Tag Archives: Samen zijn

Kater

Kater

’t Is zondagmorgen en ik zit met een kater op de bank.
Niet van de drank die gisteravond in de feesttent rijkelijk vloeide.
Een kater echter van het alleen zijn.
Hoe plezierig het ook kan zijn zo alleen thuis. Zo wennen is het altijd na een feestje.
De kater dringt zich al op als ik ‘s nachts mijn fietsslot open. Zal ik toch nog niet even terug naar de feesttent. Maar ach, de band is al een paar uur geleden gestopt. De bar is al een tijdje dicht en het feest voorbij. De laatste 20 man die er nog staan zullen ook zo in de nacht verdwijnen.

In bed niemand om nog even mee na te kletsen en tegen aan te rollen. Al romantiseer ik dat laatste waarschijnlijk. Een lekker fris ruikend lijf bezit ik zelf in ieder geval niet, na mij heerlijk te hebben uitgeleefd bij de band. Mijn oren suizen en piepen en mijn hoofd ligt door de berenburg zwaar in het kussen. Een wederhelft zou vast een kopie van mij zijn. Eventueel voorzien met zelfs gesnurk. Wie weet zou ik ’s nachts nog wakker worden, omdat hij tig keer uit bed moet om te plassen.
Nog even doorschrijven en ik ga mijzelf straks nog gelukkig prijzen dat ik alleen lig. Nee, dat is mijzelf voor de gek houden.
Ik heb het al vaak zo gevoeld na een festival of dorpsfeest. Ik geniet van de muziek, het dansen, het ouwehoeren met elkaar. Zwemmen in een warm bad.

Wat haal ik op zo’n feest. Wat is het wat ik nu mis? Dat er mensen naar je glimlachen? Vragen hoe het gaat? De bevestiging dat je gezien wordt? Al denk ik ook bijna even beschamend aan het moment dat de band favoriete muziek van mij speelde en ik in één streep de toen lege dansvloer al stuiterend overging. Ook wel weer lekker dat ik alleen stond. Nu had ik de ruimte om los te gaan. Althans, voor even, want er kwamen nog een paar mannelijke vliegers. Mooi!
Ik zit goed in mijn vel. Wat de ander ook mag denken het weegt niet op tegen wat ik voelde toen ik de muziek hoorde. En dat terwijl ik het toch vaak te belangrijk vond wat anderen dachten, zelfs vreemden. Tig jaar terug in Peru, de eerste keer alleen uit eten. Ik weet het nog en kan het nalezen in mijn dagboek. Het is wel even vreemd om alleen uit eten te gaan. Als anderen maar niet denken dat ik zielig ben. Ach wie weet denken ze wel dat ik een avonturier ben.

Anderen zijn belangrijk in mijn leven. Contact, spiegelen, ontvangen en delen maakt dat ik kan groeien. Contact in verschillende gradaties. Meningen onder te verdelen in waarde.
Meer nog is echter dat gevoel zo belangrijk. Van samen zijn. Het ontbreken daarvan, is nu het bestaansrecht van mijn kater.
Je kan jezelf nog zo goed kennen en behalve voor jezelf koken, met de boormachine en oliepeilstok overweg. Muren behangen en kozijnen verven. Heel simpel alleen nog maar de buitenkant van je leven benoemend, maar het was niet zo bedoeld, dat je het alleen hoefde te doen.

Inmiddels is het zondagavond en ben ik vanmiddag met mijn meisje op pad geweest naar de kinderboerderij. Schapen geaaid, gelachen om hoe ze trots rond trapte op de tractor en cavia’s geborsteld. Als toetje van de middag, samen een ijsje likkend in het zonnetje, op het bankje voor de Italiaanse ijssalon.

En de kater?
Ach, die liep al voor mij uit naar de kinderboerderij.