11. Woensdag 3 augustus

11. Woensdag 3 augustus

Slechte nacht gehad. Ik kwam moeilijk in slaap. Ik bleef maar denken aan alles wat ik dinsdag had meegemaakt. En vervolgens aan wat ik woensdag allemaal zou willen gaan doen. Plus ik had veel last van de warmte en jeuk. Ondanks dat ik veel deet speciaal tegen de muggen opsmeer, blijf ik geprikt worden.

Ik sta op en moet naar mijn werk, maar had liever nog even liggen rusten.
De schoolochtend begint weer om 8.00 uur met Engelse taalles. De juf gaat de kinderen leren de lichaamsdelen te benoemen. Het wordt op dezelfde manier aangeboden als gisteren. Hard schreeuwen en een enkel kind dat het woord herhaalt.
Ik probeer de juf duidelijk te maken dat de kinderen zelf moeten gaan nadenken in plaats van haar te papegaaien. Ik doe voor hoe het wat meer interactief kan. Ik wijs lichaamsdelen bij mij aan en benoem ze. Vervolgens vraag ik wat is dit en wijs naar mijn neus of die van een kind. Het wordt grappig. We gaan bij elkaar dingen aanwijzen. Al spelend leren ze woordjes.
Als de rek uit de concentratie is, sluit ik samen met de juf af met het liedje hoofd, schouders, knie en teen.

Wel vreemd hoor om als vreemde hier binnen te komen en te vertellen wat ze anders zouden kunnen doen. Gelukkig is er een goede sfeer waarin dit gebeurd. De juf en de coördinator lijken het ook te verwachten dat ik de expert ben en allerlei kennis overdraag.
Ik laat eerst de juf beginnen en observeer haar en de kinderen. Intussen denk ik hard na hoe ik een combinatie kan maken tussen wat zij doet, mijn eigen gezonde verstand en hoe het op mijn vroegere werk ging. Een basisschool voor kinderen met een langdurige ziekte, maar waar meer kinderen met psychische problemen, en/of met gedrags- en/of ontwikkelingsstoornissen zaten. Hier werkte ik een paar jaar als onderwijsassistent.
En dan de tweede stap hoe verwoord ik het ‘waarom’ van de aanpassingen. Ik wil mijn ideeën wel goed onderbouwen, zodat zij het inhoudelijk begrijpen en misschien zien dat de nieuwe vorm wel eens echt kan werken. Niet dat ze straks mij papegaaien net zoals de kinderen hen papegaaien.

Mijn aanwezigheid wordt blijkbaar wel gewaardeerd, gezien al het eten dat we in de ochtendpauze krijgen; bananen, brood, bekers met thee. Deze pauze voor mij trouwens geen voetbal. Gisteren had ik wel even met de kinderen gevoetbald. Het was erg leuk, maar ook echt een aanslag op mijn lichaam.
Na de pauze gaan we rekenen. We zien dat ons kleine groepje van gisteren is gegroeid. We vinden het prima en gaan weer fanatiek met ze aan de slag. De kinderen gaan alleen ‘s morgens naar school. Eerst dacht ik ‘o lekker relaxed zo’n half dagje’, maar nu weet ik wel beter. Het is behoorlijk intensief. Helemaal als je graag echt zinvol bezig wilt zijn.

’s Middags is er een feestje in het weeshuis. Twee vrijwilligers nemen afscheid. Evelien en ik zijn uitgenodigd. We lunchen gezamenlijk in de buitenkamer; 10 blanke vrouwen in een kippenren. Ik vind het niet denderend. Vrouwen blijven een vreemd soort mensen als je ze bij elkaar zet. Iets hartelijks zeggen, maar tegelijk non-verbaal het tegenovergestelde uitstralen. En sfeergevoelig als ik ben, voel ik me onprettig in deze gevangenis. Ik besluit echter al snel dat ik geen zin heb om moeite te doen om aardig gevonden te worden. Ik weet van mezelf dat ik een aardige meid ben. Laat ik me alsjeblieft niet druk maken om invulling te geven aan de gedachten van deze andere meiden. Stop met moeilijk doen en geniet weer van alles hier om je heen.

Er komen twee bongo-drummers die betaald zijn om de boel op te luisteren. Ik mag het ook proberen. Ik leer hoe de stand van mijn handen moet zijn, een bepaald stukje ritme en dan gaat het toch al heel goed. Ik drum de basis en hij doet allerlei frutsels eromheen. Leuk om dat een beetje geleerd te hebben. ’s Avonds drum ik het ritme nog een keer op mijn benen. Ik wil het wel graag onthouden. Mocht ik ooit nog weer eens achter een soort bongo zitten dan kan ik wat gerichter muziek maken.

Als ik aan het eind van de dag thuis kom, pak ik mijn meegenomen cd’s en even later schalt het nummer Angels gezongen door She got game door het huis. Gevolgd door een cd van Daniel Lohues met z’n Drentse teksten en The Louisiana Blues Club. Wat kan muziek je toch een goed gevoel geven.

Van 20.00 tot 22.00 uur zit ik in het internetcafé. Als ik thuiskom is Doris nog op. Meestal slaapt ze rond deze tijd. Ik zeg dat ze niet voor mij hoeft op te blijven. Nee, zegt ze, ik wil eerst dat al mijn dochters binnen zijn. Zo lief. Ik bedank haar en zeg dat ze rust nodig heeft. Helemaal nu ze naar het ziekenhuis moet.
Mijn vermoeden was juist. Ze had meer dan een griepje. Het blijkt dat ze een vleesboom in haar baarmoeder heeft. Vrijdag gaat ze naar het ziekenhuis. Maandag wordt ze geopereerd. Waarom dan zo vroeg naar het ziekenhuis? Vrijdag komt er een bed vrij en je weet maar nooit of dat maandag nog vrij is.

We sluiten de dag af met een praatje.
Fijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *