Aangezien er hier midden in de bush geen ventilator aanwezig is, word ik ‘s nachts nat van het zweet wakker. Ook word ik nog een keer wakker omdat er door de klamboe heen troep op me valt. ’s Morgens blijkt dat er in het takkenplafond vleermuizen nestelen. Het is een onrustige nacht en ik droom veel en verwarrend.
Om 6:30 uur staan we klaar en lopen samen met een gids door de schitterende natuur naar de rivier The Black Volta. Na zo’n 20 minuten stappen we daar in een kleine platte boot, een soort punter maar dan smaller. Er stapt nog een man in en zij peddelen ons in de richting waarvan ze hopen dat de nijlpaarden aanwezig zijn. Soms zien ze geen nijlpaarden en soms wel. Hopelijk ga ik straks nijlpaarden zien in hun natuurlijke omgeving.
De rivier heeft zijn naam te danken aan het zwarte water, maar doordat het nu het regenseizoen is, waar ik eigenlijk nog niets van heb gemerkt op een zomers miezerbuitje na, is het water bruin door modder dat nu door de regen in de rivier stroomt. De rivier The Black Volta is tegelijkertijd de grens met het buurland Burkina Faso.
De walkant bestaat uit een groene zee van bomen en struiken. Vogels in het rood, oranje en felblauw vliegen voorbij. Ik denk geel-oranje vogels te zien, maar wat raar ze lijken op de kop te hangen. Het blijken vleermuizen te zijn. Na ruim een half uur varen zie ik een soort waterfonteintje in de verte. Yes! Het zijn de hippo’s! Zonder veel geluid te maken varen we dichterbij. Ik zie 5 koppen met kleine oortjes net boven het water uitsteken. Ik zit met open mond in de boot en kijk alsof ik nog nooit mijn ogen heb gebruikt.
Daarvoor me op 50 meter afstand liggen nijlpaarden in het midden van de rivier op een soort zandbank of op rotsen. Hun dikke ronde lijf komt soms boven het water uit. Ze verdwijnen ook helemaal onder water om vervolgens weer proestend boven te komen. Een gigantische brul gevolgd door het opheffen van het bovenlichaam. Wat een massa, wat een oerkracht. Evelien vertelt intussen dat dit super gevaarlijke beesten zijn. Als ze op ons afkomen zijn we er geweest. Oke dan, dat is fijn om nu te horen. Ik kan me voorstellen dat je niets in te brengen hebt als er zo’n beest op je af komt, maar kan ze niet als agressief voorstellen. Ik ken ze dan ook alleen van de dierentuin in Emmen en daar lijken het van die goede trage loebassen.
De dagen na dit uitstapje hoor ik van verschillende kanten hoe gevaarlijk het was om op de rivier zo dichtbij de nijlpaarden te zijn. En dat dit uitzonderlijk was. Nou, zo heb ik het ook wel beleefd. Twee nijlpaarden heffen hun bovenlichaam op en lijken al spelend wat te bekvechten. Grote bekken met gele ronde tanden. Hun bek is echt groot. Ik vind het wel mooi dat we hier wel een kwartier blijven liggen met de boot. Ik had het anders helemaal niet zo goed in me kunnen opnemen.
Als we terugvaren spettert de gids water naar een tak waar we onderdoor varen. Er laat zich een grote lizard van de tak afvallen die vervolgens naar de kant zwemt. Ik dacht eerst dat het een slang was en ik hoef niet meer zo nodig onder de takken door te varen. Je ziet hier heel veel lizards/hagedissen. Veel kleintjes, maar nu dus ook groten. Bij de lodge lopen ook een paar grote lizards van zo’n 30 centimeter lang met een dikke gele kop en geel gekleurde staart, het middenstuk is grijs/groen. Als ze niet rennen, maar zitten dan gaat hun kop en bovenlijf de hele tijd op en neer. Ik kan opschrikken van hun snelle schichtige rennen als ze plots voor je langs schieten, maar ben tot in tegenstelling tot slangen niet bang voor ze.
Terug bij de lodge, ons verblijf, hebben we nog een paar uur voordat de pick-up ons komt halen. Heerlijk om even vrij te zijn. Ik kies er zelf voor om van alles te ondernemen, maar wordt soms ook wel geleefd door alle gebeurtenissen. Ik rol van het een in het ander zonder even stil te staan.
Ik lees wat in The Bradt Travel Guide om me in te lezen in hoe het vervoer naar het Mole National Park geregeld is en wat er daar allemaal is. Pak een spiegel en probeer mijn haar wat in model te brengen en klooi met de digitale camera. De memorykaart gaf na 2 foto’s al aan vol te zijn, terwijl ik er dus net een nieuwe in had gedaan. Als het me uiteindelijk lukt om de kaart te formatteren, voel ik echt een last van me afglijden. Ik zat er behoorlijk mee dat ik bij de nijlpaarden niet zo veel foto’s kon maken en van alles langs de rivier. Ik moest mijn oude kaartje doornemen en twijfelfoto’s verwijderen om plek vrij te maken. Ik had zonder dat ik dat bewust had gevoeld een heel zwaar pak op mijn borst van het balen dat ik straks van de olifanten geen foto’s zou kunnen maken. Maar nu….ik heb weer alle ruimte op de fotokaart.
De tocht naar Wa gaat weer met veel gestuiter. In Wa regelen we met nog 2 Nederlandse meiden buskaartjes voor de reis naar Mole. Mole ligt halverwege Wa-Tamale. We betalen dezelfde prijs als de andere 2 meiden, ondanks dat zij naar Tamale gaan. Het maakt hier niet uit waar je onderweg uitstapt. Instappen kost gewoon 45.000 cedis, ongeacht hoe lang je meerijdt. Helaas zijn de gewone plekken al gereserveerd en zitten we weer op een tussenbankje, maar we zijn in ieder geval verzekerd van een plek in de bus.
We eten in een hotel en liggen vervolgens met z’n vieren op een kamer. Het is gezellig
jul15