Tijd

Tijd

Hoe laat zou het zijn. Niet dat het ook maar iets uitmaakt. Ik kijk over de rand van mijn boek. De zon zit achter de tweede palmboom. Ik weet genoeg. Drink een slok van mijn cocktail en zak weer achterover op mijn ligbed.

De eerste dagen was het bij vlagen moeilijk. ’s Morgens een zomerjurkje van het hangertje afwippen, aantrekken en dan zonder plan de hotelkamer aflopen. Onthand sta ik buiten. De ene ochtend lopen we 500 meter over de boulevard naar links. De andere ochtend 500 meter naar rechts. Verbazend over de heerlijke temperatuur op Tenerife. De ronde zwarte stenen op het strand. Om vervolgens met een blanco agenda bij het zwembad te gaan liggen.

Ik moet toch wel iets doen? Iets zien? Iets ontdekken? Iets van avontuur beleven? Indrukken opdoen van de wereld? Op zijn minst dat ik een planning maak waarin staat dat ik tussen twee en vier uur even niets hoef, maar daarna toch wel iets?

Braaf volg ik vriendlief. Ik kijk hoe hij ligt. Zijn gezicht ontspannen. Zijn loopje naar de bar. Zijn loopje naar een verfrissende buitendouche en hoe hij weer ligt. Eén en al tevredenheid.

De stilte wordt verbroken. De muziek zwelt aan. Een opzwepende beat. Aqua gym. Zal ik? Ik lig zo lekker, maar ik moet toch wel een keer iets doen? Als ik bezig ben, zal ik het ook vast leuk vinden. Aan de rand van het zwembad staat de instructrice. Ze gebruikt met een fanatiek enthousiasme haar stem en lijf. Uitstappen, armen draaien en lachen. Ik leef me in en dat kan ik heel goed. Ja, ik voel mijn spieren al bijna branden. Het is ook wel best zo. Ik blijf liggen. Glimlachend.

Eén keer maak ik een uitspatting en komt mijn vroegere ik van vorige week om de hoek kijken. Ik kan toch niet een week hier zitten zonder ook maar iets van dit eiland gezien te hebben. We huren een auto. Stappen in met onze flesjes drinken en rijden weg. Waar is die beroemde vulkaan. Wij komen eraan. We worden getrakteerd op een buitenaards landschap. Uitgespuugd door El Teide. Lava, versteend in de meest grillige vormen.
Het dansen op de vulkaan moeten we echter aan anderen overlaten. Het boven wachten, vol in de wind, op de gondelbakjes die ons naar het het topje zullen brengen. Mijn jurkje is veel te luchtig voor deze 3.000 meter hoogte. Ik voel me zo’n domme toerist. Eentje die ik tot vorige week nooit begreep. Heel even voel ik een vleugje misselijkheid om mijn niet-planning.

Later die middag sta ik in de Atlantische Oceaan. Op een mooi, deels verlaten strand laat ik de branding tegen mijn lijf aanbeuken. Het fijne zwarte vulkaanzand plakt tegen mijn benen. Het ruizen van de golven. De witte schuimbellen. De spetters die mijn gezicht verfrissen. Hypnotiserend. Ik geniet. Ik heb de tijd. We doen het een keer omgekeerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *