Magic

Magic

“Het komt je hier de bek niet inwaaien.” Even twijfelde ik of ik het wel zo zou zeggen, maar gelukkig mijn collega lacht en even later heb ik een kop thee op mijn bureau staan.
Vanmorgen strakke rondetijden gereden om dit voor elkaar te krijgen. Wie het laatst het kantoor binnenstapt, haalt de eerste ronde thee en koffie. Simpel grapje gisteren, maar het zat wel met een glimlach in mijn hoofd.

Net voor de wekker gaat, word ik al even wakker. Wat lekker. Weer een nacht dat mijn meisje heeft doorgeslapen. Geen onrustige dromen en gehuil. Fijn voor haar, en voor mij want het slaaptekort begint zich af te tekenen op mijn gezicht. Rustig wakker worden en tegelijkertijd een goede starttijd neerzetten door niet alle snoozers te verbruiken.
De gordijnen bij de kleine open schuiven en onder zacht gefluister verwarde haren uit haar gezicht strijken. Een knorretje volgt. Teken dat ze niet meer helemaal ver weg in dromenland is. Ik kan naar de badkamer.
Op de achtergrond hoor ik wakker-worden-geluidjes als uitgerekt gapen en gefluister tegen het knuffelschaap. Tandenpoetsend zit ik even later bij haar bed. Ze is wakker en praat zonder piepstem. Alsof je een heerlijk dweilorkestje hoort. Onze tijd is nog steeds scherp. Even wordt het spannend. Een nieuw onderbroekje heeft nog een kriebellabel. Help, waar is de schaar. En, als ze de kleren aanheeft, besluit ze dat een ander setje mooier staat. Doe dat zelf maar even meid, ik ga alvast beneden boterhammen smeren.
Jaaahh strakke wissel. Zij komt aangekleed de kamer in en ik zet de borden op tafel. We kunnen zo weer door.

Auwts, het heeft vannacht gevroren. Een vies venijnig laagje ijs siert mijn autoruiten. Dit zijn kostbare seconden die verspild worden. Maarrrrr, dit zal mijn collega misschien ook zijn overkomen. Al lijkt hij mij iemand die dat, zo gauw hij uit zijn bed stapt, allang in de smiezen heeft.
Echter. De Tollebekerbrug. Hij staat open. Hoe bedenk je het. Het koppie gaat hangen. De motor uit. Terwijl we wachten, voeren we een gesprek over wat dat witte nu eigenlijk is, waardoor we zo’n magisch zicht hebben; mist.
Helemaal duidelijk was mijn uitleg volgens mij niet. We lopen het erf van de opvangboerderij op. “Kijk mama, Paulien staat achter het raam met mist.” Een volgend ritje komt het woord ‘condens’ weleens een keer aan bod. Alhoewel het volgens mij wel sterk aan elkaar gelinkt is met vocht en temperatuurwisselingen. Een google-ronde volgt. Nu eerst dikke kus en knuffel en terwijl ik de dam afrijd kijken welke tijd het autoklokje aangeeft.

Iets voor achten rijd ik de parkeerplaats van mijn werk op. Het is een goede tijd, maar ja is het goed genoeg. De finishlijn is het lichtknopje.

Ik knip het licht aan op kantoor.

2 Responses »

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *