34. Vrijdag 26 augustus

34. Vrijdag 26 augustus

Dag 1 in Kumasi.
Sommige dingen voel je gewoon gelijk aan. Zonder het nu echt te kunnen benoemen, weet je, het is zo. Ik hoop dat mijn gevoel er nu helemaal naast zit, want ik kan echt niet op krukken over de touwbrug van National Park Kakum.

Ik kom zojuist uit het internetcafé. Als ik buiten sta, zie ik dat het al donker is. Ik baal even. Ik ben vanmiddag net in deze stad Kumasi aangekomen en ken nog niet de weg. Ik sta even stil om me te oriënteren. Terwijl ik in de richting loop waarin ik denk te moeten lopen, word ik aangesproken door 2 jongens. Ik heb geen zin in een praatje en zeg alleen ‘good evening’ en reageer verder niet op hun vragen. Ze blijven echter roepen en hebben het over Holland. Ik wil niet dat ze denken, dat ik arrogant ben. Ik wil geen gedonder nu op straat en draai me om, om toch vriendelijk over te komen.
Tegelijk stap ik echter van de straat op het lager gelegen trottoir. Stappen is trouwens niet het goede woord. Ik val gewoon. Even lig ik versuft. Wat voel ik allemaal. Ik voel mijn voet en voel een schrijnende plek op mijn elleboog. De jongens komen naar me toe rennen en helpen me overeind. Eén wil aan mijn voet zitten. Blijf eraf!
Terwijl mijn hartslag weer wat rustiger wordt, laat ik ze lekker doorkletsen. Ik moet even goed nadenken en zit veilig zo met deze 2 jongens. Ik vraag de weg naar het STC-station. Vlak daarbij is mijn hotel, maar zij hoeven de naam van mijn hotel niet te weten. Gelukkig, ik liep in de goede richting. Ze vragen of ik een taxi nodig heb. Volgens mij ben ik in 5 minuten bij mijn hotel en ik heb geen zin in gezeur en afdingen bij een taxichauffeur. Ik probeer op mijn voet te staan. ‘Auw!’, maar het gaat. Ik loop tukkend de straat af. Beweging is vast goed, houd ik mezelf voor.

Boven gekomen op mijn hotelkamer, trek ik mijn schoen uit en bekijk de schade. Ik zie niet echt wat bijzonders aan mijn voet. Ik pak een emmer water uit de gezamenlijke badkamer op de gang en vul die met koud water. Wat luxe zeg, ik heb stromend water zo uit de kraan. Oh en een spiegel waarin ik mijn hele bovenlichaam kan zien. Ik zit op de rand van mijn bed en stop de voet in de emmer. Hopelijk gaat het koude water zwellingen tegen.
De pijn wordt alleen maar erger. Ik leg mijn voet op de stoel en betast hem voorzichtig. Boven op de voet in het midden is het erg pijnlijk. Ik ben bang. Dit is niet goed. Er is iets mis in mijn voet.

Ohh en ik voelde me vandaag net weer zo lekker dapper en avontuurlijk. Na de 6 uur durende busreis stapte ik uit op het STC-station. Hijs de backpack op mijn rug en wandel over het station naar een man in uniform. Ik vraag de weg naar The Guestline Lodge. In The Bradt Travel Guide las ik dat dat een hotel vlakbij het station is en ook nog eens een van de goedkopere. Ik had gistermorgen gebeld om alvast een kamer te reserveren, maar toen zeiden ze dat het vol was, tegelijk met de mededeling ‘zie eerst maar dat je alle vervoer haalt, reserveren is hier geen doen voor ons’. Ik gok het erop. Mocht het echt vol zijn dan hebben zij misschien wel een ander adres voor mij.
Daar loop ik in mijn uppie met mijn veel te zware backpack loopjongens en taxichauffeurs af te wimpelen. The lodge is inderdaad vlakbij het station en ze blijken een kamer voor me te hebben. Op het balkon zit ik de omgeving te bekijken en lees The Bradt Travel Guide en heb een idee van wat ik hier wil zien en bezoeken.
Vanmiddag dus lekker door te stad lopen dolen en de straat gevonden met boekenkraampjes. Na lang zoeken een Nederlands boek gevonden. Veel te dik helaas, past moeilijk in mijn kleine handtasje en de titel ‘Weduwe voor een jaar’ van John Irving spreekt me niet gelijk aan, maar ik herken de omslag wel. Het is een bekend en hopelijk goed boek. Het is tevens het enige Nederlandse boek dat ik kan vinden en ach ik kan weer even vooruit met deze 739 bladzijden.

Al lezend probeer ik een beetje in slaap te vallen. Ik heb een tijdje gedommeld, maar word wakker door de pijn. Ik slik 2 paracetamols. Morgen is mijn voet vast weer normaal.
In mijn hoofd ben ik bang, maar ik wil niet aan het idee denken dat mijn reis heel misschien is afgelopen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *