Het KNMI heeft voor vandaag, woensdag 5 juli, code rood afgegeven in Noord-Holland, Flevoland, Friesland en het IJsselmeergebied in verband met zeer zware windstoten. Weggebruikers wordt geadviseerd om hun reis uit te stellen als dat mogelijk is.
Zojuist heb ik de meest onverantwoorde en tevens avontuurlijkste moeder uitgehangen.
Half 1 gaat de schoolbel en vlak daarvoor besluit ik om dochterlief op te halen. Nu ze al in groep 8 zit sta ik amper meer voor de school te wachten, maar tijdens deze storm begeleid ik haar graag. Gewapend met een jas in mijn fietstas fiets ik naar school, waar zij vanmorgen in enkel een trui naar toe is gegaan.
Eerlijk gezegd wilde ik ook graag zien hoe het dorp er aan toe is tijdens deze storm. Onze trampoline ligt op haar kant en ik zag vanmorgen de buren nog net het glazen tafelblad van de tuinset redden. Fietsend over het schelpenpaadje zie ik grote takken afgescheurd aan bomen hangen. Opengereten oksels. Je kijkt zo het leed in. Met een slinger rijd ik het kleine bruggetje af. Ik ontwijk nog net de takken die gelijk om het hoekje op het pad liggen. De schelpen daar liggen verstopt onder takken en een vers bladerendek. Alles om mij heen is groen en fris en ruikt verrukkelijk. Het lijkt alsof ik een cocon terecht ben gekomen. De wind buldert in deze surrealistische groene wereld en het geluid, dat ik nooit eerder heb gehoord is ineens bedreigend. Het resoneert in mij en vol ontzag trap ik iets harder nu ik boven mij oude grote takken gevaarlijk heen en weer zie zwiepen. Snel naar de uitgang van dit pad.
Eva Luna neemt de jas dankbaar aan. ’Ik wil even naar de Urkervaart. Op social media zag ik daar kapot gerukte bomen en die wil ik bezoeken.’ Ze kijkt mij lichtelijk gek aan. ‘Het regent hoor mama!’ Gelukkig is ze nieuwsgierig genoeg en ademt ze dezelfde levenslust als mij uit als we de Fazentendrift affietsen en al vele grote takken net naast auto’s zien liggen en schuttingen uit hun sponningen. Onder de indruk en toch ook wel met een soort plezier.
De eerste boom ligt erbij alsof hij terug te plaatsen is. Gekanteld met compleet vierkant grasveld aan zijn voeten. De tweede boom ontlokt Eva Luna precies dezelfde uitspraak als mij vanmorgen achter de computer. ‘Ohh wat zielig. Wat erg voor die boom!’ De stam is boom-onterend toegetakeld. Geknakt, gescheurd, versplinterd en voorzien van een groot gat. De schade is vernederend voor zo’n groot leven.
Iets stiller fietsen we verder, de Nimrodstraat in. Overgaand in de Hertshoren is de weg versperd door een boom die daar levensloos ligt. Takken als armen hulpeloos uitgestrekt, geklauwd om de klinkers als vragend om houvast. Grote reuzen geveld.
De regen zwelt aan. De wind probeert ons toe te eigenen. Ze heeft onze lange haren al lang in bezit. Ze laat de regenspetters snijden in ons gezicht. Tegen haar in fietsen we naar huis. Achter mij hoor ik dat ik de stomste moeder ben. ‘Er is niemand buiten, alleen wij!’ Staand op de trappers proberen we thuis te komen. Slingerend is zij afgestapt en haar gezicht is soortgelijk aan de wolken boven mij.
Ik twijfel, ben ik een slechte moeder. Ik geniet namelijk. Ik voel mij één met al dit natuurgeweld en lach en huil zelfs bijna van genot om deze kracht die ik als een vriend omarm.
Haar gemopper raakt mij niet. Haar nep boos gestampvoet in haar doorweekte kleren op de trap maakt ook geen indruk op mij. In mijn dikste huispak roffelt ze even later de trap af. Als ik haar koppie zo zie denk ik dat ze stiekem geniet van zo’n stomme moeder.
Ik bak een ei voor haar.
jul5