes die niet van Volbeat zijn.’ Een berichtje dat ik vanmorgen van hem ontving. Ruim een maand geleden, ontmoette ik hem bij een concert van Volbeat. Mee, voor mij als onbekende, met een groepje vrienden.
Ik dans en geniet. Plots voel ik iemand mijn hand even vastpakken. Ik kijk om. Hé leuk! En steek mijn hand ook even naar achteren om die van hem aan te raken. Samen plezier op het feest. Maar wat een schrik. Dit, die aanraking, voelt zó goed. Hij zal vast getrouwd zijn. Snel twee meter verderop doorfeesten Zweers!
Uren later verneem ik dat hij vrijgezel is. Nog weer uren later drink ik thee bij hem thuis. Weer een paar uur later lopen we op de kinderboerderij en lopen we soms heel stiekem hand in hand en stelen we een kus in de stal bij het varken, in de schuur bij de cavia’s en achter de kippenren. Eigenlijk hebben we niets kunnen zeggen, maar wat zijn we blij, alleen omdat we bij de ander in de buurt zijn. We sturen elkaar in de dagen daarna smsjes à la verliefde pubers met een hoog ‘ik heb je net gezien en mis je nu alweer-gehalte’ en ‘Ik denk de hele tijd, laat het avond worden, het liefst nog voor de middag #hebtzwaartepakkenvanje.’

Ik vind het ook best eng hoe enthousiast en snel het gaat. Wil niet dat het daardoor mis gaat. Vind het daarom wel fijn dat er met het oog op de kinderen de nodige afstand gehouden wordt. Althans, verstandelijk denk ik dat het goed is om rustig aan te doen. Mijn gevoel hunkert. Ik heb wel ervaring in datingland en dit wat ik nu voel, is écht goed. Ik ben inmiddels zo gepokt en gemazeld. Ik zou mij nooit zomaar geven aan de liefde. Tuurlijk, ik ben wel van de No Guts No Glory en ben ondernemend genoeg om een date te plannen, maar ondanks dat ik graag samen wil zijn, ben ik niet wanhopig in iemands armen gestort.

Sprookjes bestaan niet. Zegt men dat om de kabouters of denkt men dan aan het happy end en wil men dat ontkennen alsof dat in het echte leven niet gebeurt. Maar als je net als de geitjes, je heus wel eens in de kast hebt verstopt en ook wel oog in oog hebt gestaan met draken en dan nu zo verliefd bent en de toekomst er zo goed uitziet, vind ik sprookjes niet zo ver afstaan van het echte leven.
Ik ga gigantisch op mijn bek als het niet werkt. Maar wat zou het. Ik leef Nu en ik leef alsof de hemel op aarde is. Ach wat, wat nou praten over het hiernamaals. Dat zijn misschien wel juist sprookjes. Dit wat er nu is. Dit is wat ik nu heb. En nu ben ik VERLIEFD!

Licht

Licht

Ik sta kerstjurkjes te passen. In de ene kom ik mooi strak gelijnd in uit. Mits ik rechtop blijf staan en mijn adem inhoud. Dat laatste gaat trouwens bijna vanzelf met het corrigerende hemdje dat ik aan heb, dat overigens onderaan irritant aan het oprollen is. Eén keer bukken om met Eva Luna te spelen en de uitlijning is een look a like van een rollade ben ik bang. Het andere jurkje valt iets ruimer en geeft de mogelijkheid tot het eten van kerstchocolaatjes en kransjes,  de zalm, de ijstaart en meer. Gezegend met de nodige zelfkennis, weet ik welk jurkje ik moet kiezen.

De boom staat inmiddels met enkele poederroze en witte ballen. Een beetje verstopt tussen de takken vind je figuurtjes uit de kerststal. Terwijl ik de boom optuig word ik kriegel. Ik ben aan het nadenken geslagen en word er niet blij van. De Kerstdagen waren makkelijk toen ik het verhaal uit de bijbel geloofde. Toen ik er mee opgroeide  en zelf een mening hierover vormen, nog helemaal niet aan de orde van de dag was.
Maar inmiddels geloof ik niet meer in god en ik heb niets met de kerstman, wat vier ik dan? Hoe doen al die anderen dat? Gewoon dom je vrije dagen vieren en niet moeilijk doen?  Wat boeit jou het nou waarom je feest viert,  je de sjoelbak op tafel hebt liggen en de gourmetdampen door je huis trekken?
Ik voel me echter een nul en een schijnheil. Een beetje profiteren van andermans feest waarin ik helemaal niet geloof. De knuffelkerstcd mag overuren maken, maar mijn stemming wordt er niet beter op.

Toch wil ik een reden vinden om een feestjurkje aan te trekken. Hadden ze vroeger niet midwinterfeesten aan het eind van het jaar? Past mijn boom ook niet veel beter in dat verhaal? Rondom de Middellandse Zee werd  vroeger rond deze tijd de zonnegod vereerd. Al zoekend op internet kom ik onder verschillende namen, feesten tegen omtrent de zonnewende;  Yule,  Joelfeesten, het Luciafeest. Ik heb nog niet alle jaartallen op een rijtje staan, maar iets in de setting van het bijbelverhaal riekt mijns inziens naar copywriting. De betekenis van het midwinterfeest, het feest van de begroeting van het licht is natuurlijk ook wel een erg mooie symboliek om te gebruiken.

Begin van een nieuwe tijd. Hoopvol door het licht. Hier wil ik wel in geloven en hier wil ik wel op proosten. Dan trek ik ook ineens lachend de tenenkrommende nummers, Queen buiten beschouwing latend,  van de knuffelkerstcd met Spice Girls, Wham en Kate Bush.
Ergens in geloven, geeft je blijkbaar kracht en een goed gevoel. Frappante is dat je geeneens hetzelfde hoeft te geloven als je buren. En in deze dagen mag het zelfs naast elkaar bestaan. Het is goed zoals het is. Kersttijd heeft blijkbaar iets magisch. Saamhorigheid  die overstijgend is aan oorlogen. Ik nestel mij in dit warme gevoel.
Totdat die nadenkmachine in mijn hoofd weer aanslaat en ik als een  dreinend kind wil vragen ‘Waarom kan dit maar 2 dagen duren?’

Mijn wens voor de feestdagen en daarna  is dat mensen, het licht welke zij wensen of nodig eens zouden moeten zien, mogen begroeten.

Rust

Rust

Liggend op mijn rug kijk ik door de achterruit van de ambulance naar de langs schietende boomtoppen. De ambulancebroeder heeft net gevraagd of er familie of een partner gebeld moet worden. Niet echt helder staar ik voor mij uit. Waarom al die paniek. Met een licht schudden van mijn hoofd geef ik aan dat dat niet hoeft. De stokjes kriebelen raar in mijn neus en de bloeddrukmeter pompt zich weer eens strak om mijn arm.
Het is wel even lekker deze minuut rust.
Ik hoor de broeder met het ziekenhuis bellen. Tranen wellen op in mijn ogen. Zou het dan echt zo mis zijn? CT scan klaarzetten, denkend aan misschien een bloedprop in een bloedvat van de hersenen. Uitvalverschijnselen als afasie en nog iets met aga en vervolgens veel woorden die ik niet meer meekrijg. De sirene laat zich ook weer gelden. Daar gaat mijn rust.

In het ziekenhuis gaat het allemaal erg snel. Ik word misselijk, maar dat kan nog weleens van de angst zijn. Niemand kijkt mij in het begin aan. Alleen mijn lijf is belangrijk. Hardhandig wordt er weer geprikt voor infuus en bloedmonsters. Het bloed wil niet stromen. Ik zou willen vragen kan iemand mijn hand even lief vasthouden, maar ik krijg geen woord uit mijn hoofd en de ambulancebroeder die een klein beetje vertrouwd is geworden, staat met zijn rug naar mij toe aan de balie papieren in te vullen. Ik voel me heel klein.
Met bed en al word ik de gang op gereden. Sinterklaascadeautjes hangen als versiering aan de muren. Ja jongens, ik heb geen tijd voor al deze onzin. Ik moet nog een paar gedichtjes schrijven, nog naar iemand toe, tanken, logeerspullen pakken, Eva Luna van de opvang halen en naar Bunnik rijden, om daar het gezellige Sinterklaasavondje te vieren.

Misselijk moet ik van het ene bed op het andere plaatsnemen, een kartonnen spuugbakje vasthoudend. Mijn hoofd verdwijnt in een scanapparaat.
Terugrijdend over de gang is daar mijn collega. Fijn, iemand die mij warm in de ogen kijkt. En ja, daar komen de tranen. Ik zie weer een beetje voor mij hoe het vanmorgen ging op het werk. Om 8 uur gelijk vol aan de bak en het eerste werk al door gemaild. Even een belletje met een collega over beeldmateriaal, maar wat raar, ik zie voor mij wat ik haar wil vragen, maar kan de woorden in mijn hoofd er niet bij vinden. Mijn onvermogen daarover uitspreken, krijg ik ook niet voor elkaar en geïrriteerd om mijzelf gooi ik de telefoon neer. Een collega tegenover mij vraagt hoe het met mijn verliefdheid gaat en vat de rare klanken die uit mijn mond komen in eerste instantie daarom misschien niet op als vreemd. Als ze de paniek in mijn ogen ziet, het naar mijn hoofd grijpen en een soort gestotter hoort, is ze rap bij mij. Er is wat mis in mijn hoofd.
Het denken van doe niet zo idioot wisselt zich af met angst. Een collega hoor ik bellen en de situatie beschrijven. Voor ik het weet staat er een brancard in het kantoor. Lig ik daarop en moet ik testjes doen waarvan de vraagstelling al helemaal niet tot mij doordringt. Een opleving van mij als iemand denkt mij te moeten prikken en dat verdorie ook nog eens twee keer doet. Vervolgens geef ik mij over. Ik ben bang.

Nu zit ik thuis. Lijstjes voor de zondag, de maandag, de dinsdag, de woensdag, ik haal ze niet. Mijn batterij lijkt die dag compleet leeg getrokken te zijn. Gelukkig was de scan en mijn bloed goed. De artsen hebben het over een kortsluiting met deels de symptomen van een tia, maar dan zonder de bloedprop. Het lichaam heeft om onduidelijke reden aan de noodrem getrokken. Misschien te druk als alleenstaande met kind, werk en sociaal leven? Ik voelde me echter goed. Heb het idee dat alles goed op de rit staat. Ben intussen wel gewend aan mijn ritme.

Rust inbouwen. Eigenlijk nog geen idee hoe. Alsof ik mijn tijd aan het verkwanselen was. Alsof ik zoveel keus heb in mijn dagprogramma. ’s Avonds in bed overvalt het mij. Eva Luna kan de slaap niet vatten en huilt. Ik voel veel druk in mijn hoofd. Durf een strijd over in welk bed ze moet slapen niet aan. Ze kruipt naast mij en ik fluister als test zachtjes zinnetjes. Ja, ik kan het nog. Eva Luna aait mijn hoofd. Samen pakken we een paar uren rust.

Schoonheid

Schoonheid

To-do lists, boodschappenlijstjes, Sinterklaaslijstjes, fotolijstjes. Ik houd van lijstjes! Ik houd van het overzicht. Het niet hoeven onthouden als oplossing voor het niet kunnen onthouden met als leukste hieraan het doorstrepen als iets is afgerond.
Ik zit aan tafel een berg cadeautjes in te pakken. Ik kreeg een mooi Sinterklaaslijstje doorgestuurd van mijn nichtjes en neefje en heb de buit binnen. Nu nog vrolijk papier eromheen en gedichten schrijven.
Voor jou, mijn lieve meisje die mij in alles na wil doen, heb ik kleine oorbelletjes gekocht. Rode uiltjes die je om je oor klept. Ik had vroeger meer geluk, mijn moeder had geen gaatjes in de oren en had een la vol klepoorbellen die ik zo kon pakken. Ook heb ik een prinssessen verkleedset gekocht met schoentjes met hak. Hoe je je al redt op mijn schoenen, waggelend door de kamer. Je bent super. En mijn grote thuishulp. Op de kruk voor het aanrecht staand en mij helpen met afdrogen en de borden in de kast leggen. De wasmachine volstoppen en vervolgens de was ophangen is je hobby. Ik krijg ‘s morgensvroeg kopjes thee en koffie op bed geserveerd en als het kon reed jij de auto naar de opvangboerderij.
In het groene boekje van het consulatiebureau houd ik bij wat je allemaal al kan. Auto rijden zie ik nog helemaal niet staan, dus die sleutels hoef je ook nog helemaal niet, grote drammert.

Ik probeer je met van alles kennis te laten maken. Wil je ontwikkeling stimuleren en wil met mijn gedrag een voorbeeld voor je zijn. Lief, zorgzaam, duidelijk.
Vaak denk ik echter ook, wie leert er nu van wie. Door jouw ogen zie ik nog weer zoveel meer de schoonheid van het leven. De schoonheid zit hem niet in de mooie cadeaus die nu op de tafel liggen. Schoonheid kan je zelfs geeneens vastpakken. Schoonheid is iets overstijgends. Waar te nemen met je ogen, maar tegelijkertijd niet te beschrijven. Het is zien met een liefdevolle open blik. Jouw spel met de poppen. Je nesteling in mijn schoot. Het hapje yoghurt dat je mij voert. Je bent schoonheid.

Ik probeer veel van je vast te leggen op foto’s. Bij de meeste foto’s lukt dat niet. Wel je uiterlijke schoonheid en wat je aan het doen bent. Bij een enkele kan ik echter maar via je ogen naar binnen bij je. Het maakt ook niet uit. Schoonheid laat zich niet vangen in beeld of geluid. Dat is alleen de geleider. Schoonheid dringt door in je hoofd, in je lijf en heeft geen tastbaar iets meer nodig. Ik zie je als je er niet bent en hoor je stem, ook al zeg je niets. Je bent in mij.

Toch hang ik jou en mijn geliefden in fotolijstjes aan de muur. Om uiting te geven aan de liefde die jullie in mijn leven geven. Om het geluk dat ik nu voel. De rijkdom die jullie mij geven. De schoonheid van het samen.

Universum

Universum

Watterig in het hoofd en een dikke keel. Griepverschijnselen of is het mijn innerlijke alarmsysteem dat zegt: kalm an doen Zweers, eet je groente en fruit, beweeg in de buitenlucht en pak je slaap. Dat eerste zit wel goed, maar dat laatste.
Waar ik de tijd vandaan haal geen idee. Ja, in de uren dat ik had moeten slapen, maar ik bekijk de laatste dagen tientallen afleveringen van Mad Men op dvd. Het is al middernacht geweest, je moet naar bed. Ahh nee, nog eentje. Oké dan. Vervolgens op de bank in slaap vallen en mijzelf om 4.30 uur nog eens naar boven sturen voor dat ene uurtje bed, voordat mijn meisje blij ‘Mama!’ roept.
Mad Men een serie tegen de achtergrond van een reclamebureau, afspelend in de jaren 50 en 60. Met aan het eind van elke aflevering in een flits een mooie kleine afbeelding. Misschien het logo van de televisiezender? Het lijkt op een tarotkaart. Het triggert mij. En ik ga googlen.

Het is inderdaad een tarotkaart. Een wit paard komt je tegemoet met op zijn rug een nakend kind met zonnebloemen in de haren, een vlag in de hand en de zon groots boven hen. De kaart heet Zon en komt uit het Rider Waite Tarotdeck ontdek ik. Het witte paard en het kind staan voor onschuld, eenvoudige wijsheid, de dag en de Zon zegt ‘Ik geniet van het leven, ik straal en dat is mij aan te zien.’
Als de Zonkaart zich aan je toont staat er, dat ik mij de volgende vragen moet stellen. Waar word ik blij van. Wat wil ik werkelijk. Bij welke activiteiten straal ik enthousiasme en vreugde uit en hoe kan ik voor anderen een stralend voorbeeld zijn.

Ik struin verder over de site. Natuurlijk in de uren dat ik juist had moeten slapen. Sterrenstanden, toekomstvoorspelling, dierenriemtekens en elementen als vuur, aarde, lucht en water worden aan elkaar gekoppeld. Zou in de sterren mijn toekomst al staan. Heeft het geen nut zelf van alles te willen en te bedenken, alles ligt toch al vast? Zoiets als: het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen had?
Maar aangezien ik niet alles uit handen kan geven, geloof ik ook zeker dat je in beweging moet blijven. Plekken bezoeken, mensen ontmoeten. Markeringen achter laten, zodat het leven daar op in kan haken. Ik geloof nooit dat als je stil op de bank zit, het leven loopt zoals dat in de sterren voor je gestaan heeft. Je moet dansen in het universum.
Een tarotkaart die ik via een website trek is verheugd en de horoscoop geeft ook goede berichten heb ik zojuist gelezen.

Vooruit, om het af te leren. Nog één ‘Mad Mennetje’ voor het slapen gaan. Mijn ogen vallen dicht na de laatste scène. Ik zie nog net de tarotkaart verschijnen. Waar word ik blij van? Wat wil ik werkelijk? Ik zie het witte paard mijn dromen binnenrijden. De zon verblind me, maar zie ik daar op zijn rug nu mijn prins?

Wildernis

Wildernis

Zó kondig je het nieuwe leven aan, een nieuw getij. Met muziek waarbij je lijf alle input van vele jaren los laat. Alsof het weer blanco is en zich als een kitten ontvouwt in je bioscoopstoel. Wat een mooie trompetmuziek. Het voorzichtige tevoorschijn komen, het hoopvolle en de blijdschap, sereenheid, schoonheid en geluk komen over mij heen. Ik zit in de bioscoop en de film De Nieuwe Wildernis is bijna afgelopen. De vier seizoenen, beginnend bij de lente zijn gepasseerd en nu begint de lente voor de tweede keer. We zijn weer rond en de trompet speelt.
Het was mooi om de natuur zo groots voor mij te zien. Plekken herkennend van waar ik een paar jaar terug zelf tussen de konikspaarden liep en bij de plas een vos zag scharrelen.

Kon het leven maar zo simpel zijn. Voedsel zoeken, paren, jongen groot brengen en de winter overleven. Wat nou wildernis. Daar waar ik leef, dat is pas wildernis. Daar in een wereld waar taal op zoveel verschillende manieren kan worden uitgelegd. Intonatie zorgt voor dubbele boodschappen, gezichtsuitdrukkingen niet kloppend bij het hart en uitgesproken woorden die soms helemaal niet waar zijn. Een wildernis van uitingen. Zoek de puurheid.

Hoe zou ik aan mijn voedsel willen komen. Het liefst zou ik het zelf willen verbouwen en slachten. Tijd van mijn kantoorbaan zou worden opgeëist. Minder inkomsten. Moet ik dan van de ruilhandel gaan leven? Komen de ambachten weer meer in beeld? Ooit ging het zo.
De mens ontwikkelt. Ze is altijd zoekende. Heb ik geen rust in mij, kan ik niet tevreden zijn of ben ik verslaafd aan uitdaging? Kennis is veel waard. Maar of alle kennis een vooruitgang is. Het is wijs om de kennis af te zetten tegen het grote geheel. Alle elementen en tijdspaden. Verantwoording nemen voor gevolgen en respect hebben voor wat leeft. Welke delen van de wildernis wil je zien. Welke boodschap wil je ontvangen.

In de film De Nieuwe Wildernis hebben ze gekozen voor de schoonheid van het leven. Een enkel veulen ging maar dood, terwijl ik tientallen karkassen van edelherten heb zien liggen toen ik er was. De winter was streng. Er was kou en honger. Deze wildernis is een afgerasterd gebied en er komen op den duur te veel dieren voor de ruimte. De dieren kunnen niet op zoek naar andere gebieden voor voer of beschutting en er is geen natuurlijke vijand die het aantal in evenwicht brengt. Bijvoeren zie ik niet als structurele hulp. Land opkopen en verbinding met andere natuurgebieden maken wel en als Nederland daar geen geld voor over heeft, speel dan geen wildernisje en neem verantwoording. Als je dieren houdt, zorg je er ervoor. Verhongering is ondraaglijk lijden. Dan liever de zwaksten afschieten. Niemand overleeft het leven.

In mijn laatste wensen heb ik staan dat ik trompetmuziek wil bij mijn afscheid. Ooit voordat ik ging backpacken eens wat opgeschreven, voor het geval mij onderweg wat mocht overkomen. Welk nummer de trompettist zou moeten spelen wist ik nog niet. Nu wel. Met de trompetmuziek van Eric Vloeimans durf ik die nieuwe wildernis wel binnen te gaan.

Groots

Groots

Het gaat me nog een keer mis. Als er geen verkeer voor mij rijdt dat ik automatisch volg, ga ik geheid een keer linksom over de nieuwe rotonde. Tijdens de aanleg van de rotonde moest dat, omdat het wegdek nog niet overal gereed was. Dit zit echter al zo in mijn systeem.
Het zal toch wat zijn. Een rotonde aanleggen voor de veiligheid en ik knal als spookrijder bovenop iemand.
Maar het is wel net echt allemaal. Er staat zelfs een grote ANWB wegwijzerpaal in het midden van de mooi met gras en struikjes aangeklede rotonde. Alle omliggende dorpen staan op de borden vermeld met het aantal te rijden kilometers.
We hadden al een mini rotonde en heel even hebben we in de Fazantendrift een keer een zebrapad gehad. Maar dit is het echt grote werk. Heel even hadden we zelfs verkeerslichten. Niet dat iedereen die altijd trouw opvolgde, maar dat lag ook deels aan de storingen. Apparatuur stoort nog weleens in deze hoek.
Zo heb ik ooit de waarschuwingslichten, van de naast de rotonde gelegen brug genegeerd. Denkend ‘ik zie geen boot aankomen, volgens mij zit er weer een storing in het systeem.’ Met gevolg dat ik even later voor en achter mij de slagboom naar beneden zag komen. Met de nodige daadkracht springend de auto uit en geprobeerd de slagboom omhoog te duwen. Toen dat niet lukte, staand op trillende benen maar eens goed naar het wegdek gekeken om te zien welk gedeelte er de lucht in zou gaan. Alsof de adrenaline niet al hoog genoeg was. Ik was namelijk op weg naar een festival om Beth Hart, Counting Crows, Lenny Kravitz en Anouk te horen en als kers op de spanning had ik met een blind date voor het station in Nijmegen afgesproken.
Met een verhoogde hartslag heb ik vervolgens maar zo achteloos mogelijk wat in mijn dashboardkastje zitten rommelen om de tegenliggers aan de andere kant van de slagboom niet in de ogen te hoeven kijken.

Twintig jaar rijd ik inmiddels dit dorp al in en uit. Sinds kort dus over de rotonde. Iets dat ik niet kan bevatten is, dat ik hier inmiddels net zolang woon als in mijn geboorteplaats. De eerste twintig levensjaren lijken veel langer. Zoals de zomers eindeloos waren en je verjaardag altijd te ver weg. Toen kon je de dozen met kerstversiering nog op zolder wegzetten. Nu kan je ze net zo goed onder de bank schuiven. Voor je het weet is het alweer Kerst.
De eerste jaren dat ik hier woonde, en er kwamen vrienden van het Oude Land voor het eerst op bezoek, bleek dat ze geregeld al op Urk stonden. Even geknipperd met de ogen en Tollebeek gemist.

Ondanks de moderne nieuwbouwuitbreiding en de grote rotonde blijft het echter een dorp. Een heerlijk dorp. Een warme betrokken gemeenschap van 2.352 inwoners met een Dorpsbelang-organisatie, een feestcommissie die garant staat voor grandioze dorpsfeesten, buurtverenigingen, kinderopvang voor de jongsten en basisonderwijs, sportverenigingen, kerken, een supermarkt, een groengroep die de perken bijhoud, een vakantie activiteitencommissie die de jeugd vermaakt, een wandelroute voorzien van kanjerpad met handafdrukken van onze dorpshelden, kunst, een wilde boekenkast, een dorpsblad en nog meer.

Ik mag het duidelijk dus niet klein noemen, maar als een dorp klein is in vergelijking met een stad, is mijn wens dat Tollebeek zo groots blijft in haar kleinheid.

Pure Passie

Pure Passie

Even een uurtje voor mijzelf tijdens het middagslaapje van dochterlief en snel in bad met lekker geurende badolie, een tijdschrift, toetje, luxe maskertjes en het vooruitzicht om straks buiten in de zon uit de wind nog even nagels te lakken. Vanmorgen al samen de boodschappen gehaald en vanmiddag alleen maar relaxen. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn. Vanmiddag samen in de tuin en vanavond fris en opgetut genieten van de muziek in het theater. Ik zak nog eens onderuit en doe mijn ogen dicht. Pure passie zo’n dag.

Ik hoor al dat dochterlief helemaal niet slaapt en haar kamer opnieuw aan het inrichten is. Prima meid, doe maar wat jij wilt, mama ligt in bad. Tussen het inmasseren van de shampoo en het aanbrengen van het gezichtsmasker door hoor ik wel ’mama kijk, mama kijk’ en denk ja mama kijkt straks wel en hoopt eigenlijk dat je zo uitgeput tussen alles in slaap valt.
Het ‘mama kijk, mama kijk’ blijft aanhouden en klinkt ook best dwingend.
Ik hoor nu zelfs ‘mama kijk boek’.
Of zegt ze nu toch ‘poep’.
Ze houdt heel veel van boekjes lezen en ja dat zal ze vast bedoelen, dat ik een boekje moet lezen.
Na een tijdje durf ik mijzelf niet meer voor de gek te houden en weet zeker dat ze poep zegt. Wat zou ze gedaan hebben? In ieder geval de luier vol dat is zeker, maar waar zou ik naar moeten kijken? Moet ik nu als een gek het bad uit? Ach wie weet heeft gedroogde poep wel voordelen op verse poep qua schoonmaken. Wat zou ik er nu nog aan kunnen doen. Zij klinkt niet verdrietig of bang, wie weet is het wel loos alarm. Alhoewel, gistermiddag heeft ze het middagslaapje benut om haar bed inclusief beddengoed, de deurtjes van de commode, haar pyjama en de knuffel met stift te versieren. Ze zal nu toch niet ….

Rustig blijven liggen en relaxen.
Ik jaag me niet op, kan zelfs met een glimlach liggen denken aan wat ik straks zal aantreffen. Het is toch nooit zo erg als dat je fantasie kan bedenken, maar het hele relaxte is er wel af.

Even later open ik nieuwsgierig de kamer van een nog steeds enthousiast roepende Eva Luna. Ik kijk in het meest blije gezichtje. Een heel mooi blond meisje met stralend witte tandjes lacht mij toe en zwaait naar mij met twee poepbruine handen. Niet één vingertopje of drie vingertjes, nee twee handen van binnen en buiten vol poep.
Ik werp een blik door de kamer om te zien wat de schade is. Op de halve inhoud van de commode na die op de grond ligt en een paar handafdrukken op de muur naast de deur (lang leve het donkerbruine behang!) zie ik verder zo geen poepsporen. Voorzichtig loods ik haar naar de badkamer. Hoe krijg ik die kleren uit zonder nog meer poep daarop. Uittrekken maar en alles in bad.

Een uurtje later na een scheut Jip en Janneke badschuim, een schreeuwend kind, vele bruine handafdrukjes op de witte badrand, een zwitsalschuimende haarbos met stukjes poep, ruik ik ergens nog heel vaagjes, de geur van de jasmijn badolie om mij heen.
Het etiket op het flesje is zijn belofte voor deze dag al deels nagekomen.
Eva Luna heeft het pure ontdekt, zal ik dan maar voor de passie gaan?
Kneip Jasmijnbadolie, Pure Passie.

(dagboekfragment van voor mijn blog: 20 april 2013)

Jaloers

Jaloers

Ik ben jaloers. Niet op de mama’s met kindjes die wel tot half 8 slapen of op het feit dat die mama’s misschien een partner hebben en zodoende ploegendiensten kunnen draaien. Al denk ik daar wel eens smachtend aan, het feit dat dit niet in ons huis voorkomt, heb ik redelijk geaccepteerd.
Ik ben jaloers op de poppen van dochterlief. De poppen worden o zo liefdevol in een reiswiegje gelegd. Krijgen met uiterste precisie een lakentje en dekentje over zich heen. Ze geeft ze een kus en ze roept hard ‘Ssst!’met haar vinger op de lippen als ik even praat. ‘Ssst, niet wakker maken mama’ klinkt een bozig gefluister. Liet je mij maar eens ongestoord slapen, hoor ik mijzelf zielig en verongelijkt denken.

Soms zou ik wel weer eens de hele ochtend ongestoord in bed willen kunnen liggen met boek en chocola. Of in de armen van een man, of bovenop of onder hem. Een ochtend zelf in te delen. Slapend zou zelfs ook mogen. Al vind ik het bijna jammer om tijd, die ik voor mezelf heb zo te verprutsen.
Waarom heb ik voordat ik moeder werd nooit iemand hierover horen praten. Wel lachwekkend over de ‘ik ben twee en zeg nee-periode’. Inmiddels erachter komend dat het hierbij regelmatig lachen is als de boer met kiespijn. Nooit ging het echter over het gebrek aan ouderwetse ochtenden. Ochtenden die je heerlijk rozig tussen het beddengoed doorbrengt. Opgekruld met je knieën tot aan je neus en nog nasluimerend in je laatste droom. Een boek van het nachtkastje pakken en blijven lezen totdat je het bijna uit hebt. Plots beseffend dat je nog geen afscheid van de wereld wilt nemen waarin je zo heerlijk vertoefde, met al die personages die je inmiddels zo vertrouwd zijn geworden en het boek met moeite weer terug leggen. Vervolgens op zoek gaand naar de m&m’s, die tijdens het lezen uit je hand vielen en denken, ga ik vandaag nog wat doen of draai ik me nog even weer om.

Super ook hoor, die knietjes die over je heen kruipen terwijl jij je buikspieren nog niet had aangespannen, die ellebogen die net iets te hard tegen je hoofd komen, dat geknipper met het grote licht halverwege de nacht. Nooit had ik dit willen missen.
Dat kleine meisje dat zich half slapend tegen mij aanklampt. Het liefst met haar hoofd onder mijn kin of oksel. Dat meisje dat de laatste tijd soms tijdens een knus moment ineens zegt ‘mama, hou van jou’ en soms zelfs ‘mama, ik veel houden van jou’ en mijn arm dan even aanraakt en in mijn ogen kijkt.
De chocola zou mij wegsmelten en ik ben blij dat ik niet slaap. Dit zou ik nooit willen missen.

Follow my blog with Bloglovin

Geloof

Geloof

Knus zittend op de bank. Strak tegen elkaar aan. Ik houd de speelgoedgids vast die op onze benen ligt en Eva Luna bladert. Een gejuich van herkenning gaat op als Nijntje op de bladzij staat of Maja de Bij.
Ze heeft er geen weet van dat ik kijk of er leuke Sinterklaascadeautjes voor haar in staan. In huis weet ze heus wel wat ‘mijn!’ is en benoemt dat wanneer ons buurjongetje komt spelen. Maar het willen hebben van nieuw speelgoed, is iets dat nog niet is doorgedrongen in haar koppie. Het ontroert me.
Zo ook tijdens het pepernoten bakken. Zij op haar knietjes op het aanrecht en ik staand ervoor. Samen bolletjes draaien van het deeg en op de bakplaat leggen. Zij draait behalve bolletjes ook pieren tussen haar handen en legt slakjes op de bakplaat.
Samen eten bereiden, al is het maar de bloemkool wassen, het geeft me steeds zo’n oergevoel. Voel me dan ook zo een moeder.

Moeders zitten vol liefde en moeders zijn als een tijger als het op hun kleintje aankomt. Zo zie en hoor ik de laatste dagen vele ouders hun kleintjes verdedigen. Ze hebben recht op net zo’n mooi, precies hetzelfde Sinterklaasfeest als dat zij dat in hun kinderjaren beleefden. Menigeen schuwt het niet de klauwen met nagels uit te slaan. Ik schrik van hoe hard sommigen zich uiten. Bijna alsof ze zichzelf er in verliezen. Zou dat ook zijn wat zij beleven? Dat hun identiteit wordt afgepakt? Iets in de trant van ‘Alles wordt me al ontnomen. Mijn geld naar de belasting of samen met mijn rechten verkwanseld door Europese regels vanuit Brussel. Mijn werk naar de Oostblokkers, maar dit, deze traditie laat ik mij niet afpakken?’ Ach, ik hoef ook geen reden te bedenken. Een ieder verantwoordt zichzelf ook maar.

Racisme heb ik nooit gevoeld bij het zien van Zwarte Piet. Heb alleen maar leuke herinneringen aan het feest. Toch ben ik gaan luisteren naar wat degenen willen overbrengen die dit hebben aangezwengeld. Ik lees over blackface en probeer me in te leven in de ander. Ook al zie ik wel, dat de feestvierders van nu helemaal niet de intentie hebben te kwetsen, het verhaal is op sommige punten echter wel erg ongelukkig samengesteld destijds.
Traditie is belangrijk en leuk, maar dit gaat over iets groters dan alleen een Nederlands feest. Zou er niet een aanpassing kunnen plaatsvinden? ‘Maar moet je dan alles maar aanpassen als iemand dat vraagt?’ Nee, maar je kan toch op z’n minst kijken of er mogelijkheden zijn waarin je dichter tot elkaar kan komen.
En nee, ik weet niet waar het dan eindigt. Zie humor langskomen, maar zie ook dat mensen heel erge misstanden in de wereld aangrijpen en denken daar een punt mee te moeten scoren. Hoe rijm je het. Als de ander niet aan zijn medemens denkt, hoef ik dat ook niet? Open staan, luisteren, samen nadenken.

Mijn mening na rond gekeken te hebben. Afschaffen van het Sinterklaasfeest nee, maar aanpassingen, ja. Ik heb er alle vertrouwen in dat mijn meisje zelf een prima feestje kan bouwen en met veel plezier het Sinterklaasfeest met andere Pieten dan de Zwarte Piet kan vieren.
Ik geloofde in Sinterklaas.
Ik geloof in samen.