29. Zondag 21 augustus

29. Zondag 21 augustus

Vanmorgen heb ik me eerst gestort op het maken van een overzicht voor de resterende weken. Wat wil ik allemaal nog gaan doen. Hoeveel tijd heb ik daarvoor nodig, moet ik hotels reserveren, wat worden de kosten? Ik begin bij 8 september. Dan vlieg ik ’s nachts om 1:00 uur terug naar Düsseldorf. 7 september moet ik dus in Accra zijn. Ik wil niet de laatste dagen in deze drukke stad zijn en verkies een strandplaatsje 25 kilometer verderop, Kokrobitebeach. Hier wil ik van 3 t/m 6 september wel even helemaal relaxen voordat ik aan de terugvlucht begin. Zondagavond 4 september hebben ze een traditionele Afrikaanse zang- en drumavond in Kokrobitebeach (elke zaterdag en zondag staat er in de Bradt Travel Guide). Als ik dan ook eens kijk of ik er een lekkere cocktail bij kan drinken dan vier ik mijn verjaardag hier op het strand.

De dagen daarvoor wil ik naar Cape Coast. De slavenforten hier in de buurt bezoeken en ook naar National Park Kakum. En de dagen dààrvoor wil ik naar Kumasi. Vanuit Kumasi wil ik o.a. een trip maken naar het Bobiri Forest, een bos met 400 verschillende soorten vlinders.
Na wat gepuzzel besluit ik aankomende vrijdagmorgen uit Tamale te vertrekken. Dan kan ik in de komende dagen op mijn gemak onderzoeken wat ik in Kumasi en er om heen allemaal wil zien, vervoer regelen en een hotel boeken. Plus ik kan nog even in alle rust Tamale doorlopen en de laatste dingen doen. Zo wil ik deze week nog mijn haar laten vlechten. Aan de ene kant vind ik het bijna zonde, want ik vind mijn haar nu ook al wel leuk, maar aan de andere kant. Ik ben erg nieuwsgierig hoe het me staat.

Het is wel prettig om een beetje een indeling op papier te hebben staan. Ik wilde de hele tijd niet zo plannerig bezig zijn en heb de eerste 3 weken dus ook echt geleefd bij de dag en toch ook veel trips ondernomen. In Nederland was het mijn idee om alleen rond te reizen. Aangekomen in Tamale klikte het goed met Evelien en heb ik samen met haar veel ondernomen. De afgelopen dagen was ik aan het opletten welke andere blanken er hier rondlopen en schoot af en toe iemand aan in het internetcafé. Misschien kan ik samen met iemand reizen. Het is ook wel weer gezellig om dingen te delen. Ik kwam echter niemand tegen en ben nu ook weer op het punt aanbeland dat ik het eigenlijk wel weer fijn vind om alleen op pad te gaan. Ik heb er gewoon alle vertrouwen in dat ik goed voor mezelf kan zorgen. Op de hotspots in Ghana kom ik wel blanken tegen en kan ik als ik daar behoefte aan heb, ervaringen delen. Maar ook met de Ghanezen maak ik makkelijk contact en kan ik een praatje aanknopen. Ik heb er zin in om weer op pad te gaan.

Deze laatste dagen wil ik nog even extra aandacht aan het gezin hier schenken. Mijn idee om samen naar het zwembad te gaan wordt enthousiast ontvangen. Helaas is Doris nog niet fit genoeg en kan ze niet mee, maar samen met Salomon, Samantha en Edina stap ik in een taxi en laat ons naar de rand van de stad, naar het zwembad brengen. Nadat de chauffeur 3 keer verdwaalt en ik hem de weg moet wijzen, terwijl ik nog nooit bij het zwembad geweest ben en alleen een uitleg van anderen heb gehoord en dat combineer met mijn coördinatie-vermogen zie ik dan toch eindelijk de 2 kleine zwembaden voor me liggen. Salomon is bang voor water en zoekt wat jongens om mee te kaarten. Edina verzuipt zich 10 keer en hangt om mij heen als een aapje en Samantha slaat ons vanaf de kant lachend gade. Ik kom er steeds meer achter dat haar niveau zoveel lager is dan dat haar uiterlijk, haar gedrag doet overkomen. Ze mag het water niet in. Deels omdat ze niet kan zwemmen en deels omdat haar lichaam dan ziek wordt. Ze heeft een heel zwak gestel.
De zon schijnt en het is heerlijk om in het water te liggen. In huis durft Edina niet zo goed tegen me aan te hangen. De familie denkt dat ik dat hinderlijk zou vinden of is gewoon niet zo lichamelijk ingesteld of zoiets en Edina wordt op haar nummer gezet als ze te close met me is, maar in het zwembad haalt ze het ruimschoots in. Intussen onderzoekt ze mijn witte benen, de plekjes daarop en zijn mijn contactlenzen die nu gigantisch irriteren in het water ook wel heel erg interessant. Als andere kinderen een praatje met mij komen maken, is ze er als de kippen bij om te vertellen dat ik haar grote zus ben. De kinderen mogen niet met water spetteren i.v.m. mijn ogen en soms duwt ze kinderen gewoon weg. Ik gun haar deze belangrijke positie, alhoewel ik haar soms wel even iets temper.
Ik leg mijn haar in de week in het zwembad als voorbereiding op de wasbeurt straks onder de douche. Een waaier van blond haar drijft aan het wateroppervlak en voordat ik het weet staan er 5 meisjes om me heen kappertje te spelen met mijn haar. Heerlijke hoofdmassages, pijnlijk mislukte vlechtjes worden geoefend, gegiechel en ik heb vriendinnen voor het leven gemaakt. Ik lig echt te genieten, ook van het kleine jongetje dat op het bovenste treetje van dit kleine badje zit en bang is voor het water en voor mij.

Eigenlijk wil ik wel even op het gras liggen en bruin bakken, maar ik durf Edina niet uit het oog te verliezen. Ik heb al een paar keer als een zeekoe door het water gerend om haar weer boven water te halen. Ze kukelt om, voelt iets van water in haar mond of oog en is dan helemaal de kluts kwijt en is in staat om zichzelf zo te verdrinken.
En dan, 2 seconden kijk ik naar wat anders, draai me om en ik zie geen Edina meer in dit kleine zwembad. Ik speur het terras af, zit ze bij Samantha. Ik kijk in het diepe en grotere bad. Ik herken de zojuist gemaakte vriendinnetjes. De angst slaat me om het hart. Waar is verdomme Edina. Dan ontwaar ik een klein meisje leunend tegen het hek aan de andere kant van het diepe bad. Zou dat Edina zijn? Ik schreeuw haar naam, maar ze hoort me niet. Mijn angst slaat om in boosheid. Ik loop naar haar toe, maar het toeval wil dat zij net langs de andere kant van het bad terug gaat. Ik zie haar rennen. Oh, iets dat ik verboden had en ze springt al rennend het kleine bad in, glijdt uit bij haar landing, verdwijnt even onder water en komt weer proestend boven.
Voordat ik bij het kleine bad sta is mijn boosheid gelukkig weer getemperd, maar het feest is nu wel voorbij; weglopen en rennen, einde verhaal. Ze sputtert heel even tegen. Ziet dan mijn ogen en weet dat het geen zin heeft om nog een pleidooi voor haar zelf te houden. Ik was mijn haar en we kleden ons om.
Later zie ik op mijn horloge dat we ook al heel lang in het zwembad hadden geleden en we nodig naar huis moeten omdat Salomon nog moet koken. Tegen 18:00 uur stappen we de taxi uit en ik koop voor alle familieleden een sinaasappel en we lopend lachend het huis in.

’s Avonds kom ik mijn blokfluit weer tegen tussen al mijn spullen en zittend op mijn bed fluit ik het ene na het andere weg. Grappig, de bundel van Johannes de Heer, de opwekkingsliederen en de gospel/negrospirituals rollen er achter elkaar uit. Ja, een christelijke opvoeding blijft je je hele leven bij en geeft me nu een goed gevoel. Er wordt op mijn deur geklopt. Zybourn komt op de muziek af. Ik geef hem de andere blokfluit en hij piept er wat op. Het is niet om aan te horen. Ik onderneem een kleine poging tot het aanleren van een normale noot, maar besluit dan om mezelf niet langer te kwellen en pak de blokfluit weer af.
Ik laat hem via het kleine recordertje een cassettebandje horen. Mijn liefste nichtje Zoë heeft er met haar 2,5 jaar een paar liedjes op ingezongen. Daarna komen er een paar liedjes van de schoolkinderen uit Tamale. Zybourn wil ook wat zingen. Eerst iets vaags van ‘Hup Holland hup’ en daarna zo duidelijk als het maar kan, het hele refrein van ‘ik heb een toet toet toeter op  mijn waterscooter’. Ik schaterlach en probeer dat in te houden omdat de recorder aan het opnemen is, maar dat is erg moeilijk. Een Ghanees die zo duidelijk Nederlands zingt. Hij wil dat ik hem ook een Nederlands lied aanleer. Ik zing iets van Jantje Smit: ‘als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt, als ik jou dan zie klinkt een symfonie, en je weet dat ik van je hou, heel mij hart staat open voor jou’. Sinds het weekend van de Zwarte Cross zit dit stomme refrein iedere keer in mijn hoofd en iedere keer denk ik dan weer lachend terug aan dit feest. Maar het blijkt veel te moeilijk te zijn voor Zybourn. Misschien iets van André Hazes ‘een beetje verliefd?’ Nee, ook niet. Ik kan even niets makkelijks bedenken. Ja, behalve ‘er staat een paard in de gang.’ Drie keer dezelfde zin + 1 andere, maar om dat nou aan te leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *