Tag Archives: Corona

Melodie

Melodie

Sneeuw langs het pad. Lachende stemmen vol verwachting. Door de geopende deur stroomt de warmte mij tegemoet. De geur van een kaars zegt ‘Welkom in dit huis’. De grote mosterdgele wand, voorzien van strepen zon die door de lamellen heen piept. Muzikanten die aan het inspelen zijn. Ik geef mensen een hand. Ik voel de sensatie van huid. Ik kijk in vriendelijke gezichten.

Muziek maken. Muziek beleven. Wie begeleidt wie. De toetsenist het instrument of leidt de melodie hem. Vingers die zelfstandig een weg lijken te vinden naar de toetsen.
Een stem, warm en vol. Een inleidend praatje. Een lied. Ik pik zinnen op en in mijn hoofd begint een feestje. Ik leg mijn hand op mijn buik want ik wil niet alleen in mijn hoofd leven. Ik wil dit door mijn hele lijf. Met mijn hand schrijf ik namen van geliefden op mijn been. Ik wil hen erbij halen.

Dit wat ik nu meemaak. Dit is hoe het leven bedoeld was. We zijn hier met dertig mensen bij elkaar, maar veel meer mensen zouden dit moeten voelen. Zouden er mensen zijn die muziek willen maken volgend weekend of het weekend daarna? Het mag bij mij thuis of ik regel een ruimere plek.

Door welke melodie laad jij je leiden. Ik voel wat mijn melodie is. Wat mijn weg is. Ik vind het spannend mij uit te spreken. Slim gekozen woorden en cijfers in de media maken mij stil, terwijl ik zo sterk de trilling op pak van een ander geluid waar ik nog niet de woorden van ken. Geluid ontstaat wanneer er iets in trilling wordt gebracht. Met het oog kunnen we die trillingen niet zien omdat deze heel snel zijn, maar je kan het geluid wel opvangen met je oren.

Ik vang het op met mijn bewustzijn. Het voelt groots. Het voelt zo waar en ik weet dat ik mijzelf mag vertrouwen. Ik wil mij verbinden met mensen, met muziek, met kunst, met natuur. Het kan gewoonweg niet fout zijn dat te doen.
Bescherming van een ander, vaak welkom, maar wanneer pakt het je eigen wijsheid, je eigen leven uit handen.

Ik zie levenslustige gezichten om mij heen en luister naar het lied We’re all coming home. ‘We gaan allemaal naar huis. Luister naar het ritme van je hart als je niet weet waar je heen moet. Luister naar het lied dat op je eigen zielsradio speelt.’

Bloesem

Bloesem

‘Linkervoet op groen.’
Als ik de slogan ‘Advies en maatwerk in grootkeukens’ nu eens boven die afbeelding plaats.
‘Rechterhand op rood.’
Ja, dan komt het tekstvlak voor Ovri, de rvs-fabriek van Hakvoort Professional ook beter uit.
‘Ieuww!’
Ik hoor een gil en een harde bons boven mij op de zoldervloer. Blijkbaar is dat laatste standje in Twister niet haalbaar geweest.

Op zolder speelt Eva Luna met haar vriendin en ik zit in mijn geïmproviseerde kantoorkamer op de eerste verdieping. Her en der sprokkel ik mijn thuiswerkuren bij elkaar en maak momenteel advertenties in de nieuwe huisstijl op.
De eerste dag dat de school en opvang sloten, nam ik Eva Luna nog mee naar kantoor. Ja, ik waste mijn handen vaker, maar verder zat het corona nog niet in mijn systeem. Tot ik mijn directeuren zag. De spanning van de afgelopen weken en de bevestiging in de eerste toespraak van premier Rutte, tekenden zich af in hun lichaamshouding. Schouders die vermoeid naar voren hingen, de opeenstapeling van nieuwe ontwikkelingen zichtbaar in de rimpels op hun voorhoofd. Leen die voor het eerst niet glimlachte bij het zien van mijn meisje. ‘Hou haar op je kantoor, ze mag niet door het pand lopen.’

Mijn Lief heeft inmiddels een tante en een oom verloren aan het coronavirus. Een zoon is plots geslaagd voor zijn opleiding. Alle evenementen zijn geannuleerd, steeds meer winkels en bedrijven dicht. Ik voel angst als ik hoor dat in de Noordoostpolder mensen besmet zijn.

En onder al die onrust, verstopt als onder een laken waar we een tent van hebben gemaakt, leven Eva Luna en ik. We hebben een ritme gevonden. ’s Morgens om acht uur uit bed. Wassen, aankleden en ontbijt en om negen uur beginnen met het schoolwerk. De uitkomst van de som 7×8 kon ik nooit onthouden, maar nu ik dagelijks de tafels nakijk zal ik 56 altijd linken aan deze weken. Terwijl ik de ramen was, zie ik Eva Luna gebogen over haar spellingswerkschrift. Tussen de middag eten we samen aan de ronde tafel. We lachen veel.
O, we hebben elkaar ook wel in de haren gezeten. ‘Jij legt het helemaal verkeerd uit. Juf doet dat heel anders!’, maar juf vlogt en mailt en schreef dat Eva Luna geduld met mij moest hebben. ‘s Middags mag ze spelen in de tuin met haar vriendin of heeft ze ineens online blokfluitles. Twintig minuten stond ik met mijn telefoon in de hand met de camera op haar gericht, zodat zij met juf kon videobellen via de app.
Na het avondeten wandelen we. We zien kikkerdril en beren.

Het gekloot met inlogschermen van allerlei online lesmateriaal, het soms tot tien uur ’s avonds aan het werk zijn, het altijd aanwezig zijn van corona; ergens word ik moe van alles.
Maar het is net zoals het verhaal uit het prentenboek ‘Wij gaan op berenjacht’: We kunnen er niet bovenover, we kunnen er niet onderdoor… O nee! We moeten er dwárs doorheen.

Ik begrijp dat mensen vanuit een vorm van controle willen hebben, doemscenario’s bedenken, maar ik denk dat je handelen je gedachten volgt …
Ik kijk naar de eerste witte bloesemblaadjes van de pruimenboom. Ik zie een nieuw begin van nieuwe vruchten. Hier wil ik in investeren en ik bewerk de grond.