Het voelt een beetje als heimwee. Vertederd leg ik mijn hand op mijn buik. Het beweegt in mij. Precies zoals jij mijn kleine meisje ooit in mij deed. Wat een oergevoel was dat. Zo intiem. Ik had je behalve op een echofoto nog nooit gezien, nog nooit gehoord behalve dan je hartje via een doppler, maar ik kende je al. Ik wist dat je mijn kindje was.
Vooral in de auto liet je je gelden. Dan zat je waarschijnlijk klem als ik wat ineengezakt op de autostoel zat. En op mijn werk voelde ik je ook. Dan wroette je ruimte vrij tussen het bureau en mij.
Na het voelen denk ik nog even, stel dat ik nu …
Maar nu zijn het gewoon mijn darmen die opspelen.
Weg vertedering. Weg verliefdheid. Weg zwijmel en zachtheid.
Drukte, spanning, ander eten? Zeg het maar. Mijn darmen mogen graag meepraten. Alhoewel praten? Ze zeggen niets. Kroppen alles op en maken enkel eens een spastische beweging. Alsof ze van zich aftrappen. Als een nukkig omdraaien van het hoofd.
Jij bent teleurgesteld als je er achter komt dat we naar een feestje gaan, maar dat er niemand jarig is. Als ik navraag doe, zeg je dat je zo graag verjaardagliedjes wilt zingen. Je vertelt over de verjaardagsfeestjes op school, het zingen van een heel repertoire. En dat als de juf dan de laatste keer hieperdepiep zegt, jullie heel hard HOERA moeten roepen zodat de papa’s en mama’s thuis en op het werk het ook kunnen horen.
In de afgelopen dagen was mijn moeder jarig en jouw vader was ook jarig. We vieren hun verjaardagen niet. Ik denk eraan, vergeet het en ben dan ineens weer verrast als ik zie welke datum het is. Ik wil niet voelen. Ik weet ook niet hoe ik me zou voelen. Wel voel ik dat het niet fijn is. Toch hoef ik ook geen verandering. Het loopt zoals het loopt. In die zin is het nu goed zoals het is.
Veel is niet te bevatten. Ik kan het koud krijgen. Ik kan een blok op mijn borst voelen. Ik heb hemel en aarde willen bewegen, maar ik weet dat het is zoals het is.
Ik leef mijn leven. Het is goed.
Ik leg mijn hand op je hoofd. Ik aai over je blonde haren. Je hoofd rust tegen mijn buik. Je armen heb je om mijn benen heen geslagen. Ik ben verliefd op je. Ik zwijmel bij je weg. Ik wil voor altijd voor je zorgen. Je vraagt of ik memory met je wil spelen. Ja lieverd. Ik wil met je spelen.
Ik wilde eigenlijk snel de tafel afruimen, snel de afwas doen, snel wat mail beantwoorden, snel de logeertas uitpakken, zodat als ik je in bed had gelegd, aan een iets rustiger avond begon. Maar ik wil je zien. Ik wil je horen. Ik wil je leren kennen. Ik wil er voor je zijn.
jun5
dank je wel Alinda dat je je dagboek deelt met mij.
‘omzien’ wat een veelzeggend woord.
en als ‘omzien’ ingesloten lijkt te zijn in ons zien, wordt het ‘omzien’ deels zien of loopt het door elkaar.
dat is bij mij zo en bij jou (en bij iedereen)
‘omvoelen’ wat een veelzeggend (nieuw)woord. daar geldt hetzelfde voor als voor ‘omzien’.
en voor omdenken? voor omdenken is het anders.
maar wat ik eigenlijk wilde zeggen is: ik lees van/over je eerlijkheid, je pijn, je moed en ‘machteloosheid’. …. en ook de mijne dus ….
een lieve groet,
albert