Relax

Relax

‘Mama, ik hou van vrachtwagens. Jij van auto’s hè?’ De laatste huizen in de nieuwbouw worden gebouwd en we kunnen niet door de straat op weg naar kinderopvang en werk. Een vrachtwagen en een hijskraan met lampjes blokkeren onze route. ’s Morgens hebben we een strakke planning, balen.
‘Mama, ik hou van trekkers. Jij van auto’s hè?’ Op de buitenweg rijdt een trekker voor ons. En ja, wij hebben een strakke planning ’s morgens.
Op ons afscheid beknibbelen doen we echter niet. We lopen het erf van de kinderopvangboerderij op. Groeten de rode poes op de picknicktafel en ik moet de nieuwe fiets bewonderen. Ik krijg bij het weggaan 2 armpjes om mijn nek die mij fijnknijpen en kus haar blonde haartjes. Nog even zwaaien voor het raam samen met een paar kushandjes en ik kom nog precies op tijd op mijn werk.

Vorige week moest ik denken aan hoe dat vroeger ’s morgens ging met mijn planning, toen ik naar de middelbare school in Hoogeveen ging. Eva Luna is gek van al dat grote transport en we moesten nu eindelijk maar eens in die bus die we altijd over de Urkerweg zien gaan. Nou, wat me mijn hele jeugd niet gelukt is, ik stond nu veels te vroeg bij de bushalte. Eerder was het rennend de achterdeur uit. Jas dicht makend terwijl ik stiekem de tussendoorroute nam door de tuin van de achterburen. Hinkstap springend door de bosjes bij het groene kruis gebouwtje en hopend dat er een lange rij stond te wachten om de bus in te gaan, zodat het allemaal even duurde en ik nog net als laatste kon instappen.
Nu zat ik braaf op het bankje in het bushokje te wachten. Mijn meisje stijf tegen mij aan. En o wat zat ze zich te verkneukelen.

Ik rijd van mijn werk naar huis en bedenk wat ik allemaal snel in het uur thuis moet doen, voordat ik mijn meisje straks weer ophaal. ‘We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en 
weer doorgaan’, ik zing ongemerkt dit lied in mijn hoofd en opeens hoor ik wat ik zing. Het woordje ‘moeten’. Ik moet niets! Hoogstens poepen, corrigeer ik mijzelf lomp.
Ik kan maar beter om mij heen kijken. Ik zie het land dat uitrust en zich op maakt voor de nieuwe gewassen. Ik zie een berm waarin de eerste madeliefjes te zien zijn. Ik zie de meest mooie wolken in vele tinten wit en grijs. En dan tussen die wolken door, recht voor mij, knalt het licht er ineens langs. Er schieten tranen in mijn ogen. Allereerst doordat het licht zo fel is en ik weiger een andere kant op te kijken. Het is zo mooi. En dan ook wel tranen omdat ik van dit licht emotioneel word. Alsof het licht extra schijnt voor degenen die het zien. Zij die de tijd nemen om te kijken.
Alles bekijken, zonder haast.

Ik heb mijn meisje opgehaald van de boerderij en zit relaxt in de auto met haar naast mij. We staan stil voor de brug.
‘Ja, mama houdt ook van boten’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *