Category Archives: 02. Dagboek 2022

Let op

Let op

‘Let op.’ Het koolmeesje dat ik zag aan het begin van de Tollebekerweg bracht mij deze boodschap. Het was niet in de sfeer als waarschuwing voor gevaar. Sowieso, een boodschap van een koolmeesje …
Aan het eind van de Tollebekerweg weet ik echter wat het bedoelde.

Rijdend langs akkerland met vergezichten aan weerskanten wordt plots mijn blik getrokken naar het speciale schouwspel voor mij. Groen licht als schijnend door de sluiers van een hemelbed. Ik rij onder een dak van bladeren. Het blad reflecteert het zonlicht spelend boven mijn hoofd. Het tintelt in de lucht. Lichtbolletjes zie ik dansen. De warmte voel ik niet in de auto, maar ik weet nog hoe ik ditzelfde vroeger inademde. Dat ik één was met de omgeving.
Ik fietste over een smalle weg. Bomen aan beide kanten van mij, dicht aan het pad met kuilen. Een geborgen boog van takken en blad boven mij. Kwikstaartjes huppen met hun zwart witte staartjes een tiental meters voor mij uit, vlinders fladderen mee terwijl in het veld een leeuwerik het muzikaal begeleid.
Er is alleen dit. Het licht. De warmte. Een wind die liefdevol streelt. Hier is geen tijd.

Mijn moeder fietst naast, voor en achter mij. We kijken om ons heen en praten ook wel met elkaar, maar niets is nodig. We fietsen naar oma, mijn moeders moeder. Vanaf ons huis een half uur tussen de weilanden door naar Ane. Mijn moeder wijst de erven aan waar haar vroegere schoolvriendinnetjes woonden en op welke boerderij haar geliefde nicht nu zit. We fietsen langs haar lagere school en de Löstersweg. We steken een grote weg over. Waar nu het asfalt ligt daar schaatste zij vroeger. Oma’s boerderij ligt aan de parallelweg genaamd De Vaart.
Mama is anders als zij praat over vroeger. Alsof er in dat leven een andere vrolijkheid zit. Totdat ze ging trouwen woonde ze op de boerderij en in gedachten zie ik een oude zwart wit foto voor mij. Er staat en zit een lachend gezin met zes kinderen buiten op het erf. Mijn moeder is de jongste en vertelt dat ze zo lachend op de foto staan omdat het paard het boeket margrieten dat op de tafel voor hen stond probeerde op te eten.
Bloemen en bramen te over in deze bermen, net zoals het voedsel op het land, net zoals de liefde in deze boerenlucht.

Ik rij maar kort onder de bomen. In de Noordoostpolder heb je niet zoveel wegen waar je onder bogen door kan, maar net lang genoeg om even op een plek te zijn geweest waar niets hoeft. Waar geen tijd bestaat. Enkel feestelijk onbezorgd licht.
Let op. Je ziet zo wat moois.
Bedankt koolmees.

Energie

Energie

‘Dapper.’ Bij de tweede ronde zegt ze: ‘Slim.’ En bij de derde en laatste ronde zegt ze terwijl ze mij half verlegen aankijkt en vervolgens glimlachend wegkijkt: ‘lief.’ Mijn derde beurt moet nog komen, maar eerst wil ik die opkomende tranen wegmoffelen en die brok in mijn keel voordat ik met vaste stem háár derde kracht benoem. 
Mijn lieve dochter, creatief in beeldende kunst als ook in hersenspinsels, zorgzaam voor mij en zo vol puurheid heeft zojuist in haar beleving mijn drie krachten benoemd: dapper, slim en lief. 
We houden met onze rechterhand een dik kabeltouw vast dat door een boom gaat. Met onze linkerhand houden we elkaar vast. We voeren een heksenceremonie uit voor geliefden. 

We bewandelen een speurtocht met heel veel rituelen en activiteiten. Het vindt plaats in een inzichtentuin op een mooi stuk grond van de Heksehoeve in Appelscha. Het is fijn om over dingen na te denken die er toe doen. Een activiteit als het opschrijven van iets wat je lastig vindt en wat je verdrietig maakt. Het briefje vouwen we dicht en stoppen we in een gleuf van een boom. In een holle boom mag je zeggen wat je eigenlijk tegen niemand wilt zeggen omdat je vindt dat die boosheid eigenlijk niet mag. Giechelend lopen we die eerst voorbij waarna we allebei toch een paar keer terug lopen en gehaast fluisterend woorden de holle boom insturen. 
We lezen runentekens, bezoeken de kruidencirkel en weven een paarse en roze draad in een getouw en verweven ons daarmee met een persoon die we missen. We hangen een gekleurd lint om een tak en lopen drie rondes om de boom met de vraag of de boom een geliefde van ons wil steunen. 

Alles deze middag is gericht op wat er echt toedoet in het leven. Vertaald in de 2 heksenwetten als; doe wat je wilt mits je niemand, ook geen dieren en natuur schaadt en de Wet van Drie. Volgens deze wet zal alles wat je doet in drievoud terugkomen. Gebruik je magie om anderen te helpen, dan krijg je er goede energie voor terug. Zijn je intenties niet zuiver, dan krijg je daar later een driedubbele portie van gepresenteerd. 

Bij het wensenritueel waarbij 15 voor elkaar onbekende mensen aanwezig zijn, horen we ieders wens, anoniem voorgelezen door heks Margarita. De eerder ingeleverde wensbriefjes, zowel die van de kinderen als de ouderen zijn zo mooi. Het is alsof we een nieuwe wereld creëren. De liefde en fijne energie spat er van af. 
Ook het wichelroede lopen dat Margarita ons uitlegt en waarbij we zo duidelijk zien dat alles bestaat uit energie is magisch en tegelijk vertrouwd. 
Wat zijn we zelf toch magisch en wat zijn we soms toch ver bij onszelf vandaan. 

Terwijl ik tussen de weilanden met koeien door terug naar de camping fiets, trap ik bij elke trapper extra energie in mijn dapper zijn, in het gebruik maken van mijn slimheid en mijn liefde. Energie die gewoon gratis is! Opgewekt door mijzelf. Energie die precies daar terecht komt waar het nodig is.

Help

Help

‘Help!’ Ik schreeuwde het meerdere keren. ‘Help me, help me!’ Hij had mij ingehaald en zijn arm zat om mijn nek. Mijn roepen lukte daardoor eerst ook niet zo goed. Midden op straat stonden we met voor ons een plein en naast ons een lantaarnpaal. Ik schreeuwde inmiddels wel goed luid. Ik kon mijzelf horen, maar de mensen om ons heen en het waren er veel, liepen gewoon door. Ze keken zelfs geeneens naar ons. 

Ik word wakker van mijn eigen geschreeuw. Ik schop het beklemmende dekbed van mij af. Draai wild heen en weer. De angst zit nog in mijn lijf. Niet door die kale afgetrainde man die mij vast hield. Mijn autosleutels had ik inmiddels in zijn arm gestoken en zijn greep verslapte. Ik was bang voor al die mensen om mij heen. Ze liepen gewoon door.

Ze liepen gewoon door. Vlak voor mij liep een wat oudere vrouw met een grijze jas aan. Ze moest ons hebben gezien toen ze aan kwam lopen. Gezien hebben hoe iemand mij tegen mijn wil wilde meenemen. Hoe hij zijn arm krachtig om mijn hals legde en mij wurgend naar de grond wilde toetrekken. Ze moet mij hebben gehoord, maar ze deed niets. Heeft ze geen moederinstinct? Of een ander oergevoel dat ingrijpt bij het zien van onrecht? 

Huilend lig ik in bed.
Ik zoek de hand van mijn Lief. Zijn warmte weekt mij los uit mijn droom. Mijn ademhaling wordt weer rustiger. Nog steeds hem aanrakend dommel ik na een tijdje weer in. 

Inmiddels zit ik rechtop in bed.
Het is ochtend. Een nieuwe dag. Het rolgordijn is nog dicht en de kamer daardoor omfloerst. De grijze beelden van de nacht dringen zich op en ik word terstond verdrietig. De droom van vannacht was geen droom. 
En om deze constatering schiet ik weer vol. 

Nieuwe wereld

Nieuwe wereld

‘Je moet je hand zo doen mama en dan die andere hand er plat achter.’
‘Ja, ik zie het!
Dat is een narcis!’
De ene hand is als je hem bol maakt met al je vingers naar voren de trompet en de andere hand die je dan gespreid met de binnenkant tegen de rug van je hand plaats zijn de gele blaadjes achter de trompet.
Eva Luna heeft gebarentaal op school geleerd en nu ik haar naar de gym breng, beeldt ze in de auto allemaal lente-woorden uit.

De lentezon zet haar gebaren kracht bij. We worden blij als ik de gebaren goed raad en we worden blij van al het vrolijke geel dat we zien als we ons dorp uitrijden. Bermen vol narcissen. De trompetten diep donker geel en de puntige bladeren daarachter iets lichter van kleur. Toen ze nog een kleuter was maakte ik haar wijs dat de bloemen er speciaal voor haar stonden. Een bijdrage aan haar verjaardagsfeest eind deze maand. Zou ik hiermee een narcist kweken?

In de Griekse mythologie staat de narcis gelijk aan blinde liefde voor de eigen persoon. Een symbool voor zelfzucht en ijdelheid. In onze samenleving lijken ambities soms ook door te slaan naar te individueel jezelf verrijken, naar teveel hoogmoed.
Eva Luna ontkracht mijn korte gedachte. ‘Dit zou fijn zijn voor jou mama. Als je moe bent en niet tegen veel geluid kan, kan ik het gewoon uitbeelden.’

Het geel van de bloem straalt in haar door. De kleur met het meeste licht; de zon en nieuw leven. Een kleur die ik als grafisch vormgever in een logo gebruik om het product positiviteit, plezier en energie te laten uitstralen. Met geel kan je opgewekt en zelfverzekerd in het leven staan.

Het gebaar voor lente laat Eva Luna mij ook zien. Ik wil het gelijk leren en nadoen. Wat een kracht spat er van af. De vingertoppen van een hand tegen elkaar en omhoogwijzend. Daarom heen vouw je de ander hand. En vervolgens laat je de vingertoppen met kracht stuwend naar boven uitkomen. Je hand opent zich in de nieuwe lucht.

Geel staat ook voor creativiteit en fantasie. Je bent hier op aarde niet gekomen om te reageren, maar om te creëren. Nu ik naast mij kijk zie ik mijn bijdrage aan de wereld en zie ik nog beter hoe belangrijk de liefde is. Wat zal ik deze bloembol goed verzorgen. En wat zal zij met al haar creativiteit en energie die in haar zit de wereld mooi kleuren.
Zíj is de nieuwe wereld.

Schitteren

Schitteren

Ik vond het mooi om vandaag 7 januari stelling in te nemen tegen de buitenproportionele overheidsmaatregelen en de wijze waarop onze vrijheid beperkt wordt, maar dat ik mij manifesteerde in Emmeloord ging niet zonder slag of stoot. Hieronder mijn verhaal:

Ik was bang.
Ik vond het eng.
Afgelopen zondag tijdens de demonstratie in Amsterdam, toen ik tegenover de ME stond was het mínder eng. Dat was spannend en heel heftig, maar toen leefde ik. Toen stond alles in mij aan. Toen was er niemand die mij tegen had kunnen houden en dat is ook niemand gelukt.
Voor mij werd met knuppels tegen lijven geslagen. Plots was ik zelf de eerste rij. De ME linies weken uiteen. Met een paar mensen stapten we tussen ze door. Op filmpjes zag ik later hoe 3 meter achter ons de knuppels weer neerdaalden op de mensen.

Maar nu komt er een manifestatie in Emmeloord. Ik werd stil. Mijn zicht verminderde en in mij ging het slapen. Ik sloot mij af. Ik vond het te eng.
Ik toonde mij betrokken door een affiche te ontwerpen en een tekst. Een uitnodiging voor anderen om naar de mars te komen. Zelf had ik het druk deze vrijdag en dat kwam mij ook wel goed uit.

Met een bord omhoog lopen tijdens een mars in Den Haag en Amsterdam is peanuts, zelfs op tv verschijnen of foto’s van mijzelf op social media te zien rondgaan is te doen, maar wandelen in mijn eigen woonomgeving; dat voelt bedreigend.
Soms dacht ik ‘tuurlijk ga ik’ en voelde ik mij strijdbaar. Een uur daarna had ik tig redenen om niet te gaan.

Ik vond het moeilijk om er over na te denken. Ik kwam slecht bij mijzelf. Ik wilde het ook niet. Angst remt gigantisch kwam ik achter. In de flard als ik soms wel voelde, voelde ik mij een lafaard. Dat woord ontlokte boosheid tegen mijzelf en daarmee kwam er ook kracht vrij. Ik kon mijzelf eindelijk vragen stellen: ‘Wat is het ergste dat kan gebeuren tijdens de mars door Emmeloord’. Bekenden tegenkomen die anders denken over de huidige maatregelen en misschien tegen anderen negatief over mij gaan praten?’ Het maakte mij een tijdje misselijk, maar hé ik geloof in mijn waarheid en daarna kon ik het wel uitschreeuwen: ‘Mijn leven is van mij!’

Vanaf dat ik op De Deel uit mijn auto stapte was het overweldigend. Wat veel mensen waren er. Wat een lieve gezichten. Wat ontspannen waren ze. Ik werd hartelijk begroet en daar gingen we, op weg door de Lange Nering. Ik sprak nieuwe groepsgenoten en iedereen was zo aardig. Wat begaf ik mij tussen bijzondere mensen. Sommigen liepen winkels binnen om de eigenaar een roos aan te bieden en ze kracht toe te wensen. Ik hoorde dat een eigenaar geëmotioneerd was geworden en ik zag hetzelfde in de ogen van hen die het mij vertelden.

Ik was bang en ik weet en voel dat er heel veel mensen bang zijn om heel veel dingen, maar toen ik vanmiddag liep tussen 70 fantastische mensen in, was er geen angst. Ik heb gevoeld en gezien dat we verbinding maakten met anderen op straat. Ik kon de gouden verbindingsdraden bijna zien schitteren.
Het licht gaat het winnen van de angst!