6. Zaterdag 30 juli

6. Zaterdag 30 juli

Om 4.00 uur word ik wakker gezongen door een islamitische omroeper. Ik ga naar de wc die weer niet doorspoelt. Gelukkig heb ik mijn eigen toiletpapier meegenomen, zodat ik geen van de kranten hoef te gebruiken die hier klaarliggen, en probeer weer verder te slapen. Ik moet zorgen dat ik even mijn rust pak na die intensieve dagen.

Deze ochtend krijg ik te horen hoe de wc werkt. Je haalt met een emmer, water uit de container buiten en giet dat in de stortbak. Dan haal je weer een emmer water en kan je jezelf wassen. Mooi gekleed in rok en roze hemdje kom ik het huis weer in. De kleding wordt goedgekeurd, alhoewel mijn rok volgens mij net iets te kort is. Als ik sta is er geen probleem, maar als ik zit zie je een stukje knie. Ik merk dat het eigenlijk ongepast is doordat ik Sibons blikken voel rusten op mijn knieën. Ik vind het wel humor, maar probeer toch zo te zitten dat er een stukje stof over mijn knieën valt. Eddena speelt met de bellenblazer en ik leg Sibon het rummicubspel uit dat we vervolgens gelijk spelen. Het regent en dit is een mooi tijdverdrijf voor de ochtend. Eddena zoekt mij geregeld even op en kwebbelt aan een stuk door. Ze is nog maar 5 jaar, maar praat al net zoals de Afrikaanse vrouwen in een Amerikaanse talkshow. Met veel intonatie en grootse armgebaren.

Op de inmiddels gehuurde fiets, kosten 7 euro voor een maand, fiets ik ‘s middags over de rode zandwegen. Ik word gadegeslagen door iedereen die voor het huis zit en de mensen die bij de vele kraampjes rondhangen. Met één hand stuur ik om de grote gaten in de weg heen en met de ander probeer ik mijn rok in bedwang te houden. Een obroni met blote knieën en blond lang haar. Volgens mij ben ik de attractie van de dag.
We fietsen naar Habiba. De Ghanese contactdame van Vrijwillig Afrika. Sibon gidst mij door het centrum heen. Het is goed opletten met taxi’s die denken dat de hele weg van hen is en brommertjes die langs scheuren. Ik spreek met Habiba af dat ik 3 weken bij dit gezin woon. Wil ik langer blijven dan is dat altijd mogelijk. Omdat ik zo plotseling uit Nederland vertrokken ben, heb ik mij amper georiënteerd op Ghana en nog geen reisplan uitgestippeld. Ik zie het allemaal wel. Ik wil niet teveel plannen. Zo hoorde ik bijvoorbeeld van Habiba dat een Nederlands meisje al had gevraagd of ik misschien met haar nog zou willen rondreizen. Zij wilde liever niet alleen reizen. Zij was nog niet bij het Mole natuurreservaat geweest en misschien konden we daar samen volgend weekend naar toe. Wie weet. Maandag ga ik eerst een dag kijken in een weeshuis en dinsdag loop ik een dag mee op de school waar Evelien, dat Nederlandse meisje werkt. Daarna beslis ik waar ik deze 3 weken zal gaan werken.

Sibon heeft mij de hele dag begeleid en heeft al geregeld door laten schemeren dat hij mij vanavond graag mee neemt naar de kroeg. Ik heb vanmiddag gezien dat er een internetcafé in deze straat is en zou graag mijn webspace bijwerken. Maar ach, dat kan morgen ook wel. Niemand weet nog dat ik veilig geland ben in Ghana, maar ik hoop dat ze leven bij het gezegde ‘geen bericht is goed bericht’.
Ik vraag of we op de fiets of op zijn brommer gaan. Ik hoorde hem vanmiddag volgens mij al een beetje mopperen op de fiets en hij was al aan het polsen of ik op de brommer durfde. We gaan dus op de brommer. Ik zal straks mijn rokje even omwisselen voor een broek i.v.m. de avondmuggen en malaria en kijken of ik dat bosje droge touw op mijn hoofd in model krijg.

Ik heb geen idee wat ik me hier bij een kroeg of club moet voorstellen. We rijden naar het centrum. Ik zit te glimlachen. Hier rijd ik dan. In het donker door Afrika. Achter op een brommer op een rode zandweg. Eerst gaan we naar Gidipass. Een soort bar op een dakterras. Het is leuk om met Sibon te praten. Hij was de beste student van zijn school vertelt hij mij en hij werkt op een kantoor waarvoor hij ook workshops verzorgt. Hij zegt het fijn te vinden dat hij met mij van gedachten kan wisselen. Veel van zijn leeftijdsgenoten, hij is 27, vinden hem soms raar. Zij praten alleen oppervlakkig over de alledaagse dingen. Hij denkt veel en heeft vaak contact met oudere mannen. Hij snijdt ook wel een leuk onderwerp aan. ‘In welke taal denk jij?’ In het Nederlands. Weet je dat zeker? En als je dan doof bent en je hebt nooit een taal gehoord, kan je dan niet denken?

Als we later via de trap het dakterras verlaten zie ik een hele grote groep jongeren, voornamelijk mannen­­ op het pleintje staan bij de muziek. Ze dragen grote wijde shirts en broeken en dansen in een stijl die ik herken van MTV en niet gangbaar in de polder. We rijden nu naar een ‘discotheek’. Er staan niet veel mensen en ik vind de muziek, HipLife een mix van HipHop en Hi-Life de lokale Ghanese muziek, niet echt denderend. Sibon danst super. Wat zijn ze hier toch elastisch.
Ik baal ervan dat ze geen barkrukken hebben. En ik baal ervan dat ik mijn spijkerbroek niet mee heb genomen. Het werd me in Nederland afgeraden. Te warm. Maar ik voel me nu lichtelijk ongelukkig in mijn sexy reisbroek met afritspijpen. Ik had hetzelfde al in Peru. De volgende keer, het maakt niet uit waar ik naar toe ga, gaat mijn spijkerbroek mee. En misschien zelfs nog wel mijn laarzen.
De meiden in de discotheek zijn verschillend gekleed; behoudend met hoofddoek, hoerig en een groot deel naar Westerse maatstaven. Ik neem me voor deze week hier op zoek te gaan naar een spijkerbroek. Ik vind het zoeken van een goede broek altijd een ramp, maar mijn ronde vormen zijn hier gelijk aan de meeste Ghanese vrouwen. Dus wie weet slaag ik wel.
Sibon danst maar mooi door. Ik ga wel met de barman kletsen. Ik krijg veel aanspraak. Ik lach om de grote verhalen en ouwehoer gezellig mee. Af en toe komt Sibon even checken of alles goed gaat. Ik voel me goed. Heerlijk om me zo vrij te voelen.

Na een paar uur heb ik wel gehad in deze ondergrondse. Het kost me echter moeite Sibon uit dit hete hok te krijgen. Gezegd hebbende dat ik dan wel alleen zie thuis te komen en weg loop, doet hem achter mij aan rennen. Buiten gekomen zie ik dat alleen mijn weg naar huis vinden ook geen optie was geweest. Spannend straatbeeld met groepjes mannen om brandende olievaten en verder amper verlichting.
Lachend staan we bij de brommer. Het is inmiddels 1.30 uur en aangezien we om 21.00 uur op pad gingen, is het ook wel mooi zo.
Mijn eerste volledige dag in Tamale.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *