Waterschaatser

Waterschaatser

Ik zie een schaatsertje over het wateroppervlak gaan. Na elke schaatsslag laat hij een waterkring achter. Hem volgen is rustgevend. De ochtendzon en de stilte helpen daarbij mee.
Ik ben uit mijn bed gejaagd door dromen, een dochter die reeds wakker is en dat graag aan mij duidelijk maakt en de bezorger van het ‘hello fresh-pakket’.
Mijn lijf wil nog wel rusten, maar de rest werkt niet mee. Zo zit ik nu dus met een beker warme melk en cacao op het vlonder achter het huis aan de brede sloot. Door vriendlief met lichtelijk hoogmoedswaanzin kabbelend beekje genoemd.

Het water ligt echter roerloos stil. Een beetje zoals ik mijn uiterlijk in de plooi houd. Onder mijn huid gaat het echter als een jekko. Goede woorden en plannen zijn er wel. Het samen zijn en ondersteuningsgevoel ook. Alles staat goed in de steigers. Ik onderneem veel dat ik leuk vind. Omring me met mensen die mij lief zijn.
En toch; ik zou wel even willen vluchten of eens goed boos willen worden. Maar ik ben helaas volwassen en zie het in de ogen en pak het netjes op. Ik moet redelijk doen.

Hoe ventileer ik spanning.
Zonder dat het destructief is.
Afwachten, het de tijd geven, loslaten?
Van dat laatste woord krijg ik de kriebels. Als mijn meisje het zingt à la Elsa uit de film Frozen ‘Laat het los, laat het gaan’, inclusief dans ga ik stralen, maar vertel me: ‘Hoe laat je los?’ Ik kwam afgelopen weekend in een situatie dat in een opstootje zou kunnen ontaarden. Moet ik daar dan tussen springen en los gaan?

Ik stond tussen het publiek dat zich om Ralph de Jongh en band heen had verzameld. Bluesweekend in Giethoorn. Een man drong zich arrogant door het samengeperste publiek heen en stond vervolgens voor ieders neus. Eerst denk je nog ‘hij hoort bij de band en moet wat doorgeven’, maar nee het blijkt een onbenul met een erg hoog storende factor. Bij poging drie, de man haalt steeds wel even een biertje, heft de man voor mij, zijn vuisten in de lucht nadat de onbenul mij en daarna hem bruusk passeert. Ik geniet. Oké dat is niet politiek correct, maar als mijn buurman uithaalt en de onbenul valt tegen mij aan is hij voor mij haha.

De muziek krijgt me gelukkig al weer snel te pakken. Mijn lijf beweegt mee op de blues met Stonesklanken. Ik sluit mijn ogen. Ben alleen met de muziek. Mijn hoofdhuid tintelt. Mijn schouders draaien soepel naar achteren, mijn bovenlijf swingt. Ik open mijn ogen. Zie dat de wereld er nog steeds is en sluit ze weer. Hier achter mijn oogleden is het goed. Mijn heupen wiegen. Er gebeurt wat. Een soort dronkenschap door schoonheid van muziek. Ik voel me als de waterschaatser. Mijn tenen staan op de grond, maar alsof ik klapschaatsen aan heb til ik steeds mijn hak op. Ik glijd mee op de  muziek.
De spanning in steeds een nieuwe watercirkel achter mij latend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *