24. Dinsdag 16 augustus

24. Dinsdag 16 augustus

Ik zag een zakje cacao in de supermarkt. Gemengd met heet water belooft het een mok warme chocomelk. Sommige mensen kennen mijn tik en weten dat ik een voorliefde hiervoor heb. En vanmorgen heb ik het uitgeprobeerd. Ik had voor de zekerheid al een klein blikje melk gekocht. Cacao, heet water, scheutje melk, schepje suiker erbij en ik heb mijn eigen beker warme chocomelk. O, wat een traktatie!
Deze blijdschap kwam ook over me toen ik de zakjes met chocopasta ontdekte. Zoals je in Nederland de mayonaisezakjes hebt, zo heb je hier chocopasta in zakjes. Na een week droog brood eten, soort zacht stokbrood, was dit als het meest lekkere gebak.
Ach, je hebt hier alles in zakjes. Zo lurk ik ook dagelijks aan een zakje water. Een vierkant zakje gevuld met een halve liter water. Je trekt met je tanden een gaatje in een van de hoekjes en spuit/zuigt het water in je mond. En alles wat je koopt wordt verpakt in een klein zwart plastic tasje. En al dat plastic zwerft over straat. Gecombineerd met de smerigste uitlaatgassen. Vanmorgen toen ik door het centrum fietste op weg naar school verbaasde het me even niets dat de gemiddelde Ghanees niet zo oud wordt. Tuurlijk ligt het voor het grootste gedeelte aan de medische zorg die onvoldoende is, maar ze bevuilen zichzelf ook wel heel erg hier. In de rijke wereld heeft men de mond vol over het milieu, maar dat is hier nog totaal niet aan de orde. Ook wel logisch er is nog zoveel zorg nodig voor de mens, maar een lichte combinatie met milieu zou misschien niet gek zijn.

Op school word ik blij als ik zie hoe de juf werkt met het pictoboekje. Mijn eerste les die ik 2 weken geleden gaf en waar niemand wat van begreep, wordt nu uitgevoerd en het werkt.
De juf heeft plezier. De kinderen hebben plezier. Ze hebben contact met elkaar. Er is concentratie. Er is aandacht voor het aangebodene. Ze leren Engels. Ze leren überhaupt wat ‘leren’ is. Ze zijn bezig met voorbereidend lezen. Er worden vragen aan de kinderen gesteld. Ze worden aangezet tot nadenken. Het wordt meer aanschouwelijk onderwijs doordat de juf allerlei bewegingen uitbeeld en kinderen naar voren haalt om dat ook te doen. Ik vind het zo gigantisch mooi om te zien, dat alles wat ik aanbood wordt opgepikt.
Dat ik echt zinvol bezig ben geweest, ook al ben ik nog maar zo kort hier. Dat al mijn harde nadenken, het overleggen, het uitleggen van mijn meegebrachte materialen die ze mogen houden, met de coördinator, de juf en nog een man niet voor niets is geweest. Ik hoop zo dat het een structureel iets wordt. Dat het niet alleen iets is dat ze nu doen omdat ik er bij ben.
Zo te zien aan hun enthousiasme heb ik er enig vertrouwen in dat het misschien wel een blijvende basis kan zijn. De juf is namelijk geen afgestudeerde juf en is heel erg blij met alles wat je haar aanbied. Ze wil zo graag goed onderwijs geven. Dat is natuurlijk al een top ingang om kennis over te dragen.

Na de pauze storten Evelien en ik ons op het schrijven van een advies. We willen op papier in ieder geval iets blijvends achterlaten. De mensen hier willen graag een school opstarten. De directeur heeft wel enige kennis, maar hij is eigenlijk niet aanwezig en voor de anderen ligt er helemaal geen plan. We benoemen wat ons in opgevallen en werken 5 aandachtspunten uit; interactie, aanschouwelijk onderwijs, lesrooster (afwisseling/concentratie), niveau + testen, lesgebieden (Engels, rekenen, nieuw: sociale vaardigheden en expressie). We geven aan waarom deze punten belangrijk zijn en hoe je ze in kan zetten. Na de zomer starten ze met 3 groepen. Wij delen het in, in een instroomgroep voor de jongsten, nursery 1 en 2 en stellen leerdoelen voor elk jaar bij de 4 lesgebieden. Maken een voorbeeldformulier waarop je testgegevens kan bijhouden en beschrijven lesvoorbeelden zodat ze een idee hebben in welke richting ze kunnen gaan denken.
Het is een grof opgezet plan, maar als dit wordt overgenomen dan is er nog nooit op deze school zo volgens een plan gewerkt als nu. De mensen staan verbaasd te kijken naar de vellen volgeschreven papier in het Nederlands. Ze zijn erg nieuwsgierig en verheugd. Morgen gaan we naar het internetcafé i.p.v. de school. We gaan het vertalen naar het Engels, typen, printen en opslaan op een diskette. Donderdag kunnen we het overdragen en vrijdag vieren we ons afscheidsfeestje. De directeur heeft aangegeven dat dat dan tevens de laatste schooldag voor de kinderen zal zijn en ze nu 3 à 4 weken vakantie krijgen. Ook hij wil er een feestje van maken. Ik ben benieuwd wat er vrijdag allemaal gaat gebeuren.

Nog nadenkend en nagenietend rijden we terug naar het centrum. Als je je nuttig wilde maken op een school zou je zeker 3 maanden aanwezig moeten zijn. Maar het is ons gelukt om dat in 3 weken toch redelijk te bereiken. Mede natuurlijk doordat de school nog in de kinderschoenen staat.
We zien om ons heen de mensen steeds sneller over het zandpad fietsen. Als we naar boven kijken zien we steeds groter wordende grijze wolken met dikke koppen. De wind steekt op, de koopwaar wordt van de kraampjes gehaald, zandwolken vliegen over straat en belemmeren het zicht, de zwarte plastic tasjes dansen samen met andere troep door de lucht. De sfeer is er een van dreiging, er gaat wat gebeuren en dit wil je niet meemaken.
We zijn bijna bij het huis van Habiba en de eerste druppels vallen gevolgd door een watergolf. Alsof de hemel openbarst. Vanuit Habiba ’s huis kijken we naar de rode zandweg voor haar huis en zien die veranderen in een kolkende rivier. Wat een water, wat een water. Hoe zou het in Tollebeek zijn, het putje van de polder. De nieuwbouw zal vast al blank staan en de eerste kelders gevuld met water. Ik lach om mijn gedachten. Ik zit nu in Ghana. Deze wolkbreuk is duizenden kilometers verwijderd van de polder. Schitterend hoe je in je hoofd even zo dichtbij kan zijn dat je vergeet wat de afstand is. Twee uur moet ik wachten voordat het droog is en ik me door de bagger heen kan worstelen naar de geasfalteerde weg. Voor het eerst fiets ik niet zwetend de heuvel naar het centrum toe op. Dit is mijn klimaat, terwijl ik de Ghanezen het koud zie hebben.

Thuis gekomen heeft mama Doris het ook koud. Dit komt echter niet door het weer, maar door de koorts. Vorige week is ze geopereerd en is er een vleesboom verwijderd. Het ging eerst goed met haar, maar gisteren is ze weer naar het ziekenhuis terug gegaan vanwege de slechte gezondheid. De arts geeft aan dat ze haar medicijnen had moeten gebruiken. Ze wil wel, maar kon ze niet betalen. Ze had veel geld gespaard voor de operatie en de medicijnen, maar de kosten voor de operatie vielen plotseling veel duurder uit.
Ik vraag wat de medicijnen kosten. 228.000 cedis voor een week, zo’n 25 euro. Ik vraag of ik mag helpen. Ik heb er al eerder aan gedacht toen ik haar over het ziekenhuis hoorde, maar wilde niet als vanzelfsprekend de rijke blanke uithangen en ik wil haar ook niet voor het hoofd stoten.
Inmiddels voel ik echt een warme vriendschap met dit gezin en ze is al duidelijk ziek geworden doordat ze haar medicijnen niet kan betalen. Ze wil me niet voor het karretje spannen. Na mijn vraag of ik haar mag helpen zie ik een golf van opluchting over haar gezicht trekken. We hebben oogcontact en het is goed, we blijven gelijkwaardig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *