43. Zondag 4 september

43. Zondag 4 september

Het is zondag en daar kom ik pas achter als ik in de trotro zit. Er staat een dominee voor in de bus te preken. Het hele busje schreeuwt op hun beurt ‘amen!’ of ‘halleluja!’ op de enkeling na die in slaap is gesukkeld.
Ik ben het hele benul van dagen kwijt. Zo was ik gisteren vergeten dat het zaterdag was. Ik moest nog travellercheques wisselen, maar de bank was dicht. Een man uit Gambia die in hetzelfde hotel verblijft verneemt mijn probleem en zegt wel handelaars op straat te kennen waar ik geen travellercheques,­ maar wel mijn euro’s kan wisselen. Ik neem de groot gebouwde man mee in een taxi, want ik heb geen zin om alleen open en bloot op straat te staan met honderdduizenden cedis. De straatwisselaars blijken echter ook weekend te hebben. We betrekken de taxichauffeur in mijn probleem. Hij weet wel een adresje. We stoppen voor een stoffenwinkel. Steeds komen we voorbij een mannetje en een paar meter verder de winkel in. Uiteindelijk sta ik achterin de winkel en kan ik mijn euro’s omwisselen voor cedis. Tegen warempel dezelfde koers als dat de bank die momenteel aanhoud.

Ik weet dan misschien niet welke dag het is, maar wel de datum van vandaag. Ik ben jarig. Toen ik vannacht mijn bed instapte zag ik de wekker de tijd van 23.59 uur aangeven. Ik heb een klein momentje gewacht totdat ik 00.00 uur op het reiswekkertje zag staan en mijzelf vervolgens een leuke dag en een goed nieuw jaar toegewenst.
’s Morgens kom ik aan bij Big Milly’s in Krokobite Beach en waan me in een paradijsje. De perfecte locatie om je verjaardag door te brengen.
Ik had verwacht dat de trotro in Krokobite zou stoppen, maar hij rijdt door naar waarschijnlijk Accra. Ik moet langs de doorgaande weg uitstappen en het laatste stuk een auto zien te regelen. Helemaal niet erg. Het toeval wil echter dat ik op de verste plek verwijderd ben van de deur, zittend in de hoek op de achterbank. In Nederland nog niet zo’n probleem, maar hier is het gangpad gevuld met klapstoeltjes en moeten al die mensen nu gaan staan en zich of ook naar buiten begeven of zich half bij anderen op schoot persen, zodat ik er langs kan. Lachend zeg ik sorry en ben blij dat ik toch besloten heb om te reizen in een broek in plaats van een rokje. Het is namelijk leuk klim- en klauterwerk om de bus te verlaten.
Het voelt zo gigantisch vrij om even later met mijn rugzak op mijn rug daar in deze onbekende omgeving te lopen. Ik ben aan het nadenken hoe ik dit beter kan omschrijven, maar kan niet echt zinnen maken. Vrijheid, ruimte om me heen, geen haast, avontuur, alles op je af laten komen, geen idee wat je te wachten staat, compleet ander straatbeeld dan Nederland. Alsof ik in de teletijdmachine van professor Barabas uit de Suske en Wiske ben gestapt. Ik ben hier zo opvallend anders en tegelijk beweeg ik mij voort alsof ik hier al jaren tussen hen inleef. Ik voel me open. Geen belemmering door welke gevoelens dan ook.

’s Middags sta ik in de oceaan. De oceaan is te ruig om in te zwemmen. De golven te hoog en de stroming te sterk, maar tot mijn knieën in dit water staand met het bijbehorende uitzicht is al zo groots. Dan heb je even niets meer te wensen.
Het enige dat ik de rest van de dag doe is relaxen.
Je mocht niets geen bezittingen mee het strand opnemen. Het kat op de spek binden-verhaal. Het resort is ommuurd en er is een opening naar het strand. Bij die opening zit iemand die je kamersleutel bewaard. Alle waardevolle spullen liggen al in de safe op de receptie. Alles wat je eet en drinkt reken je af bij je vertrek. Je hebt dus ook niets geen geld nodig overdag. Ik lig op het strand op mijn Ghanese lap stof in gezelschap van een boek en een fles water. Ik lees enkele bladzijden en dommel in slaap. Ik draai me eens om en bespied de mensen verderop bij de vissersboten. Een slokje water en weer lekker liggen soezelen. Door de wind die de oceaan meevoert is het prima vol te houden. Wat een verjaardagscadeau!
Ik fris me op met de bucket-shower. De emmer water takel ik eerst zelf uit de put omhoog. Ik sta achter het muurtje. Gemetseld met natuurkeien dat naar mijn idee weer eens te laag is en giet het koude water over mij heen. Schoon worden is het niet, maar het ergste zand wordt weggespoeld. Ik trakteer mijzelf op een milkshake en behalve heel erg genieten, doe ik deze dag dus verder helemaal niets.

’s Avonds had ik een cocktail willen drinken. Zal er vast goed inslaan, want ik heb nog geen druppel gedronken in Ghana. Het drankje blijft echter in de fles. De barman onder zijn strooien dakje mag alleen de kant en klare drankjes uit de koelkast pakken en geen cocktails maken. Ik spoor hem aan, want de flessen staan allemaal binnen handbereik. Dan valt me zijn gezicht pas goed op. Dat grote lichaam en dat gezicht lijken op dat van de man uit de film The Green Mile. Deze versie is iets minder groot, maar in combinatie met die dromerige gezichtsuitdrukking maakt hij dezelfde gevoelens bij mij los. Zo’n iemand wil je geen strobreed in de weg leggen. Daar voel je genegenheid voor.
Deze dag was goed. Ik voel me goed. Het is goed.
Goede nacht gewenst.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *