Geborgen

Geborgen

Geschrokken haal ik snel mijn hand terug. Gadver wat was dat. Nog eens steek ik mijn hand in mijn jaszak. Ik pak voorzichtig dat onbekende iets vast en haal het tevoorschijn. Het blijken elzenpropjes aan een ielig takje te zijn. Eén van mijn meisjes gevonden schatten die zij daar blijkbaar een plekje heeft gegeven. Steentjes, haarspeldjes, slakkenhuisjes, leegstaand heeft mijn voorkeur, verdwenen reeds al in mijn jaszakken. Net zoals madeliefjes, pleisters die niet goed meer plakken en snoepjes.

‘En ik voelde dat niets er toe doet, als je weet wie je bent.’ Ik vind ook hebbedingen. ‘Ik wil verdrinken in jouw ogen en ik wil mezelf niet meer redden. Wil te laat met jou opstaan en wil de wekker nooit meer zetten.’ Hoor zinnen voorbij komen als ik in de auto luister naar een cd. ‘Soms hou je van iemand, om dat wat je zien wilt. Soms hou je van iemand, om dat wat hij is.’ Woorden die ik graag wil bewaren.

Doet niets er toe als ik weet wie ik ben? De woorden geven me een gevoel van vrijheid. Dus als ik mijzelf ken, zit ik nergens meer mee? Ik ken mezelf met mijn passievolle en soms roerige leven, overlopend van enthousiasme, van liefde en zorgzaamheid én ik ken mijn gevoel van onzekerheid. Dat laatste is niet echt een ingrediënt dat strookt met dat niets er toe zal doen, maar ik kén mezelf wel en alles bij elkaar voel ik duidelijk genoeg kracht!

En ik hou van hem. Om hoe hij tegen het keukenblad aanleunt. In zijn ene hand de iPhone en in de ander een sigaret, iets dat niet in mijn meest gewenste plaatje past. Onbereikbaar, mede door het lawaai van de afzuigkap, voor de buitenwereld. Ik begluur hem stiekem terwijl ik het theeglas aan mijn mond zet. Ik hou van hem.

Mijn meisje zittend op haar knieën voor in de kamer bij de salontafel. Druk met haar waterverf en af en toe blij een kunstwerk omhoog houdend. ‘Deze is voor jou mama!’ Met de jongens praten over plannen voor de zomervakantie. Nagenietend nog van die van afgelopen jaar.
Schatten die ik wil borgen.
In mijn jaszak.
In mijn hart.

One Response »

  1. Lieve Alinda,
    De woorden die je aan de vergetelheid ontruk en uit hun verborgenheid naar buiten brengt, raken me. Ze raken me om hun inhoud, maar nog meer om de eerlijke en spontane manier waarop ze ontstaan.
    Reflectie van mijn kant op “Als ik weet wie ik ben ….”. Voor mij lijkt het zo te gaan, dat naarmate ik beter weet wie ik ben, er alles meer toe doet.
    Zelfs het vergankelijke of tijdelijke, alles gaat er toe doen, ook al heeft het geen eeuwigheidswaarde. En is het daartegen afgezet, ‘er niet toedoend”.
    Dank voor je openhartigheid; en hier de mijne. Albert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *