Tag Archives: Eerste schooldag

Mallemolen

Mallemolen

‘Mama,  iemand op school zegt dat ik jong ben.’ Klonk dat nog verontwaardigt, boos klinkt het volgende: ‘ Maar ik ben géén jongen. Ik ben een meisje!’
Zal ik het haar uitleggen? Nûhhh, laat maar even zo. Haar koppie heeft nu dezelfde kleur als haar witblonde haartjes en daar gaat even niets geen nieuwe informatie meer bij in.
‘Was het leuk op school?’ waag ik toch nog te vragen.
‘Nee! Een jongetje zei dat ik niet gek mocht doen en een meisje zei dat ik niet in de klas  mocht rennen.’
Pfff, zo klinkt school inderdaad niet leuk.

Ondanks dat ik de tranen nog op haar wangen zie liggen en het snot in het snotgeultje,  weet ik dat er tegenover deze opmerkingen heel veel goeds staat. Ze is goed op haar plek op school. Ze kan de uitdaging van nieuw  aangeboden lesstof wel aan. Is er wel aan toe.
Trots laat ze de Boekenprettas zien. Ze heeft een prentenboek van school mee gekregen.
Mijn maag rommelt. Ik heb zin in een boterham. Mijn meisje heeft na een ochtend school behoefte aan lichaamswarmte en rust. Eerst samen op de bank tegen elkaar aan zitten en het boek twee keer lezen.
Even thuiskomen.

Op de opvangboerderij hoorden we al bij het interieur. Alles was bekend. Voelde vertrouwd. Je wist wat je leuk vond en wat niet. Nu moet je alles opnieuw uitzoeken. Allemaal nieuwe kinderen. En ja, jij bent de jongste. Spannend. Maar blij met de hele positieve wendagen en ook nu, ondanks de tranen  voelt het goed.

Ik zie mijn meisje bijkomen van haar ochtend school. Even onder een dekentje en liggend een broodje eten. Half een filmpje volgen op de televisie en dan, als het lijf weer wil en er weer wat kleur op haar wangen zit, lekker spelen.

We spelen kappertje en aangezien ik met mijn staarten met roze elastieken zo gek lijk, mag ik meedoen met K3. ‘Je lijkt op Kathleen mama.’ Samen staan we te dansen voor de tv met K3 dvd.  We zingen alles mee. De cd van K3 zit namelijk al enkele weken vast in de cd-speler  van de auto. Het is een malle wereld.

Kom! De mallemolen draait weer een rondje. Kom, spring op je paard. Ga los op de muziek. Voel de wind door je haren. Kom!
Klopt, het leven is niet altijd alleen maar makkelijk als je aan het groeien bent. We zullen van alles moeten leren. Maar kom! Er is nu een paardje vrij.

 

Nietsdoen

Nietsdoen

Ik lig. Mijn ogen dicht. Ik hoor een rustig muziekje. Een dikke rulle handdoek is over mij heen gelegd. Zachte vingers gaan stevig en doeltreffend over mijn gezicht. Gedachten over de dagplanning vervliegen. Bijna zou ik zelfs wegdoezelen, maar dan hoor ik een: ‘Komt ie.’
Oké dan. Dat was de harspleister onder mijn wenkbrauw.
Maar wat is het zalig om in een grote relaxstoel te liggen en even niets te moeten. Wat een verwennerij. Een cadeau van mijn lieverd – niet dat het nodig is hoor, maar als jij het fijn vindt.
Ik kende Jenneke, de schoonheidsspecialiste in mijn dorp niet, maar daar zal de komende maanden vast verandering inkomen.

Het voelt zo luxe. Het cadeau. Het niets moeten.
Mede overigens mogelijk gemaakt door de basisschool. Voor het eerst in vier jaar heb ik twee ochtenden in de week voor mijzelf. Kan ik overdag poepen zonder publiek. De winkel door zonder kind in de kar, naast de kar, onder de kar. Iets in mijn mond stoppen zonder het stiekem te doen. ‘Wat heb jij mama? Mag ik ook?’ Een boek pakken en twee bladzijden lezen zonder tussendoor te hebben gereageerd of wat net zoveel energie kost, een vraag genegeerd te hebben.
Wat begint deze eerste vrije ochtend goed!

Ik lig. Mijn ogen dicht. Ik hoor gesnik. Een klein meisje ligt languit op mij. Mijn vingers gaan zacht strelend over haar lijfje. Gedachten over de dagplanning vervliegen. Kom maar meisje, kom maar onder mijn huid. Kruip maar in mij weg en laad je op aan mij. We kunnen wel delen. Ik heb weer genoeg energie.
Was de school, waar je vanmorgen op het schoolplein al voor mij uit naar toe holde zo leuk, maar ook zo vermoeiend? Zijn er zoveel nieuwe dingen?

Mijn kleine Eva Luna, mijn meisje van de maan.
Kom maar liefje. Kom maar liggen. Je hoeft nu even niets.
Doe je ogen maar dicht.
Dan fantaseer ik een schommel voor ons aan de maan.
Dan gaan we zachtjes wiegen.
Zwaaien we naar de sterren.
En doen verder even helemaal niets.