Aankondiging

Aankondiging

Staand aan het aanrecht ontdoe ik enkele spruitjes van het buitenste blad. Ik kijk naar buiten en een knus gevoel maakt zich van mij meester. Het regent. De lucht heeft een dreigende kleur grijs-blauw en het felle zonlicht kleurt het laatste zomergras nog even fris groen. In de plas op de parkeerplaats zie ik grote bellen ontstaan als de druppels daar met geweld in neerkomen. De stokrozen zwiepen heen en weer langs het raam met in de top nog een enkele roze bloem.
Het ruisende geluid, de kleuren.
Buiten begint de herfst.
Binnen begint de knusheid.
De schemerlamp in de hoek van de kamer brandt al, ook al is het nog maar 17.00 uur. Een symfonie van Dvorák zorgt dat ik diep en rustig ademhaal. Het verzorgende, het bezig zijn met eten vult me met tevredenheid.
Na werktijd snel naar huis en daar alvast het eten bereiden voor mij en mijn meisje. De gedachte dat ik haar zo weer ophaal van de boerderij en we daarna samen aan tafel zitten, geeft me een warm gevoel.

Haar ziend op de boerderij, stiekem even vanaf de gang door de glazen deur, meekijken hoe zij leeft in deze wereld. Lopend tussen andere kindjes en spelen met speelgoed dat ik niet ken. Kletsend tegen de juf.
En dan als ze mij ziet. Dat oplichtende gezichtje. Dat ‘mama!’ Het naar me toe rennen met armen wijd gespreid. Na een knuffel ook weer snel van mij afwendend. Nog even met de pop spelen, nog even laten zien hoe ze van het ene kussen op het andere kan springen. Mij meetrekkend naar de wand waar de knutselwerkjes van vandaag hangen en aanwijzen welke zij gemaakt heeft.
Voordat we naar de auto lopen, even door de stallen. De babykonijntjes aaien en de neus van het grote paard strelen. En wat fijn, de rode poes slalomt nog even tussen onze benen als we bij het hek staan en bedelt om een kroel in haar nek. De onthoofde zwaluw die ik zag liggen, geef ik een luchtkusje mee.

Thuis aan tafel. Elkaars handen vasthouden en elkaar een smakelijk eten wensend. De gesprekjes zijn kort. De woordenschat is nog beperkt. Maar het is goed zo.
Voor het naar bed gaan op de grond, op het kleed een toren van duplo bouwen. Pyjama en slaapzak aan en nog even nestelend samen op de bank, terwijl we de regendruppels over het raam met onze vingers volgen.

Mijn meisje ligt in bed. Op de weg naar beneden langs de sokkenla. Wat voelt dat na een zomer op slippers, weer heerlijk aan mijn voeten. Huiselijke warmte.
Er komt weer een nieuwe tijd. Een nieuw seizoen.
De belofte die nu zo in de lucht hangt. Ik geniet ervan.

4 Responses »

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *