7. Zondag 31 juli

7. Zondag 31 juli

Tsjonge wat is het hier warm. Ik was me ‘s morgens met koud water, er is ook geen andere keus, maar na het afdrogen en aankleden loopt het zweet alweer over mijn rug. Als ik nu als tegenprestatie een bruin kleurtje zou krijgen, maar nee. Al 3 dagen hangt er een sluierbewolking in verband met het regenseizoen.
Mijn haar is nu echt een ramp en aangezien ik niet zie hoe ik dat moet wassen in een emmer vraag ik of Doris wil helpen. Ik zit op een krukje op de binnenplaats en zij wast mijn haar. Ze heeft er veel plezier in. Nadat ook de conditioner is uitgespoeld, kamt ze het een lange tijd. Volgens mij kamt ze mijn krullen eruit, maar oké laat maar. Wanneer heb je nu de kans dat je blonde haren in je handen houdt. Salomon die op de binnenplaats aan het koken is, neemt foto’s met mijn camera.

Net na de middag komt onverwachts de dominee langs met zijn lovely wife en their 5 lovely kids. Een heel jong en net gezin. Super verzorgd. Doris is ziek en kan niet naar de kerk. Ze had het over koorts, maar volgens mij is er meer. Maar dat hoor ik vast nog wel of misschien ook niet.
Ik beantwoord beleefd de vragen van de dominee en heb het jongste zoontje op mijn schoot. We kijken elkaar diep in de ogen. Wat zijn ze bruin. Hij legt een bruin knuistje in mijn nek. Kijkt me nog eens goed aan en begint dan toch door te krijgen dat hij bij een heel vreemd persoon op schoot is gezet. Zachtjes kreunt hij en strekt zijn armen uit naar zijn zussen. Voordat hij het echt op een huilen gaat zetten, geef ik hem over aan zijn zussen, gekleed in super mooie jurken.
De dominee gaat voor in gebed. Hij vraagt God of Hij bij Doris wil zijn en haar wil helpen bij het herstel van haar ziekte. Ook bidt hij lang voor mij. Hij bedankt God dat ik naar Ghana ben gekomen om de kinderen te helpen en vraagt Gods zegen voor mijn werk, mijn veiligheid bij het reizen en dat ik mij gelukkig mag voelen. Het ontroert mij. Los van of ik in een god geloof. Een vreemde die met zorg, stil staat bij mijn doen en laten.

Gisteren had ik voorzichtig contact met de verlegen Samantha van 15 jaar gezocht. We zitten nu met z’n drieën in de kamer. Zusje Eddena is er ook bij en nu is ze wat vrijer. Ik geef haar een potje nagellak. Af en toe vraag ik haar wat, terwijl ik ook zit te schrijven. Ze kijkt televisie. Op een gegeven moment is zij het die contact zoekt. Ze wijst me op gebeurtenissen op de televisie; een kerkdienst en de Ghanese nieuwsuitzending. Helaas versta ik haar slecht. De mensen praten hier dan wel Engels, maar sommigen hebben wel een sterk Ghanees dialect daarbij.

’s Middags loop ik naar het internetcafé. Ik heb geluk, het zit op de hoek van de straat. Helaas krijg ik geen verbinding. Ik mag even later in het kantoor van de chief zitten en achter zijn computer werken. Kantoor, lees als container met schrootjes aan de binnenkant en een stukje zeil op de grond. Dan nog duurt het heel lang voordat ik alle beveiligingen en storingen kan pareren, maar uiteindelijk na 3 uur heb ik een stukje tekst op mijn webspace kunnen plaatsen. En wat fijn. Er staan reacties van vrienden in mijn gastenboek.
Eddena zit het laatste kwartier bij mij op schoot. Habiba kwam langs en nam haar mee. Als we even later samen weer naar huis lopen voel ik me zo vrij. Ik glimlach veel, heb makkelijk contact met de familie en de andere mensen die ik ontmoet.

Alleen met de musquito’s is het contact wat minder. Maar dat is mijn kant van het verhaal. Zij vinden mij wel oké. Ze hebben mij lek geprikt, ondanks de speciale muggenmelk met deet en het slapen onder een klamboe. Waarschijnlijk is het  ‘s nachts gebeurd toen ik naar de wc ging. Nu maar hopen dat de malariatabletten hun werk goed doen. Heb hier al rare verhalen gehoord over dat er regelmatig mensen goed ziek worden en zelfs reizen moeten afbreken om in Nederland verpleegd te worden. Ik beloof hierbij trouwens dat ik nooit meer zal klagen als ik een mug hoor zoemen. In Nederland kondigt een mug zich tenminste nog aan voor een eerlijke strijd.
Ik kan nu uitgebreid gaan beschrijven hoe irritant de jeuk aanvoelt en hoe moeilijk het is om niet te gaan krabben, maar weet dat het over een week voorbij is en dat ik het dus ‘gewoon’ moet uitzitten.
Niet klagen maar dragen en bidden om kracht …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *