Liggend op mijn rug kijk ik door de achterruit van de ambulance naar de langs schietende boomtoppen. De ambulancebroeder heeft net gevraagd of er familie of een partner gebeld moet worden. Niet echt helder staar ik voor mij uit. Waarom al die paniek. Met een licht schudden van mijn hoofd geef ik aan dat dat niet hoeft. De stokjes kriebelen raar in mijn neus en de bloeddrukmeter pompt zich weer eens strak om mijn arm.
Het is wel even lekker deze minuut rust.
Ik hoor de broeder met het ziekenhuis bellen. Tranen wellen op in mijn ogen. Zou het dan echt zo mis zijn? CT scan klaarzetten, denkend aan misschien een bloedprop in een bloedvat van de hersenen. Uitvalverschijnselen als afasie en nog iets met aga en vervolgens veel woorden die ik niet meer meekrijg. De sirene laat zich ook weer gelden. Daar gaat mijn rust.
In het ziekenhuis gaat het allemaal erg snel. Ik word misselijk, maar dat kan nog weleens van de angst zijn. Niemand kijkt mij in het begin aan. Alleen mijn lijf is belangrijk. Hardhandig wordt er weer geprikt voor infuus en bloedmonsters. Het bloed wil niet stromen. Ik zou willen vragen kan iemand mijn hand even lief vasthouden, maar ik krijg geen woord uit mijn hoofd en de ambulancebroeder die een klein beetje vertrouwd is geworden, staat met zijn rug naar mij toe aan de balie papieren in te vullen. Ik voel me heel klein.
Met bed en al word ik de gang op gereden. Sinterklaascadeautjes hangen als versiering aan de muren. Ja jongens, ik heb geen tijd voor al deze onzin. Ik moet nog een paar gedichtjes schrijven, nog naar iemand toe, tanken, logeerspullen pakken, Eva Luna van de opvang halen en naar Bunnik rijden, om daar het gezellige Sinterklaasavondje te vieren.
Misselijk moet ik van het ene bed op het andere plaatsnemen, een kartonnen spuugbakje vasthoudend. Mijn hoofd verdwijnt in een scanapparaat.
Terugrijdend over de gang is daar mijn collega. Fijn, iemand die mij warm in de ogen kijkt. En ja, daar komen de tranen. Ik zie weer een beetje voor mij hoe het vanmorgen ging op het werk. Om 8 uur gelijk vol aan de bak en het eerste werk al door gemaild. Even een belletje met een collega over beeldmateriaal, maar wat raar, ik zie voor mij wat ik haar wil vragen, maar kan de woorden in mijn hoofd er niet bij vinden. Mijn onvermogen daarover uitspreken, krijg ik ook niet voor elkaar en geïrriteerd om mijzelf gooi ik de telefoon neer. Een collega tegenover mij vraagt hoe het met mijn verliefdheid gaat en vat de rare klanken die uit mijn mond komen in eerste instantie daarom misschien niet op als vreemd. Als ze de paniek in mijn ogen ziet, het naar mijn hoofd grijpen en een soort gestotter hoort, is ze rap bij mij. Er is wat mis in mijn hoofd.
Het denken van doe niet zo idioot wisselt zich af met angst. Een collega hoor ik bellen en de situatie beschrijven. Voor ik het weet staat er een brancard in het kantoor. Lig ik daarop en moet ik testjes doen waarvan de vraagstelling al helemaal niet tot mij doordringt. Een opleving van mij als iemand denkt mij te moeten prikken en dat verdorie ook nog eens twee keer doet. Vervolgens geef ik mij over. Ik ben bang.
Nu zit ik thuis. Lijstjes voor de zondag, de maandag, de dinsdag, de woensdag, ik haal ze niet. Mijn batterij lijkt die dag compleet leeg getrokken te zijn. Gelukkig was de scan en mijn bloed goed. De artsen hebben het over een kortsluiting met deels de symptomen van een tia, maar dan zonder de bloedprop. Het lichaam heeft om onduidelijke reden aan de noodrem getrokken. Misschien te druk als alleenstaande met kind, werk en sociaal leven? Ik voelde me echter goed. Heb het idee dat alles goed op de rit staat. Ben intussen wel gewend aan mijn ritme.
Rust inbouwen. Eigenlijk nog geen idee hoe. Alsof ik mijn tijd aan het verkwanselen was. Alsof ik zoveel keus heb in mijn dagprogramma. ’s Avonds in bed overvalt het mij. Eva Luna kan de slaap niet vatten en huilt. Ik voel veel druk in mijn hoofd. Durf een strijd over in welk bed ze moet slapen niet aan. Ze kruipt naast mij en ik fluister als test zachtjes zinnetjes. Ja, ik kan het nog. Eva Luna aait mijn hoofd. Samen pakken we een paar uren rust.
dec13
Hee buurvrouw, dat was schrikken hoor, beterschap en nogmaals als ik wat voor je kan doen dan hoor ik het graag
Dankje buur!